Jaren terug volgde ik wat
colleges filosofie. Niet echt met enthousiasme; het onderdeel was onderdeel van
het studiejaar. Ondanks de bevlogenheid van de prof bleek en bleef het een voor
mij gesloten wereld, gevuld met oude Grieken en Romeinen, aangevuld met iets
minder oude Oostenrijkers en Duitsers. Het tentamen heb ik gehaald en da’s dan
ook alles. Soit.
Nooit gedacht dat ik ooit
nog eens een boek op dat terrein zou gaan lezen. Tot ik kennis maakte met het
toegankelijke werk van Coen Simon. Alleen al een titel als ‘Waarom we onszelf
zoeken maar niet vinden’ vond ik zielstrelend. ‘Wachten op geluk’ is er ook
zo-een. Of ‘Schuldgevoel’, waarbij de ondertitel voor zich spreekt: ’Over de
behoefte aan dingen die we niet nodig hebben’. Nog eentje: ‘Zo begint iedere
ziener’. Hoewel ik niet alles één-twee-drie doorgrond en bepaalde passages
zelfs na drie keer herlezen van een andere dimensie vind, val ik er bij vlagen
met graagte op aan. Het boek van Joke Hermsen ‘Stil de tijd’ bevat een aantal
oogopeners. Haar ‘Kairos’ gaat verder op de het aspect van het pakken van het juiste
tijdsmoment. Stine Jensen blijkt weergaloos in ‘Dus ik ben weer’. Paul Smit is
bijna hilarisch in zijn kleine ‘Verlichting voor luie mensen’. En dan hebben we
ook nog ‘Word zelf filosoof’, van Jan Bransen. ‘Denken op de plaats rust’ van
Henk van der Waal vraagt meer inspanning. De auteur van dit geharnaste werk ziet
als taak van de filosoof ‘de mensheid te leren hoe zich met de dood te
verzoenen’. Wat ik met deze kost doe? Lezen, proeven, kauwen, testen. En
uiteindelijk dat meenemen wat de blik verruimt. Dat laatste helpt als de wolken ter hoogte van mijn wenkbrauwen hangen.
Wie zwaar is, kan altijd
nog denken dat de beloning voor het doorstane lijden in het hiernamaals ligt.
Dat er een diepere bedoeling ligt in de kleinere en soms grotere geestelijke kwelling die
zich ongenood zomaar aan kan dienen. Die gedachte hielp me lange tijd. Tot het
moment dat ik het onderhandelen ‘met boven’ eerder vond voorkomen uit angst en
bijgeloof dan uit echt vrijmakend geloof. Zonder om te zien in wrok liet ik vier
jaar terug de katholieke kerk en daarmee elke religie achter me. Vragen in 'Dromen, Durven, Doen' van Ben Tiggelaar leidden tot het beslissende zetje. Ik liep door
een volgende deur het ‘hier en nu’ in. Aangezien ik met deze stap ook afzag van
het recht op een hiernamaals, besefte ik dat de waarde van het leven hier ligt.
Een klein jaar voor zijn dood zei Bosschenaar Luc van Gent (4 juli 1925 - 4
juli 2013) in het Brabants Dagblad dat je geboren wordt en dood gaat en dat het
daartussen moet gebeuren. Hierin vond ik een mooie samenvatting van wat ik was
gaan ervaren. Sindsdien herhaal ik - zo het te pas komt - Van Gents uitspraak;
met bronvermelding. Het staat hier en nu te gebeuren, als je er wat van wenst
te maken. Waarom dan tijd besteden aan periodiek gesomber?
Wat staat dan ‘hier en nu’
te gebeuren? Mijn pa zei: ‘Mocht ik zeker weten dat Hij niet bestond, dan zou
ik vanaf morgen alles doen wat God verboden heeft’. Het ligt niet in mijn aard
om ‘van god los’ vervolgens verder te gaan zonder ‘gebod’. Of om te beginnen aan
een eindsprint waarin ik in sneltreinvaart bijvoorbeeld nog ‘moet’ abseilen, bungee
jumpen of meedoen aan Utopia. Ook een hedonistisch bestaan dat zich beperkt tot
het niveau van zuipen en vreten ligt buiten mijn horizon. Het gaat zo het gaat. En ik vind het verrassend als ik op enig moment kan zeggen: ‘Dat ik nu
hier in dit gezelschap dit of dat doe, had ik een jaar geleden niet kunnen
bedenken’.
Aangeboren zwaarmoedigheid
is net zomin te verhelpen als aangeboren kaalheid-op-jonge-leeftijd. Door dat laatste
gaan veel zonen al vroeg op hun pa lijken. Binnen mijn familie beschikken ‘de
zwaren’ ook over een gemeenschappelijke trek. Ieder gaat daarmee op eigen wijze
om. Dat wat mij de mogelijkheid geeft om minder de last te ervaren van de zwaarte
die zich graag als de
grauwe hond bij
ons op de stoep nestelt, hoeft voor anderen niet het ei van Columbus zijn. Wat
ik als heilzaam ben gaan ervaren, staat hiervoor beschreven. Ont-moeten,
stoppen met verwachtingen maken vooraf, afscheid nemen van ‘maar’, met enige
scepsis kijken naar het bestaan van de vrije wil, ‘toegankelijke’ filosofen
proberen te begrijpen, de dingen doen in het besef dat het leven alleen nu en
niet hiernamaals plaats vindt. Ik kan ze ieder aanraden bij de aanpak van 'genetisch gesomber'. Misschien zit hier
iets bij voor de goede voornemens 2015?