zaterdag 19 april 2014

Boerenkont

Hier in de buurt kan een beetje banketbakker een boerenkont maken. Die lekkernij heeft nog het meest weg van een reusachtige gehalveerde chocoladebol, met aan de binnenkant een verzameling profiterollekes. Machtig en lekker.

Jaren terug had ik zo'n omvangrijke cholesterolbom besteld vanwege een verjaardag thuis. Op de feestdag zelve fietste ik van mijn werk met een kleine omweg door de stad naar huis om ‘meepesant’ die knoeperd op te halen. Een mij onbekend winkelmeisje vroeg waarmee ze me van dienst kon zijn. ‘Welnu’, begon ik met een lichte aarzeling, ‘Er ligt een bestelling voor me klaar’. Hiermee kreeg de jongedame-in-kwestie de mogelijkheid om te vragen ‘Op welke naam?’ In plaats daarvan koos ze voor: ‘Wat is het?’ Ik kon niet anders en zei, terwijl zich inmiddels achter mij enkele volgende klanten opstelden: ‘Een boerenkont’.

Er viel een diepe stilte. ‘Pardon’, zei de verkoopster? Ik voelde de ogen van de mensen achter me op me gericht. De stilte duurde voort tot vanuit de bakkerij de mevrouw bij wie ik besteld had, riep: ‘Het is goed Myrna, de boerenkont staat hier’, waarop de eigenaresse verscheen met het gevraagde product. Myrna had ogen op steeltjes.

Aan dit voorval sta ik te denken terwijl ik vrijdagmiddag 18 april op mijn beurt wacht bij de slager. De baas zelf staat met iemand over de bereiding van sukadelappen te praten, als zijn dochter mij vanachter de toonbank vragend aankijkt: ‘Zegt u het maar’. Waarop aan mijn kant eenzelfde aarzeling ontstaat als zoveel jaar terug. ‘Ik heb graag jodenhaasje’.

Het is Goede Vrijdag. Overal in het winkelcentrum staan kuikentjes en paashazen opgesteld. ‘Jodenhaasje?’ ‘Pap, hebben wij jodenhaasje?’ Dit keer dus geen ongemakkelijke stilte. Wel een verwonderd gezicht tegenover me. Waarop de slager - die bij mijn weten dit malse vlees regelmatig op voorraad heeft - me hartelijk begroet en zijn dochter naar de koelcel verwijst. Er moet nog een meer ervaren medewerkster bij komen en even later komt de dochter naar buiten met het gevraagde stuk rund.

De naam heeft alles te maken met de joodse spijswetten, die van de koe slechts de voorzijde koosjer achten Ik geloof niet dat dit woord op de lijst ‘ongemakkelijke woorden’ is komen te staan, zoals bijvoorbeeld negerzoen en jodenvet. Er bestaan ook twee synoniemen: diamant-  en schouderhaasje. Het is in mijn beleving geen betiteling die ik - sinds de komst van die lijst - ongegeneerd in een winkel uitspreek. Jodenkoek mag trouwens ook nog steeds. Word ik hypercorrect?

Jodenhaasje, een delicatesse. Net zoals de boerenkont.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten