donderdag 13 juni 2013

Lilliputter

In de tijd dat je nog zonder op je woorden te letten jodenvet en negerzoenen kon kopen bij de Katjang, kwam tegenover ons huis een gepensioneerde lilliputter wonen. Ik was een jaar of elf en vond dat deze kleine mens aan alle kenmerken voldeed die bij zijn verschijning pasten. Hij liep energiek, had de lachers op zijn hand en ging fluitend boodschappen doen.

Vlakbij zaten twee kruideniers: Van Hilst en De Gruyter. De afstand tot die laatste was het grootst en gemakshalve zette hij tijdens de weg terug de papieren zak met inkopen op zijn hoofd. Ik vond dat knap, zo'n 'buil van De Gruyter' laten balanceren op je schedel. Op die verheven plek droegen in de films op school vrouwen uit zwart Afrika een half huishouden mee: dagelijkse kost. En de man aan de overkant torste zonder zichtbare inspanning zijn grutterswaren: ook niks bijzonders.

'As ge 't mar uit oewe kop laot', zij mijn moeder toen ze me op een woensdagmiddag in de hal aantrof met op mijn hoofd een stapeltje handdoeken. Die dingen lagen erg stabiel en mannequins zouden thuis zo niet anders rondlopen voor de ontwikkeling van een rechte rug. De overbuurman had zijn vaardigheid ongetwijfeld in het circus opgedaan. Hij mocht met allerlei spullen op zijn test over straat en ik niet. Nou ja, een wollen muts in de winter.

Zoveel jaar later loop ik nog steeds regelmatig rond met wat handdoeken op mijn kop. Binnenshuis weliswaar en als het kan onbespied om commentaar te vermijden. Wie mij kent, weet dat ik wat gebogen door het leven ga. 'Lopt 's recht, daor komt 'nne kurassier aan', hoor ik ons moeder nog zeggen. Dit heeft niet geholpen, noch de houdingsgym op jonge leeftijd in een zaaltje aan de Keizerstraat. Wat wel wat wil helpen is - na het opstaan ‘s morgens - een goede stapeling van de ruggengraat. En dat lukt juist perfect met een handdoek op mijn schedeldak. Of liever nog twee. Als ik nou in een circus gewerkt zou hebben, kon ik zo ook over straat ook nog ook nog.

Het hier afgebeelde boekje van Coen Simon heb ik bekant uitgelezen. Het citaat uit pagina 47 schiet me deze week regelmatig door het hoofd: ‘In het leven zou niets tot stand komen als we ons niet zouden gedragen alsof het zo moest zijn’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten