woensdag 5 januari 2011

Evolutie

Er kwam een moment - echt heel lang geleden - dat onze verre voorouders hun leven in de bomen verruilden voor een bestaan in de savannen. Ze moesten wel even wennen, want ineens bleek de menselijke soort een gewaardeerde prooi voor hyena’s, leeuwen en andere jagende carnivoren.

Maar aan het jonge en inventieve brein ontsproot meteen een idee dat volgens primatologen de basis werd voor ‘het gezin als de hoeksteen voor de samenleving’. In een notendop: ter bescherming zocht elk vrouwtje het gezelschap van een eigen fysiek sterk mannetje en deze laatste wist zich in ruil voor zijn protectie meteen verzekerd van een constant warm nest én nageslacht van eigen vlees en bloed. De mannetjes hadden er dus alle baat bij om huis en haard te gaan verdedigen. Die wederzijdse zorgzaamheid groeide vervolgens uit tot een wezenskenmerk voor de mens en zoveel duizenden jaren is die eigenschap nog dominant aanwezig. De moraal achter dit verhaal is de evolutie en niets anders.

De drang tot paarvorming en tot de creatie van een volgende generatie zit er inmiddels bij ons goed ingebakken. Tegelijkertijd lijken ook nog de trekjes uit het bomenstadium regelmatig de kop op te steken. Toen ‘we’ namelijk nog van tak tot tak zwierden, was het gebruikelijk dat vrouwtjes met hun jong een aparte groep vormden en wel op enige afstand van de meeste mannetjes. De werking van dat oeroude patroon kun je dagelijks om je heen waarnemen. Ik ben geen primatoloog, maar ik heb altijd al naar een verklaring gezocht voor zoiets als de neiging van moeders en dochters om vooral sámen te gaan winkelen. In mijn stad zie ik hoe ze er zaterdags op uit trekken in groepjes van een vrouw of vier à vijf, mogelijk aangevuld met (klein)kinderen. Geen flauw idee waar hun kerels op dat moment zijn, maar die zullen wel in typische mannenverbanden de tijd doorkomen. Ze voetballen, zitten bij de Rotary, de modelvliegtuigenvereniging of ze beunen wat bij. Naast het gezinsleven loopt dus (nog steeds) een seksegericht parallel bestaan.

Eigenlijk, denk ik wel eens, zijn we behoorlijk voorgeprogrammeerd en is die zogenaamde vrije wil van ons een beetje flauwekul. Dat beseffen we gelukkig niet, maar in wezen is bij de geboorte de hele blauwdruk al aanwezig. Leven is dus enkel een kwestie van ‘uitrollen’, om die mooie term maar eens te gebruiken. Wat je als individu mag doen, is wat frotten in de marge. Kennelijk vinden we dat boeiend genoeg want het vult onze dagen en we noemen dat ‘onderscheidend bezig zijn’. En mochten we tijdens die inspanning lieden ontmoeten die onze originele ideeën niet zo zien zitten, dan zijn we daar gauw klaar mee: die criticasters kunnen dan mooi de boom in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten