donderdag 25 mei 2017

Asterix in Boulogne-sur-Mer

Die had ik dan toch mooi gemist. En dat terwijl ik ‘Asterix en de Britten’ letterlijk stukgelezen op de plank heb staan. Daarin steken de Romeinen vanuit het Gallische Portus Itius over naar Britannia. Eerst gaat Caesar in 55 voor Christus, waarna een kleine eeuw later Claudius de klus in 43 na Christus klaart. Portus Itius - en de discussie loopt nog - zou op een steenworp afstand van Bononia en Gesoriacum gelegen hebben, respectievelijk het hoge en het lage deel van het huidige Boulogne-sur-Mer. Niet ver van Calais dus, met de tunnel waar de Romeinse ingenieurs nog net niet aan toe waren. Op deze plek zou het dus te doen geweest zijn en ik probeer me de concentratie van activiteiten voor te stellen die hier 2.000 jaar geleden plaats vond, terwijl ik op zaterdag 20 mei het bordje lees dat bij wat Romeinse kazernefundamenten staat in het voormalige Bononia. Nooit eerder de relatie gelegd.

Nou was voor dat laatste ook niet een fysieke aanleiding, want hoewel Frankrijk lang ons favoriete vakantieland was, reden we hier toch wel gemakkelijk omheen. Niet helemaal terecht, blijkt tijdens ons verblijf in het noordwestelijke Pas-de-Calais. Of Nauw-van-Kales, zoals lieden met een Groot-Vlaams geheugen zeggen. Daar blijkt Boulogne (of Bonen, dus) een lange historie te bezitten, geconcentreerd in met name het ommuurde hogere deel.

We wandelen door een machtige poort en vervolgen onze weg over de ‘remparts’ en kijken vanaf de forse omwalling naar het modernere gedeelte beneden. Met name daar trokken in de vorige eeuw twee oorlogen hun verwoestende sporen. Langs de monding van de Liane ligt nu een naar bouwsmaken gemeten zeer gevarieerd geheel, waarboven het oude centrum rustige schoonheid ligt uit te stralen.

Nou ja, rustig: ook op deze hoogte blijkt bij herhaling flink gevochten te zijn. Een van die woelingen leidde na de Franse Revolutie tot de verkoop van de basiliek van Onze Lieve Vrouw van Boulogne. Na een periode als opslagplaats viel het gebouw in stukken uiteen. De huidige kerk kwam tussen 1827 en 1857 tot stand. Heel de geschiedenis vanaf de Romeinse tijd valt gelukkig nog terug te lezen in de crypte - de grootste van Frankrijk - waarvan de restauratie onlangs plaats vond. Het resultaat van die werkzaamheden is prachtig (klik) en in dat ondergrondse ‘museum’ brengen we lange tijd door, tot de keldertemperatuur ons aanzet om weer de zon op te zoeken.

Vandaag vinden op de rechteroever van de Liane, naast de vismarkt, de voorbereidingen plaats van een vissoep. Zo’n vijftien mensen staan wortels te schillen, en twee anderen maken bakken vol vis schoon. Volgens het recept vormen ook knolselderij, aardappels en prei onderdeel van ‘la gainée’. Volgens een van de toeschouwers gaat het om een traditioneel gerecht dat hij ook door zijn moeder voorgeschoteld kreeg. Sinds 10 jaar maakt een ‘dassendragersvereniging’ er een massale maaltijd van. Er is veel volk op de been om de werkzaamheden te bekijken. Er hangt een ontspannen sfeer en we zouden morgen terug moeten komen om het resultaat te keuren.

Bij de ingang van het feestterrein halen we onze fietsen op. Het eerste deel van de 20 kilometer terug naar Camiers loopt langs de rivier. Met af en toe wat klimmen, rijden we over het - grotendeels vrijliggende - fietspad naar ons hotel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten