Op de afgesproken dag is aan
zee is de temperatuur al aardig op weg in de richting van de voorspelde 36°C
als we bij het hoger gelegen en daarmee frissere Frontos uitstappen voor de
‘cata de vinos’. De medewerker die we eerder ontmoetten, maakt zijn ontbijt af
en neemt ons mee naar de verschillende ruimtes waarin het vinificatieproces
plaatsvindt. Daarbinnen heerst het hele jaar door een temperatuur 16ºC. Deels
doordat een part onderaards is, deels door de duurzame, energiebesparende
architectuur.
Dan komen in een typische
ton- en torenvormige omgeving waar de te proeven wijnen een voor een op tafel. Van
wit naar rood, elk met een eigen verhaal over de gang van druif naar drank. Een
‘lekker’ uurtje. Tegelijkertijd blijkt opnieuw hoe het oog voor detail van de
eigenaren ook bij dit onderdeel garant staat voor een goed verzorgd
‘uiterlijk’. Alles klopt: de presentatie door de medewerker, de aankleding, de
herhaling van het logo. Dat laatste blijkt een harkachtig werktuig te zijn uit
de tijd van de Guanches. Dit instrument van de oorspronkelijke bewoners van de
Canarische eilanden staat omgekeerd afgebeeld op flessen, dozen, ruiten etc.
De eerder ingeslagen
Blanco seco ecológico die in El Médano staat, is nog lang niet op. We besluiten de voorraad aan te
vullen met een dozijn flessen van de kruidig smakende rode Baboso negro. Vóór
gebruik gaat die thuis even de koelkast in: aanbevolen drinktemperatuur
16º-18ºC. Lekker. Tenerife blijft ook na zoveel bezoeken een verrassend eiland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten