Posts tonen met het label Santa Cruz de Tenerife. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Santa Cruz de Tenerife. Alle posts tonen

woensdag 17 november 2010

Schizofreen

Op 14 november stond in de zondagbijlage van El País een artikel over het openen van (massa)graven uit de Burgeroorlog. Die macabere activiteit vond voor het eerst plaats in 2000, als ’wetenschappelijk onderzoek’. Een niet-Spanjaard kan zich afvagen waarom dit zo lang op zich heeft laten wachten (zie ook ‘Antiklerikaal’). Van de 100.000 vermisten werden in tien jaar tijd op 231 plekken de resten van 5.277 personen opgegraven. Het blijkt vooral het werk van archeologen, forensisch artsen, familieleden en vrijwilligers.

Hun inzet krijgt sinds 31 oktober 2007 meer ruimte door de ‘Ley de la Memoria Histórica de España’, de Wet op de Historische Herinnering van Spanje. Slachtoffers en hun nabestaanden hebben zo weer het recht op de geschiedenis die ze decennia lang onthouden bleef. Niet iedereen zat en zit op die mogelijkheid te wachten, waaronder de oppositie - de PP (Partido Popular) - die de wet niet wenst(e) te steunen.

Spanje deed na afloop van Franco’s regime geen ‘zelfonderzoek’. In Chili, Argentinië en Zuid-Afrika waar dit wel gebeurde, droeg het bij aan het verwerkingsproces en aan het eerherstel van de slachtoffers en hun nabestaanden. Overigens hebben de ‘roden’ tijdens de broederstrijd ook slachtoffers gemaakt. Maar die ‘linkse bende’ (er is een stroming die dat woord gebruikt) werd als snel door de ‘rechtse bende’ overwonnen, waarna de nieuwe overheersers nog 36 jaren de mensenrechten konden blijven schenden.

Dinsdag 16 november was ik in Santa Cruz de Tenerife. Daar zag ik het Monument voor de Gevallenen. Iedereen weet dat dit alleen op de franquisten betrekking heeft. Hoewel Spanje al veel heeft opgeruimd van wat naar Franco riekt, staat dit ding er nog. Maar mijn reisgids blijkt aan herdruk toe, want de Ramblas del General Franco heet inmiddels al Ramblas de Santa Cruz.

Overheden doen niet echt actief mee aan de opgravingen. En topjurist Baltasar Garzón - in het buitenland gerespecteerd omdat hij Chili's voormalige president Pinochet voor het gerecht wist te dagen - moet in eigen land als een schooljongen met de pet in de hand toestemming zien te krijgen om alsnog onderzoek te doen naar het ‘franquismo’. Naar gevallen van ‘kinderroof’, bijvoorbeeld.

Een schizofreen land, nou ja, op dit gebied dan. Met dagelijks in de openbare discussie die ene onvergelijkbare scène uit Fawlty Towers: ‘Never mention the war’.

dinsdag 16 november 2010

Muurtje

Santa Cruz de Tenerife moet de laatste eeuw harder gegroeid zijn. In elk geval sneller dan de monumentenzorgers konden bijbenen. Niet dat de stad nou zo oud is en bovendien zitten of staan de meeste interessante dingen toch om de hoek in San Cristóbal de La Laguna. Maar wat nog aan vroeger mag herinneren, doet dat op deze dinsdagochtend naar mijn ervaring op charmante wijze.

Neem nou het ‘Museo Municipal de las Bellas Artes’. Een beetje weggestopt aan de Calle José Murphy (spreek uit: Moerfie), maar je mag het wél voor nop bezoeken. De kleine vaste collectie bestaat deels uit bruiklenen van grote broer het Prado. Bij zowat alle exponaten is een relatie te leggen met Tenerife of een ander Canarisch Eiland. Hét werk waarvoor ik hier binnen sta, is van Pieter Coecke van Aelst. Het bevat scènes uit de vroegste jeugd van Jezus. Het werd eeuwen terug als triptiek geïmporteerd door een ‘Maestre de campo’ (vechtersbaas op niveau) uit La Laguna, waarna het in stukken binnen de familie verdeeld raakte. Nu staat het geheel weer in zijn oude glorie ten toon. Ik vind het grandioos en sta dan ook lang te kijken.

Tijdens mijn bezoek aan de drie ruimtes, houden twee vrouwelijke zaalwachters mij goed in de smiezen. Lange tijd ben ik de enige bezoeker en die krijgt glimlachend de onverdeelde aandacht van beide dames. Ik voel me bijna gevleid.

Een paar pleintjes verder (met volle terrasjes), plus avenidas (met nog meer terrasjes vol Spanjolen aan de koffie), bevindt zich het Monument voor de Gevallenen. Een monstrum uit de tijd van Franco. Het staat aan de rand van een schaalvormige vijver met de doorsnee van een voetbalveld. Dat ding staat kennelijk al zo lang droog, dat iedereen er doorheen loopt. Als ook ik aan de andere kant gekomen ben, wijst een man me op de ingang van een ondergronds ‘Centro de Interpretación’. Weer een zaalwacht, zo blijkt, en ook een en al glimlach. Zou hij door zijn vrouwelijke collega’s gebeld zijn? Beleefd nodigt hij me uit hem te volgen.

Onder de lege vijver is een soortement ‘bastionder’. Daar leer ik dat Santa Cruz in de 16e eeuw ontstaan uit een vestiging die Spanjes ‘rechten’ op het eiland hielp verdedigen tegen vooral de Fransen en Engelsen. Er is zowaar nog een overblijfsel aanwezig van dat oude ‘Castillo de San Cristóbal’! Niet meer dan twaalf meter, maar wel prachtig aangelicht archeologisch erfgoed.

Eigenlijk is het niet meer dan een fragment, maar ik voel me aangenaam verrast door de manier waarop bij dit muurtje-van-niks in een aantal doorgangen en zaaltjes het complete verhaal van Santa Cruz ‘multimediaal’ verteld wordt. En het kanon dat in 1797 de aanval van Horatio Nelson tegenhield, staat daarbij vol trots te glimmen. Niet dat dit wapen uiteindelijk veel indruk gemaakt heeft, want de Britten zijn hier al jaren niet meer weg te slaan.

Bij het weggaan bedank ik de zaalwacht dankbaar voor zijn uitnodiging. Hij is weer een en al glimlach. Met al die terrassende landgenoten is misschien wel elke bezoeker er een om te koesteren, vul ik maar in. Ik heb in elk geval een leuke ochtend. En dit ‘museonder’ stond nog niet in mijn reisgids. Op die manier zit het leven vol verrassingen.