vrijdag 9 september 2016

Puntjes

Deze tekst verscheen als column in de rubriek 'Onder de Boschboom' in de Bossche Omroep van het weekend 10 - 11 september.

Mijn oma van moeders kant woonde regelmatig bij ons in huis. Je kon haar verhalen onmogelijk missen: ze praatte graag en veel. En dan overal ook nog, ook nog. Zelfs als ik op het toilet zat, bleef ze vóór de gesloten deur gewoon doorratelen. Zeker twee van haar kleinkinderen doen dat ook: een van mijn zusjes en ikzelf. U bent gewaarschuwd.

Van oma weet ik dat wij een soldaat in de familie hebben die bij Waterloo vocht. Als kind nam ik aan dat hij in het leger van Napoleon diende, maar het tegendeel is waar. Hij hielp mee om die keizer te verslaan! De goede man is daardoor met zeven andere Bossche veteranen op een schilderij gekomen van de kunstenaar Petrus Marinus Slager. Op die afbeelding uit 1875 is Jacobus Henricus Lambooij, want over hem hebben we het, afgebeeld met zijn linkerwang gevlijd tegen het vaandel. Onder zijn kornuiten op dit werk moet zich Gerardus Jacobus Bechtold bevinden. Toen zijn nazaat Alexander Pechtold in 2014 Den Bosch bezocht, refereerde hij aan Slagers afbeelding met de woorden: ‘Een van die acht is mijn bet-bet-overgrootvader. Alleen weet ik niet welke. Wie het weet mag het zeggen’.

Jacobus Henricus Lambooij is mijn oma's opa. Als hij op 18 juni 1815 deelneemt aan de slag die de toekomst van Europa’s landkaart wezenlijk verandert, is hij 20. Het is moeilijk om de toenmalige jonge Jager van het bataljon Jagers. Nr. 18 terug te zien in die veteranenkop uit 1875, een jaar voor zijn dood. Als hij op 11 september 1876 sterft, is hij 12 jaar drager van 'Het zilveren Kruis met de Vijf Armen'. Maar hij kreeg dat dan nog bij leven.

Als ik 'm zo zie staan, dan denk ik dat zijn vrouw hem kwiek gehouden moet hebben. Een triviale grap natuurlijk, maar zij is wel 23 jaar jonger als ze - hoogzwanger - op 6 april 1839 met deze barbier én oud-strijder trouwt. Samen krijgen ze tien kinderen waarvan een aantal jong sterft. Catharina Loew of Löw komt uit Weiler-la-Tour, Luxemburg. Later leidt dit feit via de vertelkunst van oma Kaat van den Broek-Lambooij tot het verhaal van onze 'Franse komaf'. Het scheelt een paar kilometer.

Wanneer mijn oma het had over háár oma, zei ze: 'Dè schrefde as Loewie mee twee puntjes'. Waarom die aanwijzing, dacht ik als kind? Schreef je het dan anders dan de naam van haar zoon Louïs? Pas veel later snapte ik haar spellinguitleg van de naam Loew of Löw.

'Iedereen' in de familie kent dit verhaal. Aan het schilderij wijdde het Kringnieuws van juli 2003 een uitvoerig artikel: 
http://issuu.com/studiovanelten/docs/kringnieuws-juli-2003.
Een in mijn ogen belangrijke aanvulling hierop kwam - via twee nichtjes - 'postuum' van mijn peetoom Jan van den Broek: 
http://issuu.com/studiovanelten/docs/kringnieuws-januari-2004.

Op een aantal plekken heb ik een deel van oma's verhalen en die van ome Jan op papier vorm gegeven. Vertellers in je familie? Koester ze. Ze geven een toekomst aan jouw verleden. En daarmee wordt elke dag een persoonlijke ‘Monumentendag’.


(Ook over andere werken in Museum Slager: 'Zangstem', 8 september 2016)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten