donderdag 31 januari 2013

Luciferdoosje

Er is vannacht veel wier aangespoeld. De vloedlijn wordt gemarkeerd door een groen-bruine massa. Door de panoramaramen op driehoog zie ik hoe geel-blauwe mannen van de gemeente Granadilla de Abona, waartoe El Médano behoort, met rieken en tractor het aangeworpen spul verwijderen. De eerste zwemmers liggen al in zee. Het is 07.50 uur op 30 januari 2013; de zon verschuilt zich nog achter een verre, mistige band. Ik sta al klaar voor de ochtendrun langs het strand. Als om 08.10 uur de zon doorbreekt, loop ik naar de kleine boulevard.

Bij eb, en dat is het nu, heb ik een zee aan zand voor me als ik begin te rennen. Ik volg de luie bocht van de baai, tegen het decor van de lagere Montaña Bocinegro en haar grotere broer de Montaña Roja. Het is warmer dan alle ochtenden die ik de afgelopen weken op dit uur van de dag hier liep. In de verste verte geen wolkje, met aan mijn rechterhand El Teide, Spanjes hoogste berg. Zowat 60 km hier vandaan, 3.718 m hoog; alsof je d’r zo naar toe kan lopen.

Het rennen wil aanvankelijk niet erg vlotten. Dikke benen van gisteren. Toen sjouwde ik tot aan de bebouwing aan het eind van de Playa de la Tejita. In totaal nog geen tien kilometer, dus wat loop ik te meuten. Nou ja, het zand is op bepaalde gedeeltes zo zacht en zompig dat het eerder ploegen dan lopen is. Een goede oefening. Onderweg komt mij een vrouw in het blauw tegemoet. Ze zet er flink de vaart in. Als ik haar passeer, ruik ik de beugeltas van mijn oma Van den Broek: onjeklonje. Moeders moeder staat bekend als Kaatje, met de zondagse variant Leocadia. Ik moet dagelijks aan haar denken: een dan de strandjes hier heet Playa Leocadio Machado.

Zeker de eerste kilometers stop ik geregeld om foto’s te maken. Versteende zandduinen, ribbelig strand, lavaformaties, de vroege zon op het water. En steeds beide oude vulkanen die al meer dan twee weken mijn uitzicht bepalen. ‘Schoonheid is aardig’, zegt Xavier Radek in Arnon Grunbergs ‘De joodse Messias’. ‘Maar een mens heeft idealen nodig die verder gaan dan esthetiek’. Voorlopig ben ik volkomen tevreden met dit landschap.

Ik loop en geniet. ‘Genot heeft geen diepgang’, beweert dezelfde Radek. Gevolgd door: ‘Als je weer een ochtend hebt genoten, slaat rond twaalven de melancholie toe’. Mooi niet dus, want op dat moment lig ik volkomen overgegeven aan de slaap, uiterst tevreden te meuren op het lavazand tegenover mijn tijdelijke woning.

Na de lunch wandel ik naar de Playa de la Tejita. Mij goed bekend, hoewel ik er niet eerder gewoon op mijn luie kont lag. Vandaag dus wel: het mooiste strand van Tenerife. Niet druk bezocht, ook op deze woensdagmiddag, terwijl het nauwelijks waait en de thermometer 25ºC aangeeft. Paradijselijk.

Ik neem een duik in de Atlantische Oceaan. Mag dan de lucht flink zijn opgewarmd, de Atlantische Oceaan blijkt dat geenszins. Ik lees de temperatuur af, terwijl ik naar mijn handdoek loop: luciferdoosjeskoud.

 

dinsdag 29 januari 2013

La cocina (17); albóndigas rellenas

Vandaag wil ik gevulde gehaktballetjes op tafel zetten, ‘albóndigas rellenas’. Dit kleine gerecht at ik voor het eerst in Ronda. Toen we daar afgelopen juli weer waren, bleek het betreffende café-restaurant gesloten. ‘Voor vakantie’, stond op het bordje. Dat hing er volgens omwonenden al heel lang.

Blokjes gekookte ham bleken verstopt in de albóndigas die we daar besteld hadden. En in feite kan van alles als vulling dienen. Voor de variant van deze avond heb ik wat eieren hardgekookt.

De slagerij heet Rivher, een in mijn ogen opmerkelijke naam. Volgens het opschrift heeft de eigenaar behalve hier in El Médano ook een filiaal in San Isidro, aan de andere kant van de grote weg. Ik bestel een pond half-om-half. Het vlees wordt van ter plekke van flinke spierstukken afgesneden en gaat daarna door de gehaktmolen. Tijdens het afrekenen vraag ik de slager naar de herkomst van Rivher. ‘Hermanos Rivera?’, doe ik als gok. Er zijn wel meer broers die samen een winkel drijven. De man blijkt Cesar Rivera Hernandez te heten, waarmee de vraag beantwoord is.

Na wat uurtjes lezen op het strand loop ik ’s middags tegen 17.00 uur naar huis. In de minuut die dat kost, hoor ik dat mijn iPhone ‘nieuws’ meldt. Het is een boodschap van de jongedame die per sms vanuit de Hofstad laat weten dat ik door mijn verblijf op Tenerife wel mooi de sensatie mis: Beatrix zal haar aftreden om 19.00 uur bekend maken. Door het tijdsverschil is dat over een uur. De tv staat nog niet aan over het koninklijke voornemen loopt in een tekstband door het actualiteitenprogramma op Spanje 6.

‘Moet Alex nu echt voor de leeuwen?’ heb ik de jongedame al laten weten. Het heeft er alle schijn van. Grappig: net dit weekend bevat de zondagbijlage van El País een verhaal over de Spaanse troonpretendent. Felipe de Borbón is net zoals Willem-Alexander 45 jaar. Zij pa is precies zo oud als Beatrix. Deze overeenkomsten komen meteen aan bod in de opeenvolgende journaals.

Ondertussen maak ik het gehakt aan met een ei, zout, peper en beschuitkruim. Dat laatste verkrijg ik door op de hand vier stukjes geroosterd brood fijn te wrijven. Uiteraard kunnen ook andere ingrediënten toegevoegd worden: nootmuskaat, gesnipperde ui en knoflook, tijm. Ik houd het simpel en snijd vervolgens voor de vulling de eieren in acht partjes. Op de linkerhand sla ik wat gehakt plat tot een mini-hamburger die ik om het stukje ei vouw. Even rollen en op een bord leggen. Als de voorraad gereed is, bak ik de hele hap aan in de boter en om het vlees mals te houden, doe ik er een scheut ketchup bij. Tomatenpuree zou ook kunnen. Een aantal gesnipperde teentjes knoflook erbij, wat olijfolie en een op het laatst blus ik het af met wat heet water. Een minuut of acht onder de spatdeksel laten sudderen en dan opdienen. In dit geval met rauwe paprika, gebakken stukjes aardappel in de alioli en een glaasje bier.

Onder het eten hoor ik dat op 30 april de koningin met pensioen gaat. Heb we vanaf dat moment op die datum ‘koningsdag’?

maandag 28 januari 2013

Stroom

Tijdens twee voorgaande winters was Los Cristianos steeds voor een tijdje mijn verblijfplaats. Dit jaar ben ik naar El Médano afgereisd. Dat ligt 16 kilometer meer naar het noorden, is beslist winderiger én heeft naar het schijnt de meeste zonne-uren van Tenerife. Een aantrekkelijke plek. Zeker voor surfers en voor lieden zoals ik: lekker de bergen in, rennen langs het strand, Spaanse keuken. En vooral: warmte. Een weldaad voor het ‘knokement’; een belangrijke reden voor mijn verblijf hier. Overigens betekent het Spaanse ‘invernar’ zowel overwinteren als winterslaap houden.

Afgelopen twee weken heb ik niet veel gedaan. Kennelijk was een rustige aanloop gewenst. Vandaag 26 januari 2013 ging ik voluit. Met een uurtje joggen bij zonsopgang, later gevolgd door een klim naar de top van de Montaña Roja en een tocht over het kustpad naar Los Abrigos. Een genot om te doen op tegelijkertijd allemaal bekend terrein.

Nou blijkt dat laatste een relatief begrip. Eerder stond ik op die ‘Rode Berg’ en verwonderde ik me later op het indrukwekkende Playa de la Terejita over de aanwezigheid van een goed geconserveerd gebouwtje. Ooit neergezet als beginpunt van een telegraafkabel naar het toen nog Franse Senegal. Aan de voet van de Montaña, vlak voor het strand, was met tot vandaag nog niet eerder de aanwezigheid opgevallen van een oude tomatenkwekerij. Veel is er van die agrarische onderneming niet overgebleven. Toch lopen de resterende muurtjes achter het educatieve bord echt wel in het oog. Tot de jaren ’60 van de vorige eeuw werd hier geploeterd met menskracht en de inzet van dromedarissen. Het water moest van 25 kilometer verderop komen via de kunstmatige kanaaltjes die je hier overal aantreft.

Op weg naar Los Abrigos passeer ik twee moderne kwekerijen. De eindeloze rijen tomaten- en avocadoplanten bevinden zich in enorme ‘kassen’, overtrokken met poreus kunststoffen doek. Vanuit de lucht doet dit soort bouwwerken aan als enorme rechthoekige gecamoufleerde percelen. Computergestuurde toevoer van water en groeistof zorgt voor een op het oog arbeidsextensieve bedrijfsvoering. De dromedaris is al decennia met pensioen.

Om de zoveel honderd meter staat een bunker. Bijna steeds in goed geconseveerd. Een aantal blijkt bewoond. Ze dateren uit de Tweede Wereldoorlog en huisvestten volgens een volgend educatief bord soldaten die achter hun geschut de Atlantische Oceaan afspeurden: wie weet zouden de geallieerden hier wel landen. ‘Heden ten dage’, vertelt de weer- en windvaste tekst’, ‘behoren de bunkers tot het gewaardeerde cultureel erfgoed van Tenerife’.

Een kleine pauze aan het haventje van Los Abrigos. In de bar hangt een vierkante meter aan Engels tv-voetbal. Vanuit de keuken komt een lekker warm broodje.

Daarna loop ik flink door, want om 17.00 uur heb ik een afspraak met de huisbaas. Het appartement dat ik van hem huur, kreeg onlangs een nieuwe elektriciteitsmeter. Misschien is die wat zuinig afgesteld, luidt de veronderstelling. Hoe dan ook: al zes of zeven keer zat ik de afgelopen weken zonder stroom. De stoppenkast weet ik onderhand blindelings te vinden; het blijkt steeds de hoofdschakelaar die ik weer om moet zetten. Maandagmorgen komt er een monteur; ik hoor per sms nog op welk uur.

Voor de securiteit koop ik om 19.00 uur wat kaarsen bij de Chinese toko aan het markpleintje. Om de een of andere reden blijf ik het ‘zomaar in het donker komen te zitten’ ook een onvervreemdbaar onderdeel vinden van het gewaardeerde Spaanse cultureel erfgoed.

 

 

zaterdag 26 januari 2013

Margriet

Als ik in Spanje ben, koop ik elke dag de krant. Bij voorkeur El País.Zo zelden staat daarin nieuws uit Nederland, dat me deze week een foto met Jeroen Dijsselbloem bijna ontging. Onze minister van Financiën is dus gestart met zijn Europese klus. Waarover zou zijn eerste gesprek met zijn Spaanse confrère gaan?

Het kan Jeroen niet ontgaan, dat zijn collega in zwaar weer zit. Van Griekse toestanden is hier in Spanje nog geen sprake, hoewel ook in dit land de weg naar Zwitserse banken bekend blijkt. Bijvoorbeeld bij Luis Bárcenas, ex-kassier van de regerende PP, de Partido Popular. Die meneer blijkt zowaar 22 miljoen euro op buitenlandse rekeningen te hebben staan.

Sinds een week is dat hét onderwerp in de krant en op de tv. Van zijn toch niet misselijke partijstipendium kan hij dat niet overgehouden hebben, is al berekend. Heeft ie jarenlang de partijkas gelicht? Waren er geheime geldstromen? Wie zaten er nog meer in het complot? Was weet de huidige minister-president? Het hele verhaal leest als een detective.

Ik leer en passant allerlei woorden bij die bij de doorsnee cursus Spaans om onduidelijke redenen buiten de boot vallen. Interceder ante, een goed woordje doen bij; prevaricación, ambtsmisbruik; cohecho, omkoperij.

De foto van Jeroen D. staat in de krant van vandaag op een pagina van het eerste katern. Op de voorgaande bladzijden staan de nieuwste feiten over Bárcenas. Zo blijkt hij met vriendjes al decennia een van Argentiniës grootste citrusplantages te bezitten.

95% van de Spanjaarden blijkt volgens een actueel onderzoek de mening toegedaan dat corruptie gewoon is tot op het allerhoogste staatsniveau. De soap rond Bárcenas komt hard aan in een land waar de werkloosheid meer dan 25% bedraagt. De eerste opstootjes voor het partijbureau van de PP zijn al gemeld: mensen met spandoeken.

Waar Bárcenas woont, weet nu ook elke Spanjaard. Zijn huis in de prestigieuze Madrileense wijk Salamanca was gister tijdens het journaal ruim in beeld. De bewoner blijkt volgens de verslaggeefster-ter-plekke al sinds dagen niet meer gezien te zijn. Bárcenas: op de foto kijkt hij wat 'bars'. Nomen est omen?

Dijsselbloem: waar moet je net zo'n naam gaan wonen? In de Margrietstraat? Op zijn niveau misschien beter in het Prinses Margriethofje.

Dalijk ga ik weer een krantje kopen: wordt vervolgd.

donderdag 24 januari 2013

Donker

Thuis komt de zon op boven het Bossche Broek. Wil ik dat goed kunnen zien, dan moet ik naar buiten voor een onbelemmerd zicht vanaf de Vughterbrug. Zeker vijf minuten lopen. Hier kijk ik gewoon uit het raam. In pyjama ook nog ook nog.

In de dagen dat ik nu op dit Canarische eiland ben, heb ik er een gewoonte van gemaakt om zeker een half uur voor aanvang aanwezig te zijn. Om 07.00 uur wordt het al wat lichter en 60 minuten later komt de zon achter de horizon vandaan. Je moet er dan wel even bij blijven, want in een poep en een scheet hangt ze in volle glorie te schetteren.

Vandaag ben zit ik wel erg vroeg in de wacht. Het wordt vloed en het water van de Atlantische Oceaan zal het komende uur tot twintig meter van de kademuur bezit nemen van het zwarte strand. 300 meter naar links lees ik zevenhoog 'tel Médano'. 'Ho' staat om de hoek.

Viereneenhalf uur vliegen van het Bossche Broek hoor ik in gedachte mijn moeder zeggen: 'Ge bent toch wel veur d'n donkere thuis'. Ik denk het niet, ma, en zometeen wordt het licht. Voor de toestand van 'licht zijn', kent mijn dialect geen apart zelfstandig naamwoord. Voor het tegenovergestelde wel. Een mannelijk woord, wat af te leiden valt van d'n. Dat staat namelijk vóór mannelijke substantieven die met een klinker beginnen, een b, d, h of t. 'D'n donkere' ken ik alleen in combinatie met voorzetsels als voor en na.

Ik pak het woordenboek Nederlands-Spaans. 'Antes del anochecer', voor het vallen van de avond. Toevallig ook een mannelijk zelfstandig naamwoord.

06.28 uur en nog geen sprietje licht te zien. 'De madrugada', vóór zonsopgang. Ik pak een boek en wacht als in een gedicht van Paul van Ostaijen op de morgen: 'Dag zon'.

woensdag 16 januari 2013

Boos

De klok rond. Ik heb de klok rond geslapen. Nog net op tijd wakker om het buiten licht te zien worden. Tegenover mijn tijdelijke verblijf op de derde etage-met-uitzicht-op-zee komt om 08.00 uur de zon op. Of eigenlijk: floept ze binnen enkele seconden boven de horizon. Alsof ze uit een broodrooster springt.

De eerste zwemmers liggen in zee. Ze komen in badjas aangekuierd, nemen een duik, een douche en gaan weer naar huis. Over het strand ren ik richting Montaña Roja. Door zee en wind heeft het zand hier grillige formaties aangenomen. Versteende duinen vormen een - met een reusachtige kartelschaar uitgesneden - gebakspapieren rand. Vanuit mijn ooghoek zie ik rechts een opmerkelijke formatie. Het blijkt een jonge vrouw die als een kogelstootster in spagaat de dag begroet.

Stilgezet net voor ze de loden bal wegwerpt. De rechter elleboog op de knie en de linkerarm uitgestrekt richting hemel. Gespannen als een veer. Yoga?

De kustlijn in deze hoek van Tenerife is een afwisseling van zwart zand, donkere lavarotsen en versteend zand. Dat laatste valt gemakkelijk te onderscheiden door zijn lichtere kleur. Het is hard en tegelijkertijd zacht genoeg om er met een mes in te kerven. Hier en daar hebben mensen hun naam achtergelaten.

Bij de Montaña Bocinegro rond ik de houten wegwijzer die het pad naar deze afgeronde krater aangeeft en keer terug naar El Médano. Weer kom ik langs de kogelstootster die nu in lotushouding zit. Klaar om te hoppen? Ik vraag me af tot welk lichaamsgewicht dit opbeurende verschijnsel optreedt.

Terug bij de start ga ik opnieuw naar de Montaña Roja die achter de Bocinegro het landschap domineert. Lotus ligt nu in barensweeën. Ontspannen ren ik verder.

Naast het pad ligt een uitgestrekt veld met grillig gevormde krokante zandgebakjes. Sommige lijken op bloemen, andere op huisjes voor trollen. Ik loop een kilometer op de maan, om bij de wegwijzer weer 360º te draaien.

Richting finish ga ik voluit. De dame op de handdoek is klaar met haar ochtendritueel. Haar oversized lange oranje broek bevat in het oog lopende zonmotieven. Het bovenlichaam verdwijnt in een wirwar van sjaals. Ze wappert in de wind en tuurt nog even naar de oceaan. Ik schrik: ze kijkt verbeten of eerder boos. Niks onthechts kan ik aan haar gezicht ontdekken. Moet dat eigenlijk niet na al die verlichtende inspanning? Misschien is het haar wel in de rug geschoten, bedenk ik. Of kan ze gedachten lezen, bijvoorbeeld die van mij.

donderdag 3 januari 2013

Kul


Beste meneer of mevrouw Albert Heijn,

Mijn complimenten voor de chips van Excellent Ambachtelijke Zeezout. De lekkerste die ik in 2013 geproefd heb. Sterker nog: in mijn hele leven. Chapeau.

En aangezien dit - om in eetstijl te blijven - een sandwichopmerking wordt, volgt na de positieve start een zouteloos middenstuk. Een onappetijtelijk beleg, zeg maar. Welnu: de tekst op de voorzijde van de verpakking is de slechtste die ik geconsumeerd heb dit jaar. Of eigenlijk: zolang ik kan lezen. En daar was ik vroeg bij, dankzij Montessori!

Het gaat om het volgende bedenksel. 'AH Excellent Ambachtelijke Zeezout Chips. Deze dikke, handgeschepte chips van eersteklas boerenaardappelen, pure zonnebloemolie en gedroogd zeezout hebben een smakelijke krokante bite. Het leven is genieten.' Op achterzijde staat een toelichting.

Ik denk dat ik zonder inschakeling van tv-programma's als Radar, Keuringsdienst van Waarde of De Wilde Keuken van Wouter Klootwijk de kletskoek die hier verkocht wordt, kan aantonen.

We zijn gewend de in reclame voorgeschotelde waarheid met een korreltje zout tot ons te nemen. Het hoeft niet helemaal waar te zijn. Hoewel: gelogen is fout. Dom betekent de schandpaal. Uitspraken als 'de beste, meest innoverende, de eerste, de oorspronkelijkste', laten lezers gewoon passeren. Anders wordt het wanneer het om chips gaat die 'handgeschept' zijn. Dat is een procedé bij de vervaardiging van zéér bijzonder papier. Duur ook. Gebruikt door notarissen. Als ik die werkwijze vertaal naar de productie van chips, dan zijn uw schijfjes dus van aardappelmeel gemaakt, handmatig met roostertjes geschept uit het water waarin dit witte poeder drijft. Dat lijkt me onmogelijk voor die prijs. En bovendien niet in overeenstemming met 'dikke handgeschepte chips'. Volgt u me nog? Moet haast wel, want ik ben niet de eerste die u hierop attent maakt, volgens Google. Of bedoelt uw copywriter dat ze met een schepje aan de Groningse klei zijn ontworsteld? Door de teler himself daar het om 'boerenaardappelen' gaat.

Fijn dat uw aardappelen nog steeds door boeren verbouwd worden. En niet door bankwerkers. Of notarissen. Overigens denk ik dat het substantief 'boerenaardappel' semantisch op gelijke voet staat met 'boerenkoffie' en 'boerenwormkruid'. Niet geteeld door onze agrarische landgenoten, slechts door hen gebruikt. Dat kan ieder met zijn of haar boerenverstand bedenken. Zoniet uw tekstenbreiers.

In het betreffende gepunnik kan ik met enig gemak op elk taalkundig slakje zout leggen. Hoezo 'pure zonnebloemolie'? U zou het eens in uw hoofd moeten halen om er karwij- of lijnzaad doorheen te mengen. Of nog erger. Dat zou boerenbedrog zijn.

De limit - en daarbij past een roze schaamte van uw zijde - is de formulering 'gedroogd zeezout'. Dom- of onwetendheid in de hoogste graad. Zout uit water gewonnen, wordt pas zout als het - bij voorkeur onder een verzengende zon - tevoorschijn komt terwijl het water verdampt.  Het drogen is een, om het in een dode taal te formuleren, conditio sine qua non. Tenzij om  welke reden dan ook de aanwezigheid van pekel op de piepers vermeden moet worden. 'Gedroogd zeezout' is zoiets als 'gemalen meel', 'rundergehakt van de koe', 'nat zweet'. Dat laatste zal uw copywriters niet op het voorhoofd gestaan hebben, of onder de oksels, tijdens het bedenken van dit gewrocht. Vanachter de latte macchiato heeft Berend-Bob of Lize-Marie met veel dedain en weinig feitelijke kennis vooral gedacht: 'Ik zal de authenticiteit van dit product benadrukken'. En de ambachtelijkheid. U moest ze eens een tijdje piepers laten rooien in Oost-Groningen. Ambachtelijk. Of op zoutwin-stage sturen nabij Cádiz. Dat zal ze wel leren! 

De scribenten hebben zichzelf overtroffen. In quatsch. In het formuleren van kul. En dat u die chips gewoon machinaal laat maken met een productielijn van bijvoorbeeld een vermaard bedrijf uit Montfoort, zal mij worst wezen. Want, om de 'sandwich' te vervolmaken: uw Ambachtelijke Zeezout Chips zijn naar mijn idee de lekkerste chips ooit. Echt waar. Voldoende was het zinnetje geweest; 'Wat dikker gesneden, net iets langer gebakken, verrijkt met een snufje zeezout'.

PS
Op de achterzijde van de verpakking staat 'zorgvuldig geselecteerd uit drie aardappelrassen: lady rosetta, saturna en lady claire'. Ik heb van een boer begrepen dat het hier gaat om soorten die grootschalig verbouwd worden, speciaal voor de chipsverwerkende industrie. De Zeeuwse klei blijkt zich daar zeer goed voor te lenen. Daar kunnen de copywriters dus ook op stage.

Hoogachtend.

dinsdag 1 januari 2013

Buikpijn


Een lui ontwaken. Aan de ontbijttafel komt de kleinste naast me zitten: vorige week drie geworden. Onder de boterham met kaas wijst ze naar een schilderij links van mij.
'Harry, wie heeft dat gemaakt?'
'Da's Herman Brood'.
Zijn achternaam krijgt een bijzondere betekenis op dit moment van de dag. Snapt ze dat je kan heten naar wat je kunt eten? We peuzelen verder. Dadelijk gaan we naar Sea Life.

Haar zusje van viereneenhalf tegenover mij geeft de communicatie een nieuwe impuls.
'Wat doen die mensen?'
In mijn ogen iets wat met agressie geladen is. Zeker wanneer  ik naar de mannelijke helft kijk. De vrouw heeft hem bij de polsen vast alsof ze die kerel wil tegenhouden. Haar mond staat op ‘nee’. Ik houd mijn antwoord aan de neutrale kant.
'Hij zegt: Ik zal jou 's lekker kietelen'.
De jongste van de twee slaat direct toe en ik pareer haar aanval met een 'eerst je bord leegeten'. Wat ze braaf doet. Bij Sea Life gaan we naar de ‘visjes’ kijken.

Terwijl wij de laatste stukjes Zaans Vokoren naar binnen werken, staat de jongedame in de keuken spullen te verzamelen voor ons uitstapje. Haar twee logeetjes zal het aan niets ontbreken. Liga’s voor als de honger toeslaat, zelfgekozen drankjes, snoepgoed in miniverpakking. De temperatuur is niet slecht op de voorlaatste dag van 2012. Als ik door de panoramaramen richting zee kijk, is het duidelijk dat het hard moet waaien op Scheveningen. De dassen gaan dus ook mee.

We zijn bijna klaar met de ochtendmaaltijd. De oudste van de zusjes wijst nogmaals naar het werk van Brood.
‘Dat is geen kietelen. Ik denk dat die mevrouw buikpijn heeft’.
Waarna ze demonstreert wanneer een mond niet of wel blij staat.

Na een lang weekend met liedjes van K3 en Bert&Ernie, billen afvegen, pannenkoeken en cup cakes bakken, speeltuintje, boodschappen doen, dollen en natuurlijk Sea Life, google ik thuis op ‘de schilderijen van Herman Brood’. Het werk heet ‘Tough Bump’. Ja, van zoiets krijg je buikpijn.