zaterdag 11 juli 2015

Met Jheronimus op weg (7); de grootste

Deze tekst verscheen op 12 juli als column in de Bossche Omroep. Onderstaande versie bevat vier doorklikmogelijkheden naar achtergrondinformatie.

We krijgen de grootste. De grootste Jeroen Bosch-tentoonstelling ooit. Met 20 schilderijen plus 19 tekeningen; da's dus bijna JB-compleet.

Had ik niet verwacht, dit aantal. Complimenten lijken op zijn plaats. Aangezien succes volgens het spreekwoord ‘vele vaders kent’, wordt het dringen bij het aangifteloket. Profeten zullen opstaan die prediken dat ze al vanaf de aanvang dit succes voorzien hebben. Die mededeling is dan een entree voor een vervolg als: ‘Om eerlijk te zijn: ik heb nog een belletje gepleegd naar een héél goede vriend …’. Jij mag dan raden welke geweldige bijdrage op de puntjes ingevuld kan worden. Mee-eters.

Mijn complimenten gaan allereerst naar Charles de Mooij. Hij is sinds 1 oktober 2007 directeur van het Noordbrabants Museum. Bij de start van het circus Jeroen Bosch zag je hem nog niet in de voorste gelederen. Althans niet wanneer het om pers en publiciteit ging.

Het was op 11 juli 2008 burgemeester Ton Rombouts die vanuit het Prado in Madrid via Omroep Brabant liet weten dat er een overzichtstentoonstelling zou komen in zowel de Spaanse hoofdstad als in Den Bosch (klik). Hij vermeldde erbij dat op dat moment al twee jaar aan het project JB500 gewerkt werd. Inmiddels zijn we dus zeven respectievelijk negen jaar verder.

Lange tijd werd de buitenwereld van de vorderingen rond de tentoonstelling op de hoogte gehouden door elkaar opvolgende woordvoerders. Ik heb er vijf geteld. Na een optreden van Ad ’s-Gravesande (intendant Stichting JB500) op 1 februari 2014 werd een periode van stilte afgekondigd (klik). Tot De Mooij dit zwijgen onlangs doorbrak.

Voorafgaande aan dat moratorium liet Ton Rombouts op 28 mei 2013 de pers weten dat de verantwoording voor het losweken van de werken voor de tentoonstelling bij het Noordbrabants Museum lag. Plus bij de Stichting JB500. Op dat moment dacht ik: ‘Kan deze combi (die toen deze cruciale klus strategisch, publiekelijk in de mik geschoven kreeg) de verwachtingen die anderen gewekt hebben, realiseren?’

Van de Stichting had ik niet zo’n hoge hoed op. Steeds gekrakeel over salarissen en prestaties. Bovendien kreeg ik het als buitenstaander steeds moeilijker om de vinger te krijgen achter wie wat aan het doen was. Dus als ik nu ‘chapeau’ zeg tegen De Mooij, weet ik dat ik voorbij ga aan de inspanning van anderen voor het binnenhalen van de 20+19. Dat zij zich niet gekwetst weten.

Niet echter wil ik aan de inspanning voorbijgaan van de zich immer bescheiden opstellende medewerkers aan het ‘Jeroen Bosch Research and Conservation Project’ (klik). Hun onderzoek zal onder de bezitters van de verspreide werken van Bosch ongetwijfeld respect afgedwongen hebben. En als je die (i.c. museumdirecteuren) mee krijgt, kan echt gepraat worden op een niveau waarop het ertoe doet (klik).

Met dit aantal kan Den Bosch afstevenen op een trekpleister in de periode 13 februari - 8 mei 2016. Weliswaar zonder de Tuin der Lusten; dat is dus zo'n beetje een ‘Rembrandt Compleet’ zonder de Nachtwacht. Op de komst van die Tuin is vanaf het begin ook terecht niet ingezet; daarom hoeft niemand teleurgesteld te zijn.



woensdag 8 juli 2015

Jeroen achterna (4); verlokkingen

Het is moeilijk voor de mens om te weerstaan aan de verlokkingen die op hem losgelaten worden. De schilder Jeroen Bosch maakte dit tot het hoofdthema van zijn werk. Het werd de strijd tussen de twee krachten waartussen in dit aardse bestaan gekozen moet worden: tussen het goede met een belofte op eeuwig geluk en het kwade met een gegarandeerd tandengeknars zonder eind.

Als kind vond ik de gedachte fascinerend dat iets eindeloos zou kunnen zijn. Weliswaar in het hiernamaals, wat de gedachte aan een verblijf in het helse vuur nog erger maakte. Met de eindigheid van het leven viel nog te leven, met het permanente van de bestraffing niet. Dan lijkt de keuze snel gemaakt.

Dat zoiets toch niet zo eenvoudig is, maken de afbeeldingen duidelijk waarin mannen en vrouwen die toch al aardig in de buurt van heiligheid komen, alles op alles moeten zetten om geen slachtoffer te worden van de ‘lagen die het kwade legt’. ‘De bekoring van de H. Antonius’ is een geliefd thema bij schilders door de eeuwen heen. Ook in het werk van Jeroen Bosch is deze scene vertegenwoordigd.

Salvador Dalí heeft zich door o.m. deze voorstelling van Bosch laten inspireren. En vóór hem een aantal anderen, waaronder de Vlaming Joos van Craesbeeck met zijn verzoeking van de H. Antonius uit 1650 en de Waal Felicien Rops met zijn Tentacion de Saint Antoine in 1878.

De interpretatie van Van Craesbeeck (nu in de Staatliche Kunsthalle, Karlsruhe) zit vol gruwel. Hij zal ook wel goed naar De Tuin der Lusten hebben gekeken. Dat werk van Bosch hing in 1650 als lang en breed in El Escorial. Er waren van deze triptiek prenten in omloop.

Ronduit choquerend voor zijn tijdgenoten was de 'verzoeking' van Felicien Rops. 'Blasfemisch' werd het gevonden. En nog altijd zijn de meningen over deze afbeelding, die zich in de Koninklijke Bibliotheek, Brussel bevindt) verdeeld.




zondag 5 juli 2015

Hitte(bestendig?) Dagboek (4); 'vieze ouwe man'

Anchor Tattoo Meaning and Designs (15)Dit is natuurlijk dé tijd voor de bezitters van tattoos en van spierballen. Een combinatie van beide versierselen komt regelmatig voor. Vanaf de eerste lauwe lentedag krimpt de kleding en mag ieder meegenieten van wat zich aan graffiti op de huid van passanten vertoont. Bij mannen die én betekend én gespierd zijn, komen de korte broek en het singlet uit de kast.

De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik zelf graag wat steviger in de schouderpartij gezeten zou hebben. Tot zover gaat mijn bewonderende waardering. Meestal is er te veel aan musculatuur in mijn ogen. Alaboneur. Bij tattoos ben ik minder coulant: ontsierend en volstrekt onnodig bij mannen en vrouwen. Onvoorstelbaar waarmee mensen zich laten aanvullen. Dat laatste woord is opzettelijk gekozen: wat dragers menen te missen aan eigenwaarde moet gecompenseerd worden door tattoos. Da's een stelling die ik enige tijd terug formuleerde. Lekker voor de discussie. Vaak loopt zo'n tweegesprek vast in de modder wanneer de ander zegt: 'Dat moet hij/zij toch zelf weten ...' Zo'n argument is moordend voor elke gedachtewisseling. Tussen twee haakjes: een stelling zoekt naar de waarheid. Hoeft als kreet niet de waarheid te bevatten.

Op zaterdagochtend lees ik aan de eettafel in de relatief koele keuken hoe Tonny van der Meulen en Youp zich ik hun respectievelijke wekelijkse column uitlaten over het Nationaal Hitte Plan. Zij schrijven de titel wel correct (want het is officieel Hitteplan) en wijzen op de absurditeit van dit document.

Naar mijn idee is dit NHP geboren vanuit dezelfde behoefte als het streven om langs de rivieren boezems aan te leggen voor wanneer het water extreem hoog komt te staan. Dan krijgt niemand natte voeten. Eens in de 110 jaar. Komt na een hoosbui het rioolwater door de wc-pot omhoog (zelf hier ooit meegemaakt en ik ben toen als contragewicht op het dichte deksel gaan zitten), dan krijgt de overheid de schuld. Om dat laatste te voorkomen, ontwikkelt die laatste steeds meer onwerkbare regelingen en wetten. Want alles moet te voorkomen zijn: zelfmoord, onaangepast gedrag, wateroverlast, smog, aardappelziekte, ganzenplaag. 

Hoogleraar P.H.A. Frissen heeft over die voorkomingsdrang een boek geschreven. Het heet 'De fatale staat'. Met als ondertitel 'Over de politiek noodzakelijke verzoening met de tragiek'. De flaptekst opent met de vraag: 'Waarom kunnen we maar niet aanvaarden dat de wereld fundamentele tekortkomingen kent?' In het internaat waar ik een aantal jaren als pensionair 'zat', zei juvenistenmeester Johannes lachend: 'Niks gaat maagd'. Niets is perfect, dus.

Op Facebook komt een plaatje over Griekenland voorbij. Ik moet er hartelijk om lachen. Hoewel … is dit een politiek correcte reactie? Sinds ik in een artikel van historicus Bastiaan Bommeljé las dat Griekenland al sinds de Tweede Wereldoorlog door allerlei landen en instanties overeind gehouden wordt, vraag ik me af aan wat en wie die geldstromen ten goede gekomen zijn, al die tijd. 

Ik fiets naar de Jumbo in Vught: 11.30 uur en 34ºC. In de super is het koud zat om flink de klèts te vatten. Met mijn aankopen vlucht ik de warmte in.

Op weg naar huis passeer ik de nodige fietsers. Waaronder natuurlijk weer een blootfietser. Niet hemaal naakt, alleen de bovenkant. Je kan er bekant gif op innemen dat het in de meeste gevallen om een man gaat van tussen de 65 en de 75 jaar. Ik vind het onsmakelijk en onopgevoed. Heb geen flauw idee waar juist in die (lees: 'mijn') leeftijdscategorie die manifesteerdrang vandaan komt. Wanneer mijn vrouw samen een fietstocht maken en we zo'n half ontklede senior tegenkomen, zegt ze in het voorbijgaan duidelijk verstaanbaar 'vieze oude man'. Ik roep dan niet 'dat moet hij toch weten'. Ordi, die ouwe blote basten.

De middag breng ik binnen door met wat gefrot aan de koude schotel voor vanavond en met lezen. Uiteindelijk lig ik wat te lamballen, waardoor ik overschakel op de mediterrane modus door mijn bed op te zoeken. Siësta. 

De picknick. Elk jaar gaan we een aantal keren vanuit huis picknicken. Van vrienden kregen we in het verleden een lichtgewicht coolbox die als een rugzak bevestigd mee kan. Gevuld met een inmiddels 'aangeklede' koude schotel gaat dat ding op mijn bagagedrager en rijden we op de fiets richting picknickplek.

Die kennen we er een aantal. Ze zijn mooi en rustig gelegen. Om vooral dat laatste zo te houden, vermeld ik ze niet. Onderweg komen we geen vieze oude mannen tegen. 

image.jpg wordt weergegevenOp een kleed bij een bank wordt d'n bik in slagorde gezet waarna we proosten. Rust, groen en aan de rand van de bomen een trits konijnen. Eenmaal thuis overvalt ons de hitte; dus weer 'alles tegen elkaar open'. Vorig jaar hebben we flink geïnvesteerd in de isolatie van de kiet. Zou dat ook van invloed zijn op het vasthouden van de zomerwarmte?

En dan is zondagmorgen 07.00 uur, 20ºC.. Ik sta in Rosmalen bij Paul voor de deur voor onze wekelijkse zondagse hardlooproute. Dit keer langs het Máximakanaal dat op loopafstand ligt. We rennen nu voor het 32ste jaar samen. De ene keer in Den Bosch de volgende in Rosmalen. Gevolgd door een ontbijt met worstenbrood.

Na afloop van 11,6 km - Paul is van de getallen - eten we in zijn tuin. Een mooie zondagochtend. Het kan waardevol zijn zelf tradities te creëren. 

zaterdag 4 juli 2015

Hitte(bestendig?) Dagboek (3): Kleine IJstijd

'Is het nou wel verstandig om dat zo te schrijven, dat van die drol in dat zwembad?', reageert iemand in een app na lezing van de voorgaande blog. 'Wie weet breng je iemand op een idee'.
Alsof ik ons pa hoor spreken. Die kon - als iemand wat weinig pedagogisch uit de hoek kwam - reageren met: 'Hier onderwijst men de school, hier leert men de kinderen kakken'. Wie mijn vader heeft gekend, weet dat deze woordkeus wat grofjes was, voor zijn doen. Feit is dat op vrijdag de eerste zwembadgeluiden ons al in de morgen tegemoet komen. We zitten dan na het ontbijt nog in de tuin terwijl de zon zich boven de schaduwwerpende Japanse kers uitwerkt. Tijd om naar binnen te gaan. In de vijver zitten de drie koele kikkers die daar huizen onverstoorbaar op hun vaste plek in de zon. 

Mobiele dompelbaden zijn trouwens op verschillende locaties in Den Bosch te vinden. En wie denkt dat zo'n exemplaar alleen voor kinderen is, heeft het mis. Als ik een paar uur later met een vriendin wil lunchen bij De Pure Keuken worden we naar de achterzijde gedirigeerd. Daar staan in de schaduw van brede boomkronen de nodige tafels en stoelen met uitzicht op een veld waarop tot zo'n 20 jaar geleden rekruten de stormbaan namen. Nu herbergt de Isabellakazerne andere gasten: bijna 100 bedrijfjes en meer dan 100 jongere bewoners. Twee van die tweede categorie, mogelijk een koppeltje, probeert een buitenbadje vol water te krijgen. De tuinslang reikt tot de rand van het veld. Het plastic bassin staat 20 meter verderop. Het meisje vult emmer na emmer en zeult elk exemplaar naar de natte hoek. Hij doet dan steeds braaf de kraan dicht. Want al raadt het Nationaal Hitte Plan een koele duik aan, verspilling is ook ongewenst. Dan veert de knaap op. Hij pakt een kliko en legt daarin de slang. Na twee ladingen is het bad vol.

Uiteraard is in deze tijd het begrip 'opwarming van de aarde' bijzonder populair. En die temperatuursverhoging komt door de mens: we brengen te veel broeigas of wat dan ook in de lucht. Inderdaad zijn we met z'n allen vervuilers.

De aanhangers van die visie 'we zijn zelf de schuld' hebben weinig oog voor een tweede benadering. Die komt van de groep waarin zich bijvoorbeeld archeologen en aardkundigen manifesteren. Die club ziet de opwarming in eerste instantie als een autonome ontwikkeling binnen - ruim gezegd - ons zonnestelsel. In periodes met veel zonnevlekken wordt het klimaat warmer. In de vroege middeleeuwen werd in het noorden van Engeland wijn verbouwd. Nu onvoorstelbaar. Na 1400 was er sprake van 'de Kleine IJstijd'. Het einde daarvan wordt de laatste tijd dus extra onderstreept.

Bewijs voor deze autonome benadering halen de voorstanders uit de bestudering van onder meer het eeuwige ijs op bergtoppen en polen. In die ijsmassa liggen heel wat gegevens opgeslagen over het klimaat in de afgelopen eeuwen. Tussen benadering één en nummer twee ligt een kloof. Hopelijk zal die overbrugbaar worden.

Na de schaduwrijke lunch is het inmiddels 16.00 uur en werk ik op de koelste plek van ons huis aan mijn column voor de Bossche Omroep. Ten tijde van een hittegolf in Nederland, schakel ik over op de mediterrane modus. Na de lunch in de schaduw. Binnen of buiten. Vandaag dus binnen om van daaruit - na wat geknutsel aan het eten voor morgen - om 19.00 uur te vertrekken naar een vriend. Die had onlangs een tia en na een ingreep in zijn rechter halsslagader is hij toe aan beweging. Dus fietsen we tegen acht uur richting het Kanaalpark Rosmalen. Over dit nieuwe stuk natuur aan beide zijden  van het Máximakanaal ben ik enthousiast. De plasjes aan de zijde van de Rosmalense Aa zijn wat gekrompen in de hitte. We gaan onderweg nog aan bij een andere kameraad die langs de route woont. Ook zonder BHP weet ik dat open vlaktes 's avonds verkoeling brengen.

Als ik rond 23.00 uur onze straat infiets, kom ik langs twee eindexamenfeesten. Bij de tweede staat naast de voordeur in wc-cabine opgesteld. Goed idee. Zeker omdat iets verderop de tijdelijk zweminrichting staat. Die is verlaten en een late duik door feestgangers lijkt me tot de mogelijkheden te behoren. Geheel volgens plan. Volgens het Nationaal Hitte Plan dat een regelmatig waterbad adviseert.

Thuis staat alles al tegen elkaar open. 'Een uurtje', zegt mijn vrouw. We praten de afgelopen dag bij waarna ik in de keuken wat verder werk aan de koude schotel waarvoor de eerder gekookte piepertjes tijdens mijn afwezigheid af zijn gekoeld. Ik herinner me dat een van onze eerste zomers in dit huis ik 's nachts op het plat ben gaan slapen. Het was toen ook heet en we moesten onze weg zien te vinden zonder NHP of andere kennisbronnen. Slapen onder de waslijnen, op een luchtbed. Campinggevoel. De volgende morgen werd ik bij het eerste licht al wakker en dan ook nog vol muggenbulten ook nog ook nog.


Om 00.30 zoek ik ons eigen bed op in een iets afgekoelde slaapkamer. Na een reeks  hazenslaapjes hoor ik bij het eerste vogelgefluit de feestgangers op de fiets naar huis gaan. 04.30 uur. Toch een verrijdbaar aircootje aanschaffen? Kunnen de ramen tenminste dicht. Bij deze verfrissende gedachte vertrek ik in een diepe slaap. Waaruit ik om 07.30 ontwaak: klaar voor de 'hete zaterdag' waarvan eerder het gerucht ging dat het wel 40C zou worden. Het blijkt licht bewolkt en pas 24ºC. Een bemoedigend begin.

vrijdag 3 juli 2015

Hitte(bestendig?) Dagboek (2): drol

Hoeveel hitte kan in een huis hangen? Als we donderdagavond om 23.30 uur dat van ons binnenstappen, wordt die vraag beantwoord. In de hal gaat het nog, want die ligt aan de noordkant. De huiskamer blijkt een sauna met 28°C. Dus gelijk wordt alles tegen elkaar opengezet. 

Het contrast met buiten is groot. Daar heeft een fikse bui voor verkoeling gezorgd. We zaten zo’n 15 minuten wandelen verderop buiten te eten en bleven uiteindelijk als de enige gasten over die niet naar binnen vluchtten. Dankzij het grote zonnescherm dat alle nattigheid opving. Ik deed zelfs een vestje aan dat ik na bestudering van Buienradar meegenomen had. Thuis ligt dat kledingstuk in no-time op een stoel.

Het was in alle opzichten lekker op dat terras. Toen ik eerder om 17.00 uur door de stad liep voor wat noodzakelijke dingen, kon je daar een kanon afschieten. Lege of bijna lege terrassen. Zelfs in de Korte Putstraat. Niks te doen: 'n dooi kiendje mee 'n lam hèndje', in de taal van mijn moeder. In een winkel uit een keten staan de vier verkoopsters met elkaar te praten bij de kassa: ik blijk de enige klant. Op de gesloten deur van een winkel hangt de tekst 'Wij zijn open, binnen airco'. Een collega gaat 'vanwege de hitte' al om 17.30 uur dicht. Donderdag: koopavond. Een zaak waarin chocolade het centrale product is, blijkt al gesloten. 'Door de warmte', volgens het briefke op de deur.

Zitten al die potentiële klanten thuis? Door het Nationaal Hitte Plan gedirigeerd naar een beschaduwde plek? Zelf heb ik zeker twee uur in onze redelijk koele keuken met Jo zitten kletsen. Hij kwam voor zijn deel van de frikadellenworstenbroodjes die ik eerder bij bakkerij 'De Meester' gehaald had. In de huiskamer was het te warm: 29,5°C. Voor en achter moesten bomen verdwijnen bij buren en bij ons. Heerlijk bij winter- en voorjaarszon; nu ligt het glas in de blèkkerende zon.
Overigens drinken Jo en ik onder het kletsen braaf de voorgeschreven liters vocht. IJsthee. Staat dat ook in het NHP of moet het water zijn?

Over water gesproken: in de straat staat sinds vanochtend op een stuk groen een flink buitenbadje. Opblaasbaar. Een initiatief van enkele bewoners om de kinderen koel te houden. De ouders zitten in de schaduw te loungen. Ook met gemeentepils? Tijdens de opbouw al heb ik gevraagd om de muziekboxen te temperen. Niet dat die op volle toeren stonden: alleen de bases dreunden zo hinderlijk door. Ben benieuwd of het toen verkregen resultaat zal blijven. Ergens moet ik nog een foto hebben net het teiltje bij ons thuis.

Een ander maakte zich op hetzelfde moment zorgen over de veiligheid. Wie houdt toezicht, hoe zit het met de hygiëne? Wat als 's nachts een jolige voorbijganger een duik neemt? Sinds een jaar of wat wonen in de Isabellakazerne achter het spoor zo'n 100 jonge mensen. Een deel ervan gebruikt onze straat als kortste verbinding tussen twee punten. Als ze tenminste de moeite willen nemen om hun fiets over de steile spoorpassage te slepen. Even het water in na sluitingsuur van de kroegen. Of een onverlaat verlicht de druk op zijn blaas over de badrand. Of deponeert er een drol in. Die hoeft niet noodzakelijkerwijs uit zijn of haar spruitstuk te komen. In de bosjes ligt vast wel iets van een hond. Niks viezer dan een eenzame drol in een zwembad.

Hoe dan ook, bij thuiskomst om 23.30 uur komt dus 'alles' tegen elkaar open te staan. 28C in de huiskamer is zelfs boven het toch al niet geringe temperatuursniveau in bejaardenhuizen. Dat hoeft nog even niet, dus. 

Terwijl de koelte zijn weg door de open schuifdeur zoekt, ga ik even op de bank zitten voor een rondje op het mobieleke. Nieuws uit Antwerpen over een plan voor een gezamenlijk artikel. Veel Nederlanders blijken te leven met kritiek op hun opvoeding. Mij hebben ze niet geïnterviewd. Ik zou ook weinig te meuten gehad hebben. Ik had prima ouders. Een aantal jaren leidde dat in een gesprek met één lotgenoot tot de gedachte om een praatgroep op te richten voor mensen met een gelukkige jeugd. In die periode moest je rondlopen met een onverwerkt probleem. En nu ben je een zonderling als je geen trekjes vertoont van narcisme, autisme, leesblindheid of agorafobie. Nou ja, ik heb dit jaar rode vlekken die komen en gaan. Een allergie. Toch eens kijken of daar een clubke voor is. Gek genoeg val ik tijdens deze filosofische overpeinzingen in slaap om rond 02.00 uur wakker te worden. Afijn, serre- en keukendeur dan maar dicht, lampen uit om op mijn tenen naar de echtelijke sponde te gaan.


Na 04.00 uur komt een aantal keren het vrolijke geluid van passerende jongelui op de fiets langs. Die gaan vast thuis naar het toilet.

donderdag 2 juli 2015

Hitte(bestendig?) Dagboek (1); de tere delen

André Aleman, hoogleraar neuropsychologie heeft een interessant boek geschreven. In elk geval interessant voor mijn leeftijdscategorie: 'Het seniorenbrein'. Daarin zet hij op een rij wat kan bijdragen aan het vertragen van de erosie in onze hersenpan. Slechts weinig activiteiten en middelen kunnen de toets van de wetenschapskritiek doorstaan. En van veel sudokuen ga je vooral beter sudokuen. Over drie zaken is hij enthousiaster: regelmatig bewegen, sociale contacten, jezelf voor pittige opdrachten stellen. 

Wat dat laatste betreft: bijvoorbeeld in je eentje een plan van

aanpak maken voor het opruimen van zwerfvuil in en rond de wijk. Dat staat niet in zijn boek hoor: ik denk daaraan als ik vandaag rond 06.15 uur bij de IJzeren Man kom. Ik heb er dan 30 min. hardlopen opzitten, vanaf thuis. Het eerste stuk lekker koel langs het Drommels (officieel Drongelens) Kanaal, dan door de bossen. Nu dan langs de plas waarin wat vroegzwemmers ronddabberen. Veel betonnen afvalbakken aan de boulevardkant zitten mudjevol. Er zijn ook plekken waar lege chipszakken, flessen en tetrapakken keurig in cirkelopstelling zijn achtergebleven. Hoe die lui zaten, kun je je zó voorstellen. Ze liepen van de boel weg 'as 'nnen boer van z'n stront', zoals mijn pa zei.

Bewegen dus, regelmatig, weer of geen weer. Volgens het Nationaal Hitte Plan leven we in gevaarlijke tijden. Via de media krijgen we ook bergen adviezen. 'Draag een zonnebril onder het autorijden', propageerde de ANWB laatst nog'. Dank u, ik zou er zelf niet opgekomen zijn. Hoe dan ook, ik ben nog goed bij mijn hersenen en ik beweeg. Als jonge vent werd ik voorafgaande aan een baan minutieus onderzocht door onze huisarts. 'Helemaal in orde Harry', zei hij. En om dit resultaat te relativeren: 'Garantie tot de deur'.

Bij de bewaakte overweg richting Groenewoud knippert net het rode licht: ik haal het ruimschoots. Vlak achter Mieke van het Groene Woud zijn ze al een poos bezig met de ontwikkeling van een nieuw landgoed. Het eerste wat ze deden was een aarden wal optrekken. Inmiddels is binnen de afgeschermde ruimte een knoeperd van een gebouw halverwege. Toch 's Googlen wat dat moet worden.

Ook zonder NHP was ik vroeg op stap gegaan. Zo lang ik me herinner, ben ik vanaf april vroeg. Als kind ging ik met een vriendje om 06.00 uur rolschaatsen. We hadden er al een halve dag opzitten, als de lagere school begon. Een tijd lang gingen we op dat uur naar de IJzeren Vrouw voor zwemles.

Het NHP schrijft mij voor dat ik veel water moet drinken. Een ander plan wil me in dit seizoen tussen 11.00 en 16.00 uur uit de zon houden. Dat doe ik, zeker vanaf het moment dat 14 jaar geleden voor het eerst een basaal celcarcinoom uit mijn been werd gesneden. Niet echt alarmerend, wel een aanwijzing. Bij mijn neus is een tweede ingreep dankzij transplantatie bijna onzichtbaar. Ik zat en lag vroeger ook ongeremd in de zon. Insmeren? Nooit van gehoord. Bovendien werden wij snel bruin. Hadden we van ons moeder. Van haar zeiden we: 'Die wordt al bruin als ze de was ophangt'.  

Op de terugweg hoor ik in de buurt van 't Misverstant doffe klappen. Twee jongelui staan langs het water in aangepaste kledij te trainen. Zij vangt met de binnenkant van haar blauwe bokshandschoenen zijn oefenstoten op: één-twee, één-twee. Doen ze dadelijk aan rolwisseling?

Bij de Isabellakazerne staat de auto van 'De Meesterbakker'. René Robben is al vanaf 06.00 uur aan de slag. Binnen is het beslist 'op temperatuur'. 'Witte gij wè 'nne kouwen bèkker is?', vroeg hij me laatst. Wist ik niet. 'Die's dôôd'.

Om 12.00 uur zal ik bij hem langsgaan. Op de fiets, met panamahoed op. Tegen de zon. Ik ga er heen ook voor het derde advies van Aleman: sociaal contact. We lullen wat af. En er wacht mij een opmerkelijke bestelling: 30 frikadelworstenbroodjes. Een 'limited edition'. 20 stuks voor Jo (en over hoe die lekkernijen bij hem moeten komen, zullen we nog appen) en 10 voor mij. Sinds de Schijf van Vijf weet iedereen dat frikadellen nou niet echt in de top-10 staan in de categorie 'mager en toch smakelijk'.
Een mens moet één zonde hebben. hitte- of andere plannen dan ook. 'Garantie tot aan de deur', citaat van mijn eerste huisarts die zomer en winter zonder overjas liep. De man is zeer oud geworden.

Thuis pel ik mij uit mijn lange loopbroek, een blauwe legging. Niet echt luchtig met dit weer. Wel praktisch volgens 'plan zoveel'. Tien jaar terug liep ik een tekenbeet op onder het plukken van peren. In een bio-boomgaard, nota bene. Kreeg het pas in de smiezen toen er al een rode kring op de huid stond. Met een dubbele portie antibiotica al gevolg. Sindsdien inspecteer ik mezelf na het geritsel in de bosjes.

Nu ook. En aangezien die beestje graag warm zitten, sla ik de zwembroekzone niet over. Een bezigheid die me vanmorgen aan de Bossche kermis doet denken. En aan een tent waarin een vuurspuwer optrad. Die liep rond in een rieten rokje en een bruine trui. Wat verder aan huid te zien was, hadden ze donker geschminkt. Na het spuwen zei de opperspreekstalmeester dat de inboorling nergens bang voor was. 'Ook nu het vuur gedoofd is, blijft zijn fakkel warm. Ondanks dat strijkt hij hem moedig over zijn borst, onder de oksels en langs de teerste delen des lichaams'. Als ik vervolgens een appeltje wil gaan eten (‘an apple a day … etc.) en de krant opensla, zie ik een kop over de gevaren van de tekenbeet.

Onderwijl zweet ik uit in de schaduwhoek van de tuin. Veel water drinken, denk aan het NHP! In gedachten hoor ik mijn moeder zeggen: 'Wèrrem, wėrrem? Ge kunt 'n ei veur m'n gat gaar koken'.