Bij eb, en dat is het
nu, heb ik een zee aan zand voor me als ik begin te rennen. Ik volg de luie
bocht van de baai, tegen het decor van de lagere Montaña Bocinegro en haar
grotere broer de Montaña Roja. Het is warmer dan alle ochtenden die ik de
afgelopen weken op dit uur van de dag hier liep. In de verste verte geen
wolkje, met aan mijn rechterhand El Teide, Spanjes hoogste berg. Zowat 60 km
hier vandaan, 3.718 m hoog; alsof je d’r zo naar toe kan lopen.
Het rennen wil aanvankelijk
niet erg vlotten. Dikke benen van gisteren. Toen sjouwde ik tot aan de
bebouwing aan het eind van de Playa de la Tejita. In totaal nog geen tien
kilometer, dus wat loop ik te meuten. Nou ja, het zand is op bepaalde gedeeltes
zo zacht en zompig dat het eerder ploegen dan lopen is. Een goede oefening.
Onderweg komt mij een vrouw in het blauw tegemoet. Ze zet er flink de vaart in.
Als ik haar passeer, ruik ik de beugeltas van mijn oma Van den Broek:
onjeklonje. Moeders moeder staat bekend als Kaatje, met de zondagse variant Leocadia.
Ik moet dagelijks aan haar denken: een dan de strandjes hier heet Playa
Leocadio Machado.
Zeker de eerste
kilometers stop ik geregeld om foto’s te maken. Versteende zandduinen, ribbelig
strand, lavaformaties, de vroege zon op het water. En steeds beide oude
vulkanen die al meer dan twee weken mijn uitzicht bepalen. ‘Schoonheid is
aardig’, zegt Xavier Radek in Arnon Grunbergs ‘De joodse Messias’. ‘Maar een
mens heeft idealen nodig die verder gaan dan esthetiek’. Voorlopig ben ik
volkomen tevreden met dit landschap.
Ik loop en geniet. ‘Genot
heeft geen diepgang’, beweert dezelfde Radek. Gevolgd door: ‘Als je weer een
ochtend hebt genoten, slaat rond twaalven de melancholie toe’. Mooi niet dus,
want op dat moment lig ik volkomen overgegeven aan de slaap, uiterst tevreden
te meuren op het lavazand tegenover mijn tijdelijke woning.
Na de lunch wandel ik
naar de Playa de la Tejita. Mij goed bekend, hoewel ik er niet eerder gewoon op
mijn luie kont lag. Vandaag dus wel: het mooiste strand van Tenerife. Niet druk
bezocht, ook op deze woensdagmiddag, terwijl het nauwelijks waait en de
thermometer 25ºC aangeeft. Paradijselijk.
Ik neem een duik in de
Atlantische Oceaan. Mag dan de lucht flink zijn opgewarmd, de Atlantische
Oceaan blijkt dat geenszins. Ik lees de temperatuur af, terwijl ik naar mijn
handdoek loop: luciferdoosjeskoud.