Volgens het bord meet het strand van Bolonia 3.800 m. De zon is net boven de bergkam uit en in het tegenlicht schittert de nevel boven de branding. Een mooi gezicht. Buiten wat vissers met hengels en harpoengeweren, een enkele wandelaar en wat honden, is het nog geheel verlaten.
Ik ga in gemiddeld tempo in de richting van een groot duin aan de noordzijde. Daar liggen wat vissersbootjes op het strand. Kennelijk is er hier geen reden om de buitenboordmotoren ergens op te bergen.
De resten van het Romeinse Baelo Claudia reiken tot aan het strand. Het stadje zou als haven een tijdlang de functie gehad hebben die later Tanger kreeg. Die stad ligt aan de overkant van de Straat van Gibraltar. Het silhouet van het Noord-Afrikaanse Rifgebergte is te zien. Het was in Marokko dat ik in 1965 voor het eerst een Romeinse opgraving zag. De originele open riolering van halfronde dakpannen werkte nog op het traject tussen de bewakerswoning en de bezinkput.
Ik ren nu zuidwaarts en een snorkelaar komt aan land. Met zijn harpoengeweer heeft hij een dorado geschoten. Of heeft dat ook 'gevangen', zoals bij de hengelaars? Als ik mijn voetsporen voor de derde keer tegenkom, stop ik mijn geren langs de vloedlijn. Tijd voor het ontbijt op het terrasje vóór mijn kamer. Ik ploeg over het brede strandgedeelte naar de weg en zie dat de eerste verkopers van zelfgemaakte snuisterijen hun kraampjes aan het opzetten zijn. ‘Hippie Market’, staat er met viltstift op een bordje. Bijna een anachronisme?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten