Die had ik dan toch mooi
gemist. En dat terwijl ik ‘Asterix en de Britten’ letterlijk stukgelezen op de
plank heb staan. Daarin steken de Romeinen vanuit het Gallische Portus Itius
over naar Britannia. Eerst gaat Caesar in 55 voor Christus, waarna een kleine
eeuw later Claudius de klus in 43 na Christus klaart. Portus Itius - en de
discussie loopt nog - zou op een steenworp afstand van Bononia en Gesoriacum
gelegen hebben, respectievelijk het hoge en het lage deel van het huidige
Boulogne-sur-Mer. Niet ver van Calais dus, met de tunnel waar de Romeinse
ingenieurs nog net niet aan toe waren. Op deze plek zou het dus te doen geweest
zijn en ik probeer me de concentratie van activiteiten voor te stellen die hier
2.000 jaar geleden plaats vond, terwijl ik op zaterdag 20 mei het bordje lees
dat bij wat Romeinse kazernefundamenten staat in het voormalige Bononia. Nooit
eerder de relatie gelegd.
Nou was voor dat laatste
ook niet een fysieke aanleiding, want hoewel Frankrijk lang ons favoriete
vakantieland was, reden we hier toch wel gemakkelijk omheen. Niet helemaal
terecht, blijkt tijdens ons verblijf in het noordwestelijke Pas-de-Calais. Of
Nauw-van-Kales, zoals lieden met een Groot-Vlaams geheugen zeggen. Daar blijkt
Boulogne (of Bonen, dus) een lange historie te bezitten, geconcentreerd in met
name het ommuurde hogere deel.
We wandelen door een
machtige poort en vervolgen onze weg over de ‘remparts’ en kijken vanaf de
forse omwalling naar het modernere gedeelte beneden. Met name daar trokken in
de vorige eeuw twee oorlogen hun verwoestende sporen. Langs de monding van de
Liane ligt nu een naar bouwsmaken gemeten zeer gevarieerd geheel, waarboven het
oude centrum rustige schoonheid ligt uit te stralen.
Nou ja, rustig: ook op
deze hoogte blijkt bij herhaling flink gevochten te zijn. Een van die woelingen
leidde na de Franse Revolutie tot de verkoop van de basiliek van Onze Lieve
Vrouw van Boulogne. Na een periode als opslagplaats viel het gebouw in stukken
uiteen. De huidige kerk kwam tussen 1827 en 1857 tot stand. Heel de
geschiedenis vanaf de Romeinse tijd valt gelukkig nog terug te lezen in de
crypte - de grootste van Frankrijk - waarvan de restauratie onlangs plaats
vond. Het resultaat van die werkzaamheden is prachtig (klik) en in dat ondergrondse
‘museum’ brengen we lange tijd door, tot de keldertemperatuur ons aanzet om
weer de zon op te zoeken.
Vandaag vinden op de
rechteroever van de Liane, naast de vismarkt, de voorbereidingen plaats van een
vissoep. Zo’n vijftien mensen staan wortels te schillen, en twee anderen maken
bakken vol vis schoon. Volgens het recept vormen ook knolselderij, aardappels
en prei onderdeel van ‘la gainée’. Volgens een van de toeschouwers gaat het om
een traditioneel gerecht dat hij ook door zijn moeder voorgeschoteld kreeg.
Sinds 10 jaar maakt een ‘dassendragersvereniging’ er een massale maaltijd van. Er
is veel volk op de been om de werkzaamheden te bekijken. Er hangt een
ontspannen sfeer en we zouden morgen terug moeten komen om het resultaat te keuren.
Bij de ingang van het
feestterrein halen we onze fietsen op. Het eerste deel van de 20 kilometer
terug naar Camiers loopt langs de rivier. Met af en toe wat klimmen, rijden we
over het - grotendeels vrijliggende - fietspad naar ons hotel.