Op vrijdag 15 juni vertrokken we met de auto vanuit Den Bosch richting El Chorro, Spanje. In dat plaatsje, 48 km boven Málaga, zouden we de wandeling over de Caminito del Rey gaan maken; de toegangskaartjes hadden we al op 23 februari besteld.
Als je zo’n lange reis maakt, moet er onderweg toch meer te zien
zijn. We kozen voor streken, plaatsen en dorpjes waar we nog niet eerder waren.
Spanje is een lap van een land en ondanks onze frequente aanwezigheid daar,
blijven er steeds weer nieuwe dingen te ontdekken. Zo ook nu. Ontdekken doe je
ter plekke. Spontaan, ongepland, verwonderend. Daarvan wil ik in een aantal
blogs verslag doen.
Toen we vrijdag 14 juli terugkwamen, hadden we 5.100 km op de
teller staan. We sliepen tijdens die vier weken in 14 verschillende bedden; 11
daarvan stonden in Spanje, 3 in Frankrijk. We verbleven in hotels, hostals,
huizen en huisjes. De meeste overnachtingsoorden legden we onderweg vast.
De eerste stop was in de buurt van Tours, Frankrijk. Eigenlijk
wilden we de nacht doorbrengen in Le Mans, waar vooraf ‘alles in de verre
omtrek’ bezet bleek vanwege een auto-evenement. Dus werd het een Budget B&B
aan de rafelrand van de stad Tours, in de buurt van het vliegveld. Een prima
restaurant om de hoek (‘la Boucherie’ vol blinkende tegels), prima plek om te
pitten, en op zaterdag zó weer op snelweg richting Bordeaux en verder.
Eind van de middag - na een lang vlak stuk door Les Landes waar
we ooit ‘s kilometers wandelden en fietsten - kwamen de Pyreneeën van Frans
Baskenland in zicht. In de buurt van de zee zie je de bergen meer dan dat je er
‘klimt’.
We rijden de grens over tussen Frankrijk en Spanje. Navarra -
Nafarroa, staat er op het bord. Dit is het land der Basken, hoewel niet het
Baskenland, País Vasco, dat ligt rechtsaf. Wij gaan linksaf, richting Pamplona.
Het oude koninkrijk Navarra is een autonome regio waarin onlangs rumoer
ontstond vanwege plannen die de huidige coalitie heeft voor het dominante
gebruik van het Baskisch in onderwijs en bestuur. Volgens onderzoek zou in het
bergachtige noorden het Baskisch algemeen gesproken worden, in het centrale
gedeelte regelmatig en in het zuiden nauwelijks. Onder jongeren beleeft de taal
een revolutie.
Naarmate de mondialisering toeneemt, groeit de behoefte aan
zaken die de eigen identiteit bepalen. Da’s een stelling. Vaak ook een
aangenomen waarheid. Wedden dat er ook Baskische rappers zijn? Die moeten
bestaan, want dit van oorsprong Amerikaanse fenomeen passeert elke landsgrens.
Met gemak. Mondialisering; op de eigen vierkante kilometer, dat dan weer wel.
Eenmaal op de route richting Pamplona rijden we door een
prachtig heuvelend landschap. Zuid-Frankrijk en Spanje hebben in tegenstelling
tot Nederland een natte lente achter de rug. Het is er groen en het staat er
vol wilde bloemen. De komende weken zal steeds weer opnieuw blijken hoe
kleurrijk het kan zijn op dit schiereiland dat doorgaans dor aandoet tijdens
een groot deel van het jaar.
In het zicht van Pamplona, slaan we af naar het plaatsje
Noáin-Esquíroz. Het hotel staat op een industrieterrein. Ik ben benieuwd hoe
onze achternaam dit keer overgekomen is; we blijken ‘verspaanst’. Deze variant
is nieuw.
We
‘zitten’ op loopafstand van het centrum waar we ‘s avonds in een door Chinezen
uitgebaat Spaans lawaaierig (o.a. drie tv´s met dezelfde WK-match) volkscafé
pizza eten. Over mondialisering gesproken. Morgen met de bus naar Pamplona.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten