Voordat de winkels van
Polare op slot gingen, waren er wat dagen waarin ze niet bevoorraad werden
door het Centraal Boekhuis. Juist in die tijd had ik een bestelling uitstaan
bij - zeg maar - voorheen De Slegte. Zou me dat boek toch wel toegezonden
worden. Wat een mazzel, want voor de handel echt bevroren raakte, werd de loebas
bezorgd: 2.687 gram vol letters en plaatwerk. Tweedehands, in prima staat. Sindsdien
verlies ik me met enige regelmaat in het mij tot voor kort nog onbekende ‘Vlaanderen en
Castilla y León. Op de drempel van Europa’, uitgegeven in Antwerpen (1995).
Deze uitgave is de catalogus bij een tentoonstelling die tijdelijk prachtige
kunstschatten van Spanje naar Vlaanderen bracht. In een aantal gevallen zelfs ‘terugvoerde’
naar de streek van ontstaan. Met commentaar bij elk object in het Nederlands,
Frans en Spaans, geformuleerd door talrijke deskundigen. Ingeleid door de
Spanjekenners Eddy Stols en Werner Thomas.
Een tip van de Antwerpse
kunstenares Lieve Bedeer bracht deze rijke editie onder mijn aandacht. Stols en
Thomas waren mij al bekend. Niet persoonlijk, maar via door hen samengestelde
artikelen en boeken over de relatie tussen (met name de Zuidelijke) Nederlanden
en Spanje in 15de - 17de eeuw.
Een part van hun
indrukwekkende schrijfwerk staat in mijn boekenkast. Eén ‘opus magnus’ ontbrak
tot voor kort en wel ‘De Spaanse Brabanders of de Handelsbetrekkingen der Zuidelijke Nederlanden met de Iberische Wereld 1598-1648’, een prachtwerk uit 1971 van Eddy Stols. Lange tijd gezocht en via de
universiteitsbieb geleend. En laat het nu net het door de Universiteit van
Amsterdam afgelegde exemplaar zijn, dat ik antiquarisch voor een zachte prijs
kon ‘bemachtigen’. Helemaal blij.
Zowel in Nederland als België
is de ‘Spaanse Tijd’ onderwerp van (universitaire) studie. Aan onze kant van de
grens ligt - de inspanning van Raymond Fagel uitgezonderd - het accent op ‘De
Opstand’. Aan Vlaamse zijde gaat de meeste aandacht naar de wederzijdse ‘opbrengst’ van de eeuwenlange contacten tussen Spanje en de Nederlanden. Omdat
juist dat het onderwerp van mijn belangstelling is, heb ik de afgelopen twaalf
jaar veel onderzoek van Vlaamsen huize leren kennen.
Het zijn met name de
navorsingen uit die (vaak Leuvense) hoek die me duidelijk ma(a)k(t)en hoe reislustig
Bosschenaren waren in die voorbij eeuwen. Toen genoemd werk van Stols vandaag
(vrijdag 7 februari) bezorgd werd, kwam ik in deel II snel bekende namen tegen van Bossche Spanjegangers. Er
gingen ook stadsgenoten naar Portugal. Bijvoorbeeld de Bossche jezuïet Jan Ciermans die daar in de 17de eeuw tot architect van verdedigingswerken aangesteld werd. Sinds vanmiddag weet ik van het bestaan van M. van Vessem en P. van Susteren, handelaren in Portugal.
De eerste, Miguel van Vessem of Banvessem (Den Bosch ca. 1581) werkte vanuit Lissabon in scheepsuitrustingen. Zo te lezen, assimileerden zijn nazaten. Dat laatste gegeven blijft onvermeld bij Pedro van Susteren of Vanustrem (Den Bosch ca. 1600). Hij handelde vanuit Porto. Ik probeer me een beeld te vormen van hoe dat in die tijd geweest kan zijn.
Een mens kan maar ergens
zijn genoegen vandaan halen.
Waarbij ik hoop dat we 'onze' Heinen weer snel terugkrijgen als boekwinkel.