donderdag 2 juli 2015

Hitte(bestendig?) Dagboek (1); de tere delen

André Aleman, hoogleraar neuropsychologie heeft een interessant boek geschreven. In elk geval interessant voor mijn leeftijdscategorie: 'Het seniorenbrein'. Daarin zet hij op een rij wat kan bijdragen aan het vertragen van de erosie in onze hersenpan. Slechts weinig activiteiten en middelen kunnen de toets van de wetenschapskritiek doorstaan. En van veel sudokuen ga je vooral beter sudokuen. Over drie zaken is hij enthousiaster: regelmatig bewegen, sociale contacten, jezelf voor pittige opdrachten stellen. 

Wat dat laatste betreft: bijvoorbeeld in je eentje een plan van

aanpak maken voor het opruimen van zwerfvuil in en rond de wijk. Dat staat niet in zijn boek hoor: ik denk daaraan als ik vandaag rond 06.15 uur bij de IJzeren Man kom. Ik heb er dan 30 min. hardlopen opzitten, vanaf thuis. Het eerste stuk lekker koel langs het Drommels (officieel Drongelens) Kanaal, dan door de bossen. Nu dan langs de plas waarin wat vroegzwemmers ronddabberen. Veel betonnen afvalbakken aan de boulevardkant zitten mudjevol. Er zijn ook plekken waar lege chipszakken, flessen en tetrapakken keurig in cirkelopstelling zijn achtergebleven. Hoe die lui zaten, kun je je zó voorstellen. Ze liepen van de boel weg 'as 'nnen boer van z'n stront', zoals mijn pa zei.

Bewegen dus, regelmatig, weer of geen weer. Volgens het Nationaal Hitte Plan leven we in gevaarlijke tijden. Via de media krijgen we ook bergen adviezen. 'Draag een zonnebril onder het autorijden', propageerde de ANWB laatst nog'. Dank u, ik zou er zelf niet opgekomen zijn. Hoe dan ook, ik ben nog goed bij mijn hersenen en ik beweeg. Als jonge vent werd ik voorafgaande aan een baan minutieus onderzocht door onze huisarts. 'Helemaal in orde Harry', zei hij. En om dit resultaat te relativeren: 'Garantie tot de deur'.

Bij de bewaakte overweg richting Groenewoud knippert net het rode licht: ik haal het ruimschoots. Vlak achter Mieke van het Groene Woud zijn ze al een poos bezig met de ontwikkeling van een nieuw landgoed. Het eerste wat ze deden was een aarden wal optrekken. Inmiddels is binnen de afgeschermde ruimte een knoeperd van een gebouw halverwege. Toch 's Googlen wat dat moet worden.

Ook zonder NHP was ik vroeg op stap gegaan. Zo lang ik me herinner, ben ik vanaf april vroeg. Als kind ging ik met een vriendje om 06.00 uur rolschaatsen. We hadden er al een halve dag opzitten, als de lagere school begon. Een tijd lang gingen we op dat uur naar de IJzeren Vrouw voor zwemles.

Het NHP schrijft mij voor dat ik veel water moet drinken. Een ander plan wil me in dit seizoen tussen 11.00 en 16.00 uur uit de zon houden. Dat doe ik, zeker vanaf het moment dat 14 jaar geleden voor het eerst een basaal celcarcinoom uit mijn been werd gesneden. Niet echt alarmerend, wel een aanwijzing. Bij mijn neus is een tweede ingreep dankzij transplantatie bijna onzichtbaar. Ik zat en lag vroeger ook ongeremd in de zon. Insmeren? Nooit van gehoord. Bovendien werden wij snel bruin. Hadden we van ons moeder. Van haar zeiden we: 'Die wordt al bruin als ze de was ophangt'.  

Op de terugweg hoor ik in de buurt van 't Misverstant doffe klappen. Twee jongelui staan langs het water in aangepaste kledij te trainen. Zij vangt met de binnenkant van haar blauwe bokshandschoenen zijn oefenstoten op: één-twee, één-twee. Doen ze dadelijk aan rolwisseling?

Bij de Isabellakazerne staat de auto van 'De Meesterbakker'. René Robben is al vanaf 06.00 uur aan de slag. Binnen is het beslist 'op temperatuur'. 'Witte gij wè 'nne kouwen bèkker is?', vroeg hij me laatst. Wist ik niet. 'Die's dôôd'.

Om 12.00 uur zal ik bij hem langsgaan. Op de fiets, met panamahoed op. Tegen de zon. Ik ga er heen ook voor het derde advies van Aleman: sociaal contact. We lullen wat af. En er wacht mij een opmerkelijke bestelling: 30 frikadelworstenbroodjes. Een 'limited edition'. 20 stuks voor Jo (en over hoe die lekkernijen bij hem moeten komen, zullen we nog appen) en 10 voor mij. Sinds de Schijf van Vijf weet iedereen dat frikadellen nou niet echt in de top-10 staan in de categorie 'mager en toch smakelijk'.
Een mens moet één zonde hebben. hitte- of andere plannen dan ook. 'Garantie tot aan de deur', citaat van mijn eerste huisarts die zomer en winter zonder overjas liep. De man is zeer oud geworden.

Thuis pel ik mij uit mijn lange loopbroek, een blauwe legging. Niet echt luchtig met dit weer. Wel praktisch volgens 'plan zoveel'. Tien jaar terug liep ik een tekenbeet op onder het plukken van peren. In een bio-boomgaard, nota bene. Kreeg het pas in de smiezen toen er al een rode kring op de huid stond. Met een dubbele portie antibiotica al gevolg. Sindsdien inspecteer ik mezelf na het geritsel in de bosjes.

Nu ook. En aangezien die beestje graag warm zitten, sla ik de zwembroekzone niet over. Een bezigheid die me vanmorgen aan de Bossche kermis doet denken. En aan een tent waarin een vuurspuwer optrad. Die liep rond in een rieten rokje en een bruine trui. Wat verder aan huid te zien was, hadden ze donker geschminkt. Na het spuwen zei de opperspreekstalmeester dat de inboorling nergens bang voor was. 'Ook nu het vuur gedoofd is, blijft zijn fakkel warm. Ondanks dat strijkt hij hem moedig over zijn borst, onder de oksels en langs de teerste delen des lichaams'. Als ik vervolgens een appeltje wil gaan eten (‘an apple a day … etc.) en de krant opensla, zie ik een kop over de gevaren van de tekenbeet.

Onderwijl zweet ik uit in de schaduwhoek van de tuin. Veel water drinken, denk aan het NHP! In gedachten hoor ik mijn moeder zeggen: 'Wèrrem, wėrrem? Ge kunt 'n ei veur m'n gat gaar koken'. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten