zaterdag 11 juli 2015

Met Jheronimus op weg (7); de grootste

Deze tekst verscheen op 12 juli als column in de Bossche Omroep. Onderstaande versie bevat vier doorklikmogelijkheden naar achtergrondinformatie.

We krijgen de grootste. De grootste Jeroen Bosch-tentoonstelling ooit. Met 20 schilderijen plus 19 tekeningen; da's dus bijna JB-compleet.

Had ik niet verwacht, dit aantal. Complimenten lijken op zijn plaats. Aangezien succes volgens het spreekwoord ‘vele vaders kent’, wordt het dringen bij het aangifteloket. Profeten zullen opstaan die prediken dat ze al vanaf de aanvang dit succes voorzien hebben. Die mededeling is dan een entree voor een vervolg als: ‘Om eerlijk te zijn: ik heb nog een belletje gepleegd naar een héél goede vriend …’. Jij mag dan raden welke geweldige bijdrage op de puntjes ingevuld kan worden. Mee-eters.

Mijn complimenten gaan allereerst naar Charles de Mooij. Hij is sinds 1 oktober 2007 directeur van het Noordbrabants Museum. Bij de start van het circus Jeroen Bosch zag je hem nog niet in de voorste gelederen. Althans niet wanneer het om pers en publiciteit ging.

Het was op 11 juli 2008 burgemeester Ton Rombouts die vanuit het Prado in Madrid via Omroep Brabant liet weten dat er een overzichtstentoonstelling zou komen in zowel de Spaanse hoofdstad als in Den Bosch (klik). Hij vermeldde erbij dat op dat moment al twee jaar aan het project JB500 gewerkt werd. Inmiddels zijn we dus zeven respectievelijk negen jaar verder.

Lange tijd werd de buitenwereld van de vorderingen rond de tentoonstelling op de hoogte gehouden door elkaar opvolgende woordvoerders. Ik heb er vijf geteld. Na een optreden van Ad ’s-Gravesande (intendant Stichting JB500) op 1 februari 2014 werd een periode van stilte afgekondigd (klik). Tot De Mooij dit zwijgen onlangs doorbrak.

Voorafgaande aan dat moratorium liet Ton Rombouts op 28 mei 2013 de pers weten dat de verantwoording voor het losweken van de werken voor de tentoonstelling bij het Noordbrabants Museum lag. Plus bij de Stichting JB500. Op dat moment dacht ik: ‘Kan deze combi (die toen deze cruciale klus strategisch, publiekelijk in de mik geschoven kreeg) de verwachtingen die anderen gewekt hebben, realiseren?’

Van de Stichting had ik niet zo’n hoge hoed op. Steeds gekrakeel over salarissen en prestaties. Bovendien kreeg ik het als buitenstaander steeds moeilijker om de vinger te krijgen achter wie wat aan het doen was. Dus als ik nu ‘chapeau’ zeg tegen De Mooij, weet ik dat ik voorbij ga aan de inspanning van anderen voor het binnenhalen van de 20+19. Dat zij zich niet gekwetst weten.

Niet echter wil ik aan de inspanning voorbijgaan van de zich immer bescheiden opstellende medewerkers aan het ‘Jeroen Bosch Research and Conservation Project’ (klik). Hun onderzoek zal onder de bezitters van de verspreide werken van Bosch ongetwijfeld respect afgedwongen hebben. En als je die (i.c. museumdirecteuren) mee krijgt, kan echt gepraat worden op een niveau waarop het ertoe doet (klik).

Met dit aantal kan Den Bosch afstevenen op een trekpleister in de periode 13 februari - 8 mei 2016. Weliswaar zonder de Tuin der Lusten; dat is dus zo'n beetje een ‘Rembrandt Compleet’ zonder de Nachtwacht. Op de komst van die Tuin is vanaf het begin ook terecht niet ingezet; daarom hoeft niemand teleurgesteld te zijn.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten