Ik ben er
een meester in geworden mezelf voor de gek te houden. Een voorbeeldje? In de
keuken heb ik zout en vet inmiddels in de ban gedaan. (Wie bij ons aanschuift,
krijgt automatisch de Jozo-strooier aangereikt.) Roken doe ik al een eeuwigheid
niet meer, terwijl vezelrijke gerechten dagelijkse kost zijn geworden. Flink
bewegen is vanzelfsprekend en op zonrijke dagen smeer ik minimaal factor 20 op
mijn gezicht. Ook kruip ik op tijd onder de wol. Nou, dan moet een ‘glaasje op
zijn tijd’ toch kunnen, zou ik zeggen. Of: ‘Ieder heeft recht op één zwakheid’.
Nog mooier: ‘Het zit in de familie’.
‘Je leeft
maar één keer’, hoor je mij niet zeggen. Zo’n kreet vind ik slap. ‘Niemand is
perfect’ staat daarnaast in het verdomboekje.
Alcohol is slecht. Ik weet het. Blijkt gewoon keihard
aangetoond. Sla de geschriften van Martijn Katan er maar op na.
Dan toch: mijn opa van vaderszijde rookte als een schoorsteen en
hij was niet bij de blauwe knoop. En hij is mooi wel 95 geworden. Kijk.
Waarom houden we toch zo vast aan een overtuiging terwijl we
weten dat we ernaast zitten. ‘Weten’ op basis van wetenschappelijk onderzoek
nog wel. Omdat we allemaal keien zijn in zelfmisleiding? Toen ik de helft
jonger was, en nog aan de spa rood zat, had ik een directeur die de
zelfmisleiding bij de menschheid doorzag. Wanneer iemand zijn of haar zwakheid
goedpraatte, zei ze: ‘Gun ieder een achterdeurtje’.
Elke dag openen we achterdeurtjes wanneer een op wetenschap
gefundeerde tegenargument niet in ons systeem past. Ons zicht op de waarheid is
als onze welwillende blik op een puzzel waarvan de afbeelding ons bevalt.
Aangereikte stukjes die daarin niet lijken te passen, gooien we weg. De ene
keer met veel misbaar, de andere keer met dooddoeners als ‘Dat vind jij!’, of
‘Da’s ook maar een theorie’.
Onderzoek wijst uit dat ‘fact-checkers’ gelijk hebben en het
niet krijgen. Ze bevestigen slechts de mening van de lieden die de feiten al
kenden. Een preek voor eigen parochie. Welke strategie werkt dan wel op mensen
die er zeker van zijn dat Trump de beste ‘president ooit’ is, dat vluchtelingen
‘onze’ baantjes inpikken, dat rode wijn gezond is?
Ook daarnaar wordt onderzoek gedaan. ‘Meebuigen’ met de persoon
waarmee je discussieert, lijkt een aardige aanpak. Meebuigen - zoals bij jiu
jitsu - tot het moment zich aandient om de ander met een geschikte greep op de
mat te krijgen. ‘De jiu jitsu-aanpak’ is als naam bedacht aan de universiteit
van Queensland, Australië.
Die methode ga ik eens uitproberen. Normaal gesproken wil ik
graag ‘met een gesterkt been’ bepaalde discussies ingaan. Meebuigen tot de
gevoelige plek en dan ‘huppekee’. Zo kun je tegen Amerikanen zeggen: ‘Gezellig,
dat barbecueën. Als jullie dat willen blijven doen, mag de klimaatverandering
serieus aandacht krijgen’.
Ik zat vier maanden terug bij de reumatologe. De foto’s en laboratoriumgegevens
kwamen op tafel en ze was heel positief over mijn al 20 jaar volgehouden aanpak.
Over de gevolgde keuken, het thermo-ondergoed, het opzoeken van de warmte en
het uit de weg gaan van koud water, de tijdsinvestering in wandelen en
hardlopen en nog zo wat. Medicijnen hoeven nog niet per se. ‘Een ding: de
eiwitwaarde. Wil je deze kwaliteit van bewegen blijven volhouden, zou ik niet
verder gaan dan één glas wijn per dag. Liever nog per week’.
Ik lag op de mat. Sinds die dag ben ik bijna het braafste
jongetje van de klas.
Als het waait, hoor ik de achterdeurtjes klepperen.