zondag 8 januari 2017

Genoegen

Het is me een groot genoegen om naar kunst te kijken. Zeker als ik daarvoor niet al te veel moeite hoef te doen: ‘het hangt aan de muur en is mooi’. Al eerder heb ik aangegeven waarom ik graag werk van Geert de Bruijn om me heen heb. Een tijdje terug is het uitzicht vanaf de huiskamertafel vernieuwd met de komst van Asvamedha. 

Daar hoort een heel verhaal bij. Niet bij die komst: bij wat er te zien valt. Uiteraard gaat het om de moedergodin, Geerts muze. Op dit moment haalt hij de verhaallijn voornamelijk uit vertellingen uit het oude India. Geschiedenissen die hier onbekend zijn en tegelijkertijd de aantrekkingskracht van dit werk niet in de weg staan. Een aantal jaren terug stond ik met een jongedame in de Gentse St.-Baafskathedraal voor de ‘Aanbidding van het Lam Gods’. De heren Van Eijck hebben daarvoor uit de Bijbel en aanverwante bronnen geput, een achtergrond die aan mijn jeugdige gezelschap voorbij is gegaan. Ze kwam evenwel tot een interessante samenvatting van wat ze zag: 'Een uitklapbaar schilderij met veel mensen rond een jong schaap'. Lees maar na. De vraag is: verliest daarmee dat veelluik zijn aantrekkingskracht. Ben je gek. 

Uiteenlopende redenen maken een werk mooi. Zo vind ik de kracht die het paard op Asvamedha uitstraalt, het geheel tot een spannende ‘vertoning’ maken. Met voorbijgaan aan andere ‘grote’ zaken die binnen de kaders van dit drieluik (want dat is het) van waarde zijn, vraag ik nu even aandacht voor het huisje op palen. Het staat afgebeeld rechtsonder; via een ladder kun je het betreden. Misschien heel oneerbiedig - want kunst moet volgens de etiquette in gepaste bewoordingen tegemoet getreden worden - noem ik het een badmeestershokje. Dit soort installaties staat op stranden. En om de badjan bij warm weer niet te roosteren, kan deze (m/v) plaatsnemen in de schaduw van een huif.

En één van deze gepote hokjes roept bij mij warme gevoelens op. Het staat temidden van een serie versteende duinen langs het strand van El Médano, een plaatsje op het eiland Tenerife. 'El médano' betekent 'het duin' en het duurde even voor ik in die harde gefossiliseerde uitlopers  zowaar (rudimentaire) zandduinen begon te herkennen. Ze moeten (dus) groter zijn geweest en nog altijd proberen wind en zee aan de resten te knabbelen. Ik zag wat op de tweede foto staat voor het eerst met eigen ogen in het najaar van 2010, op weg langs het zuidwestelijk Kustpad. Sindsdien kom ik er graag terug. Bij die gelegenheden heb ik overigens nog nooit een badjan op de uitkijk zien staan in dat houten geval: op dat gefeelte van het strand lopen ze langs de vloedlijn.

'Kunst onthult én verbergt', een uitspraak die ook hier geldt.

zondag 1 januari 2017

Ziel

Deze tekst verscheen 1 januari 2017 als column 'Onder de Boschboom' in De Bossche Omroep'.

Zalig Nieuwjaar! Twaalf maanden vóór ons, vol met 'cultuurkansen' die onze stad zo van de straat kan plukken. Als er één goed lokaal voornemen mag zijn: haal het volle profijt uit 'De Kleine Winst'. Hou daar 'de echte ziel van het Jheronimus Boschjaar' vast. Echt ingewikkeld hoeft dat niet te zijn, het kleine huis is zó gevuld. Zonder daarbij zaken te herhalen die al elders binnen de wallen uitstekend gepresenteerd worden.

Mijn verlanglijstje begint - na binnenkomst - met een virtuele reis door 'De Tuin der Lusten'. In 2016 heb ik me in een kelder onder het stadhuis enkele keren zitten te vergapen aan en mijn nekt verrekt tijdens een wonderlijke tocht door dat drieluik. Een reis in het spoor van Niels Holgersson, bovenop een vette vis. In 3D. Mag voor mij zo een aantal panden naar links verhuizen. Hergebruik. Duurzaam.

Wat in het JB-huis zeker ook mag terugkeren, is de projectie die tijdens de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum op slimme wijze de link legde tussen de tekeningen van Bosch en diens schilderijen. Dit dynamische onderdeel bewijst bovendien alle eer aan de trefzekere 'penvaardigheid' van de kunstenaar. Mag in een eigen kamertje parterre. Een stiltehok waar praatgrage bezoekers-met-kennis-van-zaken hun storende mond moeten houden. Dit terzijde.

Volop gekletst moet worden in een ruimte op éénhoog waar in rap tempo digitale beelden van navolgers voorbij komen. De Madrileense expositie had een mooie entree met een prent van (naar aangenomen) Alaert du Hamel die ook in het derde compartiment de reeks mag openen. De kijkers moeten aangeven wat uit die werken ook bij Bosch voorkomt. Het liefst ook nog wáár. Om als tweede een schilderij van Pieter Bruegel de Oude voorgeschoteld te krijgen. Gevolgd door doeken van Guiseppe Arcimboldo, Joos van Craesbeeck, Felicien Rops, Salvador Dalí en Jan Fabre.

De Bossche messen - de zogenoemde 'belduques', een toentertijd vermaard exportproduct - die Bosch op verschillende plaatsen heeft verwerkt, snijden sinds kort echt hout, dankzij speurwerk van Lucas van Dijck. Met zijn ontraadseling begint het zaaltje dat ingaat op 'onderzoek'. Uiteraard met de nodige aandacht hier voor het Bosch Research and Conservation Project.

Op de zolder komt de erotiek aan bod. Ik denk dat één telefoontje naar Antwerpenaar Eric De Bruyn voldoende is om een dampend digitaal verhaal onder de hanenbalken te realiseren.

Uiteraard is de gemeente Den Bosch verantwoordelijk voor de organisatie van het JB-huis. Voortouwkandidaten hebben zich beslist al aangemeld. Op een onverwacht moment in maart valt gelukkig het besluit om de zeggenschap over de inhoud uit te besteden aan het Noordbrabants Museum. Een slimme strategische keuze. Veel kennis van zaken, internationaal netwerk, boven de lokale partijen, uitstekende staat van dienst, durf, regiobreed perspectief. Dat laatste niet alleen aan deze kant van de staatsgrens: in de tijd van Bosch liep Brabant tot voorbij Brussel.

'De echte ziel van het Jheronimus Boschjaar' krachtig kloppend houden in 'De Kleine Winst' krijgt slechts één startbewijs. Ik wens de stad veel sterkte en wijsheid om het in één keer meteen goed te doen.