zondag 5 juli 2015

Hitte(bestendig?) Dagboek (4); 'vieze ouwe man'

Anchor Tattoo Meaning and Designs (15)Dit is natuurlijk dé tijd voor de bezitters van tattoos en van spierballen. Een combinatie van beide versierselen komt regelmatig voor. Vanaf de eerste lauwe lentedag krimpt de kleding en mag ieder meegenieten van wat zich aan graffiti op de huid van passanten vertoont. Bij mannen die én betekend én gespierd zijn, komen de korte broek en het singlet uit de kast.

De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik zelf graag wat steviger in de schouderpartij gezeten zou hebben. Tot zover gaat mijn bewonderende waardering. Meestal is er te veel aan musculatuur in mijn ogen. Alaboneur. Bij tattoos ben ik minder coulant: ontsierend en volstrekt onnodig bij mannen en vrouwen. Onvoorstelbaar waarmee mensen zich laten aanvullen. Dat laatste woord is opzettelijk gekozen: wat dragers menen te missen aan eigenwaarde moet gecompenseerd worden door tattoos. Da's een stelling die ik enige tijd terug formuleerde. Lekker voor de discussie. Vaak loopt zo'n tweegesprek vast in de modder wanneer de ander zegt: 'Dat moet hij/zij toch zelf weten ...' Zo'n argument is moordend voor elke gedachtewisseling. Tussen twee haakjes: een stelling zoekt naar de waarheid. Hoeft als kreet niet de waarheid te bevatten.

Op zaterdagochtend lees ik aan de eettafel in de relatief koele keuken hoe Tonny van der Meulen en Youp zich ik hun respectievelijke wekelijkse column uitlaten over het Nationaal Hitte Plan. Zij schrijven de titel wel correct (want het is officieel Hitteplan) en wijzen op de absurditeit van dit document.

Naar mijn idee is dit NHP geboren vanuit dezelfde behoefte als het streven om langs de rivieren boezems aan te leggen voor wanneer het water extreem hoog komt te staan. Dan krijgt niemand natte voeten. Eens in de 110 jaar. Komt na een hoosbui het rioolwater door de wc-pot omhoog (zelf hier ooit meegemaakt en ik ben toen als contragewicht op het dichte deksel gaan zitten), dan krijgt de overheid de schuld. Om dat laatste te voorkomen, ontwikkelt die laatste steeds meer onwerkbare regelingen en wetten. Want alles moet te voorkomen zijn: zelfmoord, onaangepast gedrag, wateroverlast, smog, aardappelziekte, ganzenplaag. 

Hoogleraar P.H.A. Frissen heeft over die voorkomingsdrang een boek geschreven. Het heet 'De fatale staat'. Met als ondertitel 'Over de politiek noodzakelijke verzoening met de tragiek'. De flaptekst opent met de vraag: 'Waarom kunnen we maar niet aanvaarden dat de wereld fundamentele tekortkomingen kent?' In het internaat waar ik een aantal jaren als pensionair 'zat', zei juvenistenmeester Johannes lachend: 'Niks gaat maagd'. Niets is perfect, dus.

Op Facebook komt een plaatje over Griekenland voorbij. Ik moet er hartelijk om lachen. Hoewel … is dit een politiek correcte reactie? Sinds ik in een artikel van historicus Bastiaan Bommeljé las dat Griekenland al sinds de Tweede Wereldoorlog door allerlei landen en instanties overeind gehouden wordt, vraag ik me af aan wat en wie die geldstromen ten goede gekomen zijn, al die tijd. 

Ik fiets naar de Jumbo in Vught: 11.30 uur en 34ºC. In de super is het koud zat om flink de klèts te vatten. Met mijn aankopen vlucht ik de warmte in.

Op weg naar huis passeer ik de nodige fietsers. Waaronder natuurlijk weer een blootfietser. Niet hemaal naakt, alleen de bovenkant. Je kan er bekant gif op innemen dat het in de meeste gevallen om een man gaat van tussen de 65 en de 75 jaar. Ik vind het onsmakelijk en onopgevoed. Heb geen flauw idee waar juist in die (lees: 'mijn') leeftijdscategorie die manifesteerdrang vandaan komt. Wanneer mijn vrouw samen een fietstocht maken en we zo'n half ontklede senior tegenkomen, zegt ze in het voorbijgaan duidelijk verstaanbaar 'vieze oude man'. Ik roep dan niet 'dat moet hij toch weten'. Ordi, die ouwe blote basten.

De middag breng ik binnen door met wat gefrot aan de koude schotel voor vanavond en met lezen. Uiteindelijk lig ik wat te lamballen, waardoor ik overschakel op de mediterrane modus door mijn bed op te zoeken. Siësta. 

De picknick. Elk jaar gaan we een aantal keren vanuit huis picknicken. Van vrienden kregen we in het verleden een lichtgewicht coolbox die als een rugzak bevestigd mee kan. Gevuld met een inmiddels 'aangeklede' koude schotel gaat dat ding op mijn bagagedrager en rijden we op de fiets richting picknickplek.

Die kennen we er een aantal. Ze zijn mooi en rustig gelegen. Om vooral dat laatste zo te houden, vermeld ik ze niet. Onderweg komen we geen vieze oude mannen tegen. 

image.jpg wordt weergegevenOp een kleed bij een bank wordt d'n bik in slagorde gezet waarna we proosten. Rust, groen en aan de rand van de bomen een trits konijnen. Eenmaal thuis overvalt ons de hitte; dus weer 'alles tegen elkaar open'. Vorig jaar hebben we flink geïnvesteerd in de isolatie van de kiet. Zou dat ook van invloed zijn op het vasthouden van de zomerwarmte?

En dan is zondagmorgen 07.00 uur, 20ºC.. Ik sta in Rosmalen bij Paul voor de deur voor onze wekelijkse zondagse hardlooproute. Dit keer langs het Máximakanaal dat op loopafstand ligt. We rennen nu voor het 32ste jaar samen. De ene keer in Den Bosch de volgende in Rosmalen. Gevolgd door een ontbijt met worstenbrood.

Na afloop van 11,6 km - Paul is van de getallen - eten we in zijn tuin. Een mooie zondagochtend. Het kan waardevol zijn zelf tradities te creëren. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten