dinsdag 15 augustus 2017

Buitenatelier van Geert

                                                                           

Op 12 augustus bezochten we in Wassenaar het nieuwe museum Voorlinden. Particulier initiatief van Joop van Caldenborgh, die er moderne en hedendaagse kunst laat zien. Voor een groot deel uit eigen bezit. Het was me een feest. 

Bij binnenkomst hangt er een citaat. Ik herken het ogenblikkelijk: komt uit Joke J. Hermans' ‘Stil de tijd'. Het blijkt het motto voor ‘De tussentijd’, te zien in de zalen 1 t/m 7. Ik vind het prachtig, wat ik daar voorgeschoteld krijg. Ik prik er voorzichtig in met mes en vork. Ruik en proef. De keuken is internationaal.

Het merendeel van wat hier hangt, ligt of staat is van tamelijk recente datum. Lang sta ik stil voor een verticaal scherm waarop stukken papier naar beneden dwarrelen. Dan zoomt de camera in op een man die in een bergdal boeken omhoog gooit om deze vervolgens aan flarden te schieten. Alsof het om houtduiven gaat. Hij lijkt trefzeker: ziet er geoefend uit. Het dwarrelen is prachtig. Zou ik zo in ons huis willen hebben. Nou ja, bij wijze van spreken dan. Want om dit ‘Who knows where the time goes’, video (2013) van de Mexicaan Gonzalo Lebrija tot zijn recht te laten komen, is een zaalachtige omgeving nodig. Ervoor verhuizen wil ik niet. Bovendien hangt ons huis vol met werk van Geert de Bruijn, en daar ben ik zeer content mee.

Deze video in Voorlinden zet me aan het denken. In het museum vraag ik me af wat ‘berekening’ is. Zo bestaat ‘Your Solar Attention’ van de Deen Solafur Eliasson uit 24 kristallen bollen die met messing pinnen in een cirkel aan de wand bevestigd zijn. Elk is aan de buitenzijde met bladgoud verguld en wel zodanig dat de toeschouwer zich in 24 maal op een andere keer weerspiegeld ziet. Soms op zijn kop. Daar is over nagedacht. Het effect is bijzonder. Mogelijk had Solafur een 8 voor natuurkunde. Lichtbreking. Parabolen. Iets waarbij ik op de middelbare school afhaakte. Er moet minutieus rekenwerk aan voorafgegaan zijn. Is dat wat ik zoek? De ingenieuze mathematiek? Meer werken in deze ‘tijdscabine’ zijn ingenieus.

Na afloop lees ik de kleine catalogus. Behalve de uit de exacte vakken hebben de kunstenaars ook geput uit gedachtenplooien die ver van mij afstaan. De gepresenteerde symboliek achter wat weergegeven is, herken ik niet. En roept ook weinig bij me op, hoewel ik graag door nieuwe horizonten verrast wil worden. De zin ‘dit trompe-l’oeil werk misleidt de toeschouwer en vereeuwigt dat wat voor ons zo vluchtig is: afval’, ervaar ik als ‘bij gebrek aan beter’. Even dacht ik dat een groepje van zes vuilniszakken zo door de huishoudelijke dienst opgehaald zouden worden. Het blijkt hierbij te gaan om ‘Pile’, van de Brit Gavin Turk. De tekst bij de kapotgeschoten boeken is te absurd om geciteerd te worden.

‘Filosofie is overal, in alle hoeken van de samenleving’, schrijft Ger Groot in zijn verhelderende ‘De geest uit de fles. Hoe de moderne mens werd wie hij is’ (Rotterdam, 2017). Wat valt met deze catalogustekst over de mens te zeggen? Hoe dan ook, ik voel me getergd bij het lezen van verklarende zinnen als bij ‘Pile’. Lijkt me een interessante ‘emotie’ om te bespreken met Geert de Bruijn. Misschien moet het onderwerp heten: ‘Waar eindigt de kunst en begint het lulverhaal?’. En onderwijl drinken we thee in zijn buitenatelier. Dat rijmt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten