woensdag 22 september 2010

Put

De Bossche Markt kende rond de tweede helft van de 15e eeuw een waterput. Tegen betaling verstrekte de stad er water. In 1632 volgde een pomp. Halfweg de 19e eeuw deed de waterleiding zijn intrede en het centrale watertappunt raakte langzamerhand overbodig. Om de herinnering aan het oude straatmeubilair vast te houden, liet de gemeente in 1979 een soortement puthuis bouwen. Dat ding verdween tijdens de recentelijke make-over van de Markt. Na enig gesoebat zal de middeleeuwse watervoorziening binnenkort toch weer zichtbaar zijn.

Zo’n put wordt vaak beschreven als een romantisch verschijnsel. Bossche vrouwen zouden er wat afgekletst hebben tussen hun dagelijkse beslommeringen door. Gezellig! In 1885 kreeg Den Bosch zijn watertoren, symbool voor een betere volksgezondheidszorg. Daarvóór was het maar naatje pet. Volgens een onderzoek van Maat & Drop is met name de periode 1830 – 1858 voor de inwoners van Leiden en ‘s-Hertogenbosch qua gezondheid een dieptepunt. De voeding blijft slecht, infectieziektes en rachitis slaan toe; de gemiddelde levensverwachting ligt rond de dertig.

In die periode laat Jacob Moleschott (1822 – 1893) van zich horen. Deze Bosschenaar is als arts, fysioloog, hoogleraar en senator wereldberoemd buiten Nederland. Hij legt het verband tussen voeding en prestatie. Wie niks fatsoenlijks binnenkrijgt, is tot weinig in staat. ‘Ohne Phosphor keine Gedanken’ wordt een bekende uitspraak van Moleschott. In de dan populaire boekweit(grutten) zit veel fosfor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten