dinsdag 31 juli 2018

Dwars door Spanje (7); Casa Negrete Carratraca (a)


Met de twee voorgaande bezoeken zit ons ‘huiswerk’ er op. De volgende afspraak is op 6 juli in Zuid-Frankrijk, dus hebben we vanaf nu zo’n twee weken de tijd om richting Pyreneeën te rijden. We willen nog wat langer hier in de omgeving blijven en bij navraag blijkt het niet mogelijk om wat extra dagen te boeken in hotel La Garganta in El Chorro. Vol. Dus schuiven we zaterdag 23 juli 2018 rond het middaguur een dal op. Dit doen we door te rijden naar Casa Negrete in Carratraca. Tijdens dit zeer bochtige ritje van 20 minuten passeren we ‘hoofdplaats’ Ardales en de afslag naar de Cueva de Ardales waar we gisteren waren. Alles bij elkaar is het niet meer dan een boogscheut de berg over. 

Tot voor kort is er lange tijd veel regen gevallen in Andalusië. Vanmorgen las ik dat Nederland op weg is naar een droogterecord voor juni; misschien is er in dit deel van Spanje tijdens het voorjaar een neerslagrecord gevestigd. Het hemelwater was gisteren kort onderwerp van gesprek tijdens het bezoek aan de grot: binnen had het extra gedrupt.
Een voordeel van deze nattigheid is dat we tot nu toe door een ‘groen’ en bloemenrijk land lopen en rijden. Nog niet eerder zagen we met name Andalusië zo kleurrijk. Het uitgedroogde beeld zal ongetwijfeld nog komen. De hitte van 30°C en meer heeft zijn eerste week er bijna opzitten.

We parkeren in Carratraca en lopen omhoog de Calle de Málaga in. Hier moet het huis zijn dat we eergisteren via internet voor het weekend huurden. Veel mensen zitten in de deur. Onderweg vragen we naar la Casa Negrete, waar we dus twee dagen zullen verblijven. Drie vrouwen, twee voor de deur en een vanuit de auto, overleggen. De oudste loopt verder met ons mee, en knijpt tijdens het praten in mijn schouder.

We moeten op nummer 26 zijn, een voormalige slagerij, die nu te koop staat. Ze belt op 14 en we maken kennis met een mevrouw die de sleutel heeft. We danken onze gids. Inmiddels weet de halve straat dat we er zijn.
‘Uiteraard’, verzekert de dame die voor ons het huis op 26 opent. ‘Het is een klein dorp en ieder kent elkaar’.

De slagerij is al een tijdje dicht; het dorp loopt langzaam leeg. ‘En dan ligt dit nog dicht bij de snelweg! We tellen 400 inwoners, waarvan de meeste oud zijn’, weet de sleutelhoudster.
‘Daar passen wij dan mooi bij’, merk ik op.
‘Ga toch weg’
‘Echt waar. 70 is toch ook oud’
‘Ik word binnenkort 70’, voegt mijn vrouw toe’.
De jonge vrouw lacht, knijpt in mijn arm en zegt dat wij nog niet tot die categorie behoren. Waarschijnlijk bedoelt ze tachtigers, want die hebben we aardig wat gezien tijdens onze loop omhoog.
‘En uw kinderen (ze heeft er twee)?’, vraag ik.
‘Die gaan ook weg als ze groot zijn’.

De woning van oude slagerij kan een omvangrijk gezin herbergen. We moeten oppassen dat we hier binnen niet verdwalen de komende dagen. Vanaf het hoog gelegen platje waar al na een uur onze was in de flinke wind wappert, hebben we een magnifiek zicht op de bovenkant van dit witte dorpje en de bergen van dit deel van Andalusië.

Ik doe terwijl dat mijn vrouw de was doet, boodschappen in Ardales; daarna kunnen we gaan lunchen.

Inmiddels heb ik binnen de muren goed bekeken: alle werken die we thuis van de kunstenaar Geert de Bruijn bezitten, zouden hier ruimschoots kunnen hangen en staan. Da’s een vast ritueel (‘Zou ik hier kunnen wonen?’) bij een plek die ik aardig vind. De vraag is of dit dorp zit te wachten op de komst van nog meer ‘ouderen’. 

maandag 30 juli 2018

Dwars door Spanje (6); Cueva de Ardales


Zo’n 40.000 j geleden kwam de Homo Sapiens vanuit Afrika naar Europa. De huidige bewoners van ‘ons’ werelddeel stammen daarvan af. Dat is, of liever ‘was’, de gangbare opvatting. Onderzoek dat februari jl. gepubliceerd werd, maakt duidelijk dat zeker al 20.000 jaar eerder sprake was van ‘cultuurdragende’ menselijke activiteit in Europa. Mensen lieten namelijk tekeningen achter in grotten, waarbij ze natuurlijke kleurstoffen gebruikten. Zo stom waren die lui niet: de Neanderthalers.

Een internationale ploeg van 14 wetenschappers deed het onderzoek dat tot deze bevindingen leidde. Daarvoor werden drie Spaanse grotten onder de loep genomen. Een daarvan bezochten we in de namiddag van 22 juni 2018: La Cueva Prehistórica de Ardales (of Cueva de Doña Trinidad). De Cueva werd door een herder ontdekt nadat een aardbeving in 1821 de toegang zichtbaar had gemaakt.

Ons bezoek hadden we op 23 februari jl. vanuit El Médano telefonisch vastgelegd, de dag waarop genoemd onderzoek in de pers kwam. We vormden 50% van de groep die naar binnen mocht. De andere helft bestond uit een echtpaar uit León dat ook al een geruime tijd geleden gereserveerd had. De grot bevindt zich in de gemeente Ardales, waarvan ook El Chorro onderdeel is: de plek waar we gisteren de sublieme Caminito del Rey (be)wandelden.

Om er zeker van te zijn dat vier maanden terug alles goed doorgekomen is, bel ik ‘s morgens nog even.. Jazeker, we staan op de lijst. Als we om 16.00 uur met de auto voor het historisch museum parkeren, gaan we vandaar zonder mankeren naar de grot.
En dat klopt. Het wordt een ritje van 20 minuten bergop, gevolgd door een bijna privé-rondleiding van twee uur. Waarbij we het kleurgebruik van de Neanderthalers te zien krijgen in eenvoudige afbeeldingen op de muren. Sommige zijn ‘uitgekrast’ in de stenen wanden.
We zien herten, handen, vrouwen en een vis. Bij één exemplaar zegt de gids: ‘Ik weet dat ie hier zit. Zelf zie ik ‘m niet’. Meteen voel ik de nodige sympathie voor de man: we blijken beiden kleurenblind voor de rood-groeisector.

Over rood gesproken: de huidige Europeaan heeft een aantal genen van de Neanderthaler. Één daarvan zou voor rood haar zorgen. Mijn opoe Pietje van den Berselaar-van de Burgt was - net als haar vader - rood. Het oudste kind van mijn ouders - ons eerste Harrieke - was rood. De familie telt (snel opgeteld) nog zeker vier rode neven en nichten.

De tekeningen van Ardales vormen met de exemplaren uit die twee andere grotten de oudst gedateerde van de wereld. Waarbij Ardales weer de oudste is. De tweede naam voor dit onderaardse gewelf verwijst naar Doña Trinidad Grund die in 1852 de grot kocht en openstelde voor publiek. Haar zomerhuis in het nabijgelegen Carratraca dat zij vanuit Malagá bezocht, zullen we later nog ontdekken.

We mogen in de grot geen foto’s maken. De entree is uiteraard geen probleem; dus pluk ik voor het in interieur een plaatje van het internet.

zondag 29 juli 2018

Dwars door Spanje (5); El Caminito del Rey


El Caminito del Rey, ´het wandelingetje van de koning´, is een bijzonder pad in de provincie Málaga. Versie 1.0 ontstond tussen 1901 en 1905 om mensen die zouden gaan werken aan de aanleg van een elektriciteitscentrale bij een stuwmeer in de Río Guadalhorce, door een bergachtig gebied te leiden. Tegen de wanden werden smalle galerijbalkons van stalen balken en platen cement ‘geschroefd’.

Op 1921 opende de Spaande koning Alphonso XIII de opwekkingscentrale waarbij hij rond stuwdam en installatie een wandelingetje maakte.

Het werkpad bleef bestaan en raakte in trek bij wandelaars. Toen er gaten in vielen, werd het in 1992 gesloten en gedeeltelijk afgebroken. Waaghalzen bleven zich aangetrokken voelen en er vielen doden. In 2006 besloot de regionale overheid van Andalusië tot versie 2.0. Er kwamen specialisten aan te pas die - vaak hangend en gezekerd aan de rotswanden - in 2014 letterlijk aan de slag gingen. De opening vond plaats in 2015.

Onze toegangskaart tot de Caminito laat ons op 21 juli 2018 om 15.30 uur in de bus stappen vóór ons hotel waar we twee uur eerder vanuit Manzanares aankwamen. 20 minuten later zijn we bij het beginpunt: een tunnel bij Álora, waarna een makkelijk bospad ons 40 minuten later tot de echte ingang brengt. Volgens de controleurs mogen max. 1500 personen per dag de tour maken. Wij krijgen witte helmen, want we wandelen zonder gids. Voor ons vertrekt een groep groenen die we al snel achter ons laten om het rijk alleen te hebben,

Dan volgen vijf spectaculaire kilometers, waarvan alleen het middenstuk (eenderde deel) over een bergpad gaat. Het merendeel bestaat uit balkons en bruggetjes (hoog) boven de rivier. Indrukwekkend. De route voert bij tijden langs loodrechte bergwanden waarboven op bepaalde plekken grote vogels zweven. Later zullen we lezen dat het hier om vale gieren gaat met een spanwijdte van zo´n 2,5 m. We kijken, fotograferen en filmen, blijven ons verbazen en weten dat we terecht dit hele eind zijn komen rijden om dit te mogen beleven. Om mijn vaste woord te gebruiken: magnifiek.

Het wandelaars worden goed in de gaten gehouden, Overal staan camera´s en regelmatig komen we ´wachten´ tegen. De veiligheidsmaatregelen zijn streng. Op de toegangsbiljetten staat een grote reeks ge- en verboden. Je mag nog geen papiertje achterlaten. Voor de eerste keer komen we het verbod tegen op het uitstrooien van as.

Twee uur later leveren we in El Chorro vlak voor ons hotel de helmen weer in.

Even later lopen we vanuit onze kamer lopen zo het zwembad in. Om 20.00 uur verdwijnt de zon achter de bergen. Wassen en omkleden. Diner op het terrasbalkon van het hotelrestaurant, met uitzicht op stuwmeer en een deel van de Caminito. Koffie en thee op ons ‘eigen terrasje’. Zalige temperatuur. Wat een verwennerij. 

vrijdag 27 juli 2018

Dwars door Spanje (4); Manzanares


Als we op woensdagavond 20 juni om 20.30 uur aan tafel gaan, zegt mijn vrouw: ‘Van den Bosch Erp’. En vanachter het geluidsisolerende glas zien we over de snelweg een tankwagen passeren, richting noorden.

We hebben er dan een kijk-&rustdag achter de rug in Manzanares. Die plaats ligt in de streek La Mancha, in Nederland vooral bekend als het land van Don Quichote en zijn dikbuikige knecht. De plaats is het van de Manchegokaas. Eerder deze week waren we in Pamplona, Soria (waar we over een nieuw pad van 1,75 miljoen wandelden) en gisterenmorgen in Burgos de Osma. 

Deze dag begonnen we dus in Manzanares met een bezoek aan het museum van de Manchegokaas. Bij opening om 12.00 uur blijken we de eerste bezoekers en tot sluiting om 14.00 uur blijft dat ook zo. Alle tijd dus voor een van de twee heren die de receptie bemannen om ons met een prima verhaal bij de ontvangst wegwijs te maken.

Het huidige stedelijke museum bevindt zich in een voormalige boerderij-kaasmakerij waar herders langs eeuwenoude veeroutes - cañadas - naar toe trokken. Nog steeds kun je langs veel Spaanse ineen een driehoeking verkeersbord aantreffen met daaronder het woord cañada.

Naast de kleine overzichtelijke expo over het ambacht, aangevuld met gerelateerde kunst, bestaat er een afdeling rond een hier beroemde auteur. De man heet Ignacio Sánchez Mejias. Hij moet een veelzijdig persoon geweest zijn, die ook faam verwierf als toreador. Hij raakte op 11 augustus 1934 om 17.00 uur tijdens het gevecht met een stier in de arena van Manzanares gewond en stierf enkele dagen later aan gangreen in Madrid.

Ook zijn vrienden voelen zich verweesd en de auteur Fredrico García Lorca schrijft een eligie onder de titel ‘A las cinco de la tarde’. Eerder deze ochtend werd het al gedeeltelijk gedeclameerd door de informant op het VVV-kantoor en de inleider bij het museum. De volledige tekst hangt op de bovenverdieping en in een aparte ruimte is de volledige voordracht te horen. De tekst maakt indruk en ik neem me ter plekke voor deze - op enig moment weliswaar - van buiten te gaan leren.

Bij de visite hoort ook een kaasproeverij. Omdat wij de enige deelnemers zullen zijn, wordt het - tegen de betaling van een euro - de kleine versie: drie smaken, een glas witte wijn, water en een mandje brood. En of we dan gelijk op de promofilm willen waarvoor een jonge filmploeg bezig is opnames te maken.

Dus wordt ons smikkelen door de camera gevolgd. (Inmiddels hebben beide jongemannen ons de link naar het resultaat doorgestuurd.) Grappig. Na afloop weten we vrij nauwkeurig het verschil aan te geven tussen Manchegokaas en kaas uit Manchego. Het gaat hier om een serieus onderwerp.

Het is 14.00 uur en het iets verderop gevestigde kledingmuseum Manuel Piña gaat (ook) dicht tot 17.00 uur. Dat wordt dan een andere keer. In feite gaat nu een groot deel van het land tot de namiddag op slot. Het is 33°C, tijd voor een rustige lunch en de siësta. Hiervoor gaan we na een bezoek aan Mercadona en Carrefour naar onze tijdelijke verblijfplaats.

Ook hier is dat een hostal. In dit geval een grote gelegenheid aan de snelweg. Prima, netjes, attente mensen en met een lekkere traditionele keuken.

Terwijl we aan ons avondmaal beginnen, voetbalt Spanje tijdens het WK tegen Iran en in de hal (lounge) zitten mensen enthousiast te kijken.

Morgen verder richting Ardales, provincie Málaga, voor de wandeling ‘Caminito del Rey’; de aanleiding tot deze reis.

Wordt vervolgd.


donderdag 26 juli 2018

Dwars door Spanje (3); Soria


Op maandagochtend 18 juni zetten we op tijd de rolkoffers in de auto, tanken Euro95 tegen de zeer concurrerende prijs van €1,20 de liter en gaan op weg naar Soria. Deze plaats ligt in het noordoosten van Castilla-La Mancha aan de Douro die daar in de buurt ontspringt. Het is niet zo ver rijden. We verlaten Navarra, komen een stukje door La Rioja en bereiken de regio waar we de komende dagen zullen verblijven.

In een El País van februari jl. bevatte de bijlage El Viajero een wandeling langs de Douro over een nieuw pad. Het traject langs de rivier leidt naar de oude Iberische vesting Numantia waarop de aanstormende Romeinen lang geen vat kregen. Bij de uiteindelijke verovering in 134 v. Chr. maakte een groot deel van de bevolking zelf een eind aan het leven. Wat overbleef, werd als slaaf afgevoerd. Het laatste verzet op het Iberisch Schiereiland was gebroken.

Het oude stadje van zo’n 40.000 inwoners doet druk aan tegen het middaguur. Te voet door het centrum van Soria vinden we een prima hostal waar we onze spullen parkeren, wandelkleding aantrekken en op weg gaan naar de rivier.

Bij het startpunt staat een groot bord dat het traject van zo’n acht kilometer beschrijft. De aanleg kostte €1,7 miljoen. Al snel wordt duidelijk dat daarvoor een groot aantal ‘kunstwerken’ werd aangelegd in de vorm van hangende, goed gezekerde en beveiligde wandelbalkons parallel aan het water. Aan de overzijde loopt een vergelijkbare voorziening die na een aantal kilometers oversteekt naar onze kant. Op dit punt ligt de oude stadsmuur die we enige tijd links hadden, inmiddels achter ons.

De rivier is hier nog ‘jong’ en het water oogt glashelder. Van enige hoogte bestuderen we een tijdje een school vissen die bij een stroomversnelling ligt te foerageren. Joekels van beesten. De vegetatie op de open stukken telt een groot aantal wilde bloemen. Een prachtig decor. 

Langzaam klimt het pad richting Garray. Op enig moment kleurt de heuvelrug blauw door de Massale aanwezigheid van plakken lavendel. Druk is het nauwelijks op het pad. Aan de overkant zwemmen wat jongelui.

Wat huizen kondigen Garray aan dat we via een brug binnenwandelen. Op dit punt mondt de Tera uit in de Douro. In de volle zon lopen we omhoog naar de heuvel met de resten van Numantia of Numancia, in de Spaanse versie. Die blijken achter een stevige omheining te liggen en ze bezitten een museale status. Kijk: dat stond niet in de enthousiaste beschrijving in El Viajero waarop we ons zonder verder gegoogel verlaten hebben. Musea zijn in Spanje gesloten op maandag. Dus.

In Garray drinken we onder de kerktoren-met-ooievaarsnest een caña con limón, de Spaanse versie van wat later Radler is gaan heten. Als je hier op dit tijd van de dag een kanon af zou schieten ... . Afijn, we horen de ooievaars klepperen, zien de zwaluwen scheren, ervaren de volle, lome stilte die ons omgeeft. Aan het raam van de bar neemt een man een kop koffie, praat wat met de dame die binnen bedient en waarna hij weer verdwijnt. Hier, in dit dorpje van zo´n 800 inwoners, kun dat boek schrijven, tot mooie gedachtes komen. Of in opperste verveling langzaam doorzichtig worden. Spanje is bezaaid met dit soort kerkpleintjes.

We lopen de 8,2 km terug, waarbij we in het zicht van Soria oversteken naar de linkeroever met zijn informatieborden over de bomen, planten en dieren die hier leven.

Het stadje komt net weer op gang als we het centrum bereiken. Tijd voor een late siësta in de ruime en vrolijke kamer van het hostal. ‘s Avonds doen de straten zeer levendig aan. De terrassen staan en zitten goed vol en in een van de vele bars bestellen we wijn plus een aantal peuzelgerechten ‘para compartir’, om samen te delen.

Morgen Manzanares.

dinsdag 24 juli 2018

Dwars door Spanje (2); Pamplona


Tijdens het ontbijt op zondag 17 juni blijkt dat het hotel behoorlijk veel overnachters telt. Zo te zien mensen op doorreis zoals wij, die ook dit adres op een saai industrieterrein hebben weten te vinden. Drie jongelui van een tennisvereniging uit Murcia die zaterdagavond met een taxi arriveerden, stappen in vol ornaat met ons op de bus richting Pamplona. In een buitenwijk verlaten ze het openbaar vervoer en lopen richting sporthal. Wij gaan verder richting centrum, waar we vanaf de halte in de buurt van de citadel richting VVV lopen. Het is nog vroeg en fris.

Pamplona, vanuit Les Landes zijn we er jaren terug - door de regen verjaagd uit Mimizan Plage - een keer doorheen gereden op zoek naar de zon in de buurt van Tarragona. ‘Iets met stieren en hardlopen’, zeiden we toen. Tijd om de kennis wat uit te breiden.

Zo, de eerste foto is gemaakt: het stadhuis, rechts van het VVV-kantoor waar een jongedame (en sinds wat jaren zijn ze nogal snel jongedame of -man) op een kaart wat te bewandelen interessante plekken aankruist. 

We beginnen aan de overkant: de kerk van San Saturnino of San Cernin de Pamplona. In de begintijd van het christendom ontstaan als burcht en na zoveel eeuwen van verbouwing heeft het ook wat kenmerken van een kerk. 

Binnen wordt de naamgever vereerd. Bij terugkeer in wat nu Frankrijk heet, werd deze missionaris door de heidenen voor straf aan de staart van een stier gebonden. Het furieuze beest begon te rennen en Saturnino stierf voor zijn geloof op 29 november 250. Deze martelmethode is nieuw voor ons.

Door een nog rustig centrum naar het Museo de Navarra, op de zondagen alleen ‘s ochtends open. De moeite waard. Weer buiten valt er wat regen. Meteen daarna herwint de zon terrein om ons de rest van de reis door Spanje overdag nauwelijks nog te verlaten.

Naast het museum ligt een gebouwtje waar sinds 1591 stieren worden losgelaten voor een dolle tocht heuvelafwaarts. Niemand hangt achter die bullen, ze proberen juist aan de voorkant uit de buurt van hun horens te blijven. Dat lukt niet altijd wat zijn sporen nalaat op de traditionele witte feestkledij. De feesten van San Fermín beginnen op 6 juli en duren t/m de 14de.

We volgen de weg over de imposante stadsmuren. Op een bolwerk vindt vast de viering van de a.s. dag van de yoga plaats. Sfeer jaren ‘70. Veel jonge gezinnen. Zo’n 60 mensen volgen synchroon de bewegingen van een instructeur. We besluiten tot een pauze op een terras aan de Rincón del Caballo Blanco.

Daarna weer verder. Via de stadspoort komen pelgrims op erg naar Santiago het centrum binnen. Er zijn veel gelegenheden om goedkoop te eten en te overnachten voor deze wandelaars.  Het uitzicht vanaf deze hoogte is bij elke bocht opnieuw mooi. 
Rond 15.00 uur verlaten we ter hoogte van het Parque de la Media Luna de muren en zoeken een eetgelegenheid. Bij de eerste de beste plek waar veel Spanjaarden zitten, gaan we naar binnen. Lekker.

Inmiddels is het aangenaam warm geworden. We slenteren verder en zien hoe tegenover de Catedral de Santa María la Real twee bedevaartgangers voor een hostal uit een taxi stappen. Wat verderop koesteren we ons wat in de zon op een bankje tegenover het voormalige Palacio Real, nu Archivo General. We zien hoe de Basílica de San Fermín de Aldapa gereflecteerd wordt in het glas van het moderne archiefgedeelte.

Terug naar de halte bij de citadel, gebouwd naar het model van de Antwerpse dwangburcht. Dat voorbeeld stond in de wijk aan de Schelde die nu ´Zuid´ heet.
De bus laat niet lang op zich wachten. Morgen Soria.


maandag 23 juli 2018

Dwars door Spanje (1); de aanloop


Op vrijdag 15 juni vertrokken we met de auto vanuit Den Bosch richting El Chorro, Spanje. In dat plaatsje, 48 km boven Málaga, zouden we de wandeling over de Caminito del Rey gaan maken; de toegangskaartjes hadden we al op 23 februari besteld.

Als je zo’n lange reis maakt, moet er onderweg toch meer te zien zijn. We kozen voor streken, plaatsen en dorpjes waar we nog niet eerder waren. Spanje is een lap van een land en ondanks onze frequente aanwezigheid daar, blijven er steeds weer nieuwe dingen te ontdekken. Zo ook nu. Ontdekken doe je ter plekke. Spontaan, ongepland, verwonderend. Daarvan wil ik in een aantal blogs verslag doen.

Toen we vrijdag 14 juli terugkwamen, hadden we 5.100 km op de teller staan. We sliepen tijdens die vier weken in 14 verschillende bedden; 11 daarvan stonden in Spanje, 3 in Frankrijk. We verbleven in hotels, hostals, huizen en huisjes. De meeste overnachtingsoorden legden we onderweg vast.

De eerste stop was in de buurt van Tours, Frankrijk. Eigenlijk wilden we de nacht doorbrengen in Le Mans, waar vooraf ‘alles in de verre omtrek’ bezet bleek vanwege een auto-evenement. Dus werd het een Budget B&B aan de rafelrand van de stad Tours, in de buurt van het vliegveld. Een prima restaurant om de hoek (‘la Boucherie’ vol blinkende tegels), prima plek om te pitten, en op zaterdag zó weer op snelweg richting Bordeaux en verder.

Eind van de middag - na een lang vlak stuk door Les Landes waar we ooit ‘s kilometers wandelden en fietsten - kwamen de Pyreneeën van Frans Baskenland in zicht. In de buurt van de zee zie je de bergen meer dan dat je er ‘klimt’. 

We rijden de grens over tussen Frankrijk en Spanje. Navarra - Nafarroa, staat er op het bord. Dit is het land der Basken, hoewel niet het Baskenland, País Vasco, dat ligt rechtsaf. Wij gaan linksaf, richting Pamplona. Het oude koninkrijk Navarra is een autonome  regio waarin onlangs rumoer ontstond vanwege plannen die de  huidige coalitie heeft voor het dominante gebruik van het Baskisch in onderwijs en bestuur. Volgens onderzoek zou in het bergachtige noorden het Baskisch algemeen gesproken worden, in het centrale gedeelte regelmatig en in het zuiden nauwelijks. Onder jongeren beleeft de taal een revolutie. 

Naarmate de mondialisering toeneemt, groeit de behoefte aan zaken die de eigen identiteit bepalen. Da’s een stelling. Vaak ook een aangenomen waarheid. Wedden dat er ook Baskische rappers zijn? Die moeten bestaan, want dit van oorsprong Amerikaanse fenomeen passeert elke landsgrens. Met gemak. Mondialisering; op de eigen vierkante kilometer, dat dan weer wel.

Eenmaal op de route richting Pamplona rijden we door een prachtig heuvelend landschap. Zuid-Frankrijk en Spanje hebben in tegenstelling tot Nederland een natte lente achter de rug. Het is er groen en het staat er vol wilde bloemen. De komende weken zal steeds weer opnieuw blijken hoe kleurrijk het kan zijn op dit schiereiland dat doorgaans dor aandoet tijdens een groot deel van het jaar.

In het zicht van Pamplona, slaan we af naar het plaatsje Noáin-Esquíroz. Het hotel staat op een industrieterrein. Ik ben benieuwd hoe onze achternaam dit keer overgekomen is; we blijken ‘verspaanst’. Deze variant is nieuw.

We ‘zitten’ op loopafstand van het centrum waar we ‘s avonds in een door Chinezen uitgebaat Spaans lawaaierig (o.a. drie tv´s met dezelfde WK-match) volkscafé pizza eten. Over mondialisering gesproken. Morgen met de bus naar Pamplona.