zondag 26 november 2017

Uurwerk

Deze tekst verscheen 26 november als column in de rubriek 'Onder de Boschboom' in de Bossche Omroep.

Onlangs bewoog tevreden Den Bosch zich een paar seconden onrustig in zijn comfortabele oorfauteuil. Er stond wat vervelends zwart-op-wit: Tilburg zou Brabants residentie voorbij lopen als aantrekkelijke verblijfsstad.

Inmiddels heb ik de deskundige uit wiens mond de uitlating opgetekend werd, aan de tand mogen voelen. En het valt wel mee met Den Bosch. De historische coulissen vormen een trekker van de eerste orde. Beleving genoeg. Winkels en horeca zat, gelardeerd met cultuur. Opgeteld blijft het wel een beetje aan de veilige kant: de stad van ons moeder.

Da’s de kern van de zaak: we blijven al decennia de stad van de vorige generatie. Wat wil iemand die nu tussen de 20 en 30 is? Willen ‘jongeren’ opnieuw de stad van hún mam?

De vernieuwing en de prikkels die de millennials in Tilburg en Eindhoven vinden, liggen hier niet voor het oprapen. Een opsteker was het besluit van onze gemeente om voor een periode van 10 jaar – tot 2025 – de erfenis van Koudijs ‘aan de stad te geven’. Om hiermee ‘een voorhoedefunctie te vervullen als cultuurstad van Zuid-Nederland’. Wat tussen aanhalingstekens staat, komt uit het betreffende bestemmingsplan.

Aan de Dieze zou een creatieve broedplaats komen. Een ‘hotspot’. En dan ook nog in de omgeving van Willem Twee en Verkadefabriek; het kon niet beter. Ondertussen wilde de gemeente – sinds 2008 eigenaar van terrein en gebouwen van De Heus – op andere plekken geld en energie steken in de traditionele gebiedsontwikkeling. Vanwege de crisis moest De Tramkade in de wacht en mochten partijen leuke dingen doen.

Nu lijken die partijen dat niet eensgezind te verrichten, volgens een krantenkop. Hoe dan ook, in mijn ogen worden die kwartiermakers gekluisterd door het eerder geciteerd bestemmingsplan. Er is weinig speelruimte. Niet te veel herrie maken, geen permanente bouwsels, nauwelijks overnachtingsmogelijkheden. Eventuele detailhandel mag niet onder de duiven schieten van wat elders in de stad zit. Bovendien is de horizon tot 2025. Ik prijs de durvers die er neerstrijken.

Hoe anders is het gesteld een stukje zuidelijker aan de Zuid-Willemsvaart. In dezelfde crisistijd is daar van de nood een deugd gemaakt en kwam in Veghel op het oude CHV-terrein de Noordkade tot stand. Bestemmingsplan en tijdslimiet zijn daar beslist anders. In weinige jaren hebben gemeente en lokale investeerders die plek omgebouwd tot een ware ontmoetingsplaats. Je vindt er onder meer veel cultuureducatie, een museum, bios, kunst, restaurants, swingzalen, supermarkt, lekkere winkels. En sinds kort Theater De Blauwe Kei.

Een deel van die ‘hotspot’ zit in de Proeffabriek. Boven een van de ingangen daartoe bevindt zich een reusachtige klok. Die sierde decennia lang de voorzijde van ons vorige NS-station. Nu geeft dit uurwerk de tijd aan in Veghel. Hún klok loopt voor op die van Den Bosch.