Deze tekst verscheen 26 november als column in de rubriek 'Onder de Boschboom' in de Bossche Omroep.
Onlangs
bewoog tevreden Den Bosch zich een paar seconden onrustig in zijn comfortabele
oorfauteuil. Er stond wat vervelends zwart-op-wit: Tilburg zou Brabants
residentie voorbij lopen als aantrekkelijke verblijfsstad.
Inmiddels
heb ik de deskundige uit wiens mond de uitlating opgetekend werd, aan de tand
mogen voelen. En het valt wel mee met Den Bosch. De historische coulissen
vormen een trekker van de eerste orde. Beleving genoeg. Winkels en horeca zat,
gelardeerd met cultuur. Opgeteld blijft het wel een beetje aan de veilige kant:
de stad van ons moeder.
Da’s de
kern van de zaak: we blijven al decennia de stad van de vorige generatie. Wat
wil iemand die nu tussen de 20 en 30 is? Willen ‘jongeren’ opnieuw de stad van
hún mam?
De
vernieuwing en de prikkels die de millennials in Tilburg en Eindhoven vinden,
liggen hier niet voor het oprapen. Een opsteker was het besluit van onze
gemeente om voor een periode van 10 jaar – tot 2025 – de erfenis van Koudijs ‘aan
de stad te geven’. Om hiermee ‘een voorhoedefunctie te vervullen als
cultuurstad van Zuid-Nederland’. Wat tussen aanhalingstekens staat, komt uit
het betreffende bestemmingsplan.
Aan de
Dieze zou een creatieve broedplaats komen. Een ‘hotspot’. En dan ook nog in de
omgeving van Willem Twee en Verkadefabriek; het kon niet beter. Ondertussen wilde
de gemeente – sinds 2008 eigenaar van terrein en gebouwen van De Heus – op
andere plekken geld en energie steken in de traditionele gebiedsontwikkeling.
Vanwege de crisis moest De Tramkade in de wacht en mochten partijen leuke
dingen doen.
Nu lijken
die partijen dat niet eensgezind te verrichten, volgens een krantenkop. Hoe dan
ook, in mijn ogen worden die kwartiermakers gekluisterd door het eerder
geciteerd bestemmingsplan. Er is weinig speelruimte. Niet te veel herrie maken,
geen permanente bouwsels, nauwelijks overnachtingsmogelijkheden. Eventuele
detailhandel mag niet onder de duiven schieten van wat elders in de stad zit.
Bovendien is de horizon tot 2025. Ik prijs de durvers die er neerstrijken.
Hoe
anders is het gesteld een stukje zuidelijker aan de Zuid-Willemsvaart. In
dezelfde crisistijd is daar van de nood een deugd gemaakt en kwam in Veghel op
het oude CHV-terrein de Noordkade tot stand. Bestemmingsplan en tijdslimiet
zijn daar beslist anders. In weinige jaren hebben gemeente en lokale
investeerders die plek omgebouwd tot een ware ontmoetingsplaats. Je vindt er
onder meer veel cultuureducatie, een museum, bios, kunst, restaurants,
swingzalen, supermarkt, lekkere winkels. En sinds kort Theater De Blauwe Kei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten