donderdag 23 december 2010

Boerenkool

Bergamo is een uur plus vijftien minuten vliegen van Eindhoven. Een gemakkelijke verbinding, ook dinsdag 21 december, ondanks al die sneeuw.

’s Middags wandel ik vanuit de Borgo Palazzo naar de Città Alta, de Bovenstad. Drie maanden geleden was ik hier voor het laatst (zie blog Coglioni) en ook nu blijkt maar weer eens hoe sterk de tijd een slijtende werking heeft op mijn geheugen: Italië is er pas als je er zelf bent. Thuis schiet elk voorstellingsvermogen tekort, al ben ik hier al 44 jaar kind aan huis.

Er is veel sneeuw gevallen en nu het sinds vanmorgen regent, dooit de stad weg waar ik bij sta. Ik loop door de Via Pignolo heuvelopwaarts. Steeds meer word ik opgenomen in een omgeving die we in Nederland graag imiteren in restaurants, kledingwinkels, bij meubelboulevards. Hier is het authentiek en niet meer dan dat. Ook die ‘madammen in ‘nnen bontjas’. Op kerstnacht zijn ze met zo’n aantal in de kerk aanwezig, dat daar een mottenballengeur komt te hangen. Wat me vandaag in de etalages van winkels en andere bedoeningen opvalt, is de aanwezigheid van kerststalletjes. Niet verwonderlijk, want ‘Natale’ beheerst het straatbeeld.

In een kapperszaak staat de Heilige Familie plus het schamele Bethlemense onderkomen opgesteld op de ronde zitting van een stoel met hoofdsteun. De kromme armleuningen zorgen voor een beschermde plek. Het aantal ‘stallekes’ neemt toe in de bovenstad. In de Via B. Colleoni, de levensader van de Città Alta, staan ze zowat huis aan huis. Bij het bekende restaurant ‘Da Mimmo’ is een vierkante meter ingeruimd. De andere negoties stellen zich bescheidener op. Wie meer aan de weet wil komen over de traditie van de kerststal in deze omgeving, kan de ‘Mostra Presepi’, de kerststallententoonstelling bezoeken in de Chiesa di Sant’Agata al Carmine.

De in mijn ogen meest opmerkelijke stal bevindt zich iets voorbij de Piazza della Cittadella, bij ‘Da Marianna’, dé tent voor ijs, gebak en koffie. In de etalage staat het geboortehuiske van Christus weergegeven in marsepein (zie foto). Ongetwijfeld een meesterproef van de banketbakker, maar wat moet je ermee? Kopen, dat kan ik me voorstellen. En vervolgens: opeten? Ik zie de scènes al voor me: ‘Wie vrit d’n ezel dees jaor op?’, ‘Of d’n os?’ Wat delicater lijkt me de vraag naar de kandidaat voor het Jezuskindje. Omdat ik niet wil denken aan een mogelijk antwoord, loop ik terug naar mijn familie in de Via Ghislandi. Daar eten we vanavond vers ingevlogen boerenkool, ter ere van mijn verjaardag: Tanti Auguri.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten