zondag 17 november 2013

Bord

Deze tekst verscheen als column bij de rubriek 'Onder De Boschboom' in de Bossche Omroep van 17 november.

Hoewel over Jeroen Bosch veel geschreven werd en wordt, is van de man zelf bitter weinig bekend. In zijn stad valt geeneens zijn geboortehuis aan te wijzen. Een laatste rustplaats is er ook niet meer. Wat van hem aan feiten tussen wieg en graf op te sporen valt, is in 2001 door dr. Lucas G.C.M. van Dijck gepubliceerd. In elk geval weten we wel waar hij lang woonde en werkte: aan de Markt. Tot zijn trouw in het familiehuis op nr. 21, waar nu ‘De Kleine Winst’ zit, en vervolgens met zijn echtgenote Aleid van de Meervenne op nr. 61, waar Invito huist.

Waarschijnlijk hebben ze in Spanje geen flauw benul van die adressen. Daar is de schilder gewoon beroemd. In zo’n sterke mate, dat er achter Pyreneeën lieden in de veronderstelling leven dat El Bosco een landgenoot is. Van hun dus. Wat niet zozeer aan een magere feitenkennis ligt, als wel aan de rijke aanwezigheid van Jeroens werk in dat land. Hoe die stukken daar gekomen zijn, valt ook precies terug te lezen bij Van Dijck.

Er is nóg een allochtone schilder met wie de Spanjolen weglopen: El Greco. Zijn werk vind je werkelijk in elke uithoek van het land. Er is zo’n hoop, dat ik me soms stiekem afvraag ‘of die Griek dat allemaal wel in zijn eentje bij elkaar gepenseeld heeft’. Had hij neefjes in die branche? Hoe dan ook, de man heeft zich het schompes gewerkt om door het hof erkend te worden. Da’s toen niet echt gelukt, en bovendien hing daar al het een en ander aan moois van die Bosschenaar.

Doménikos Theotokópoulos is volgend jaar 400 jaar dood en daarom is 2014 uitgeroepen tot het El Greco-jaar. Een El Greco-huis bestaat er al lang. Geen geboortehuis natuurlijk, want dat moet op Kreta gezocht worden. Nee, een woning in de oude hoofdstad Toledo waar hij woonde en werkte. Door echte Toledanen heb ik mij laten influisteren dat die plek waar het nu dagelijks echt met de benen buiten hangt, net iets verder ligt dan het (verbrande) originele pand, maar à la bonheur: er is een El Greco-huis annex museum waar Nederlanders, Japanners, Turkmenen en vele andere zich kunnen vergapen.

Kijk, en twee van ‘onze’ Jeroen Bosch-huizen staan er nog. Niks geen pand in de buurt, nee precies dáár aan de Markt. En geen Chinees, Spanjaard, Argentijn of wie dan ook die deze twee onderkomens op eigen kracht kan vinden. Op geen enkele richtingaanwijzer staan ze vermeld. Dankzij burgerinitiatief - hetgeen op een door Rutte c.s. gewenste participatiesamenleving wijst - is er nog iets aan herkenning gedaan. Raadsgroepering Knillis heeft bij ‘De Kleine Winst’ een niet echt in het oog lopende vermelding aangebracht. Boven Invito verwijzen raamposters met jeroenboschhuis.nl sinds enige tijd naar een particulier initiatief binnen de muren van huisnummer 61. Dit leidt - opgeteld bij het JBAC - tot het idee dat de aandacht voor onze plaatselijke kunstenaar vooral iets is of moet zijn voor burgers.

Twee panden dus aan de Markt waar Bosch gewoond en gewerkt heeft. Hijzelf staat er in brons met zijn neus bovenop. Is het nou echt zo’n moeite voor de officiële JB2016-organisatoren om op beide panden in overleg met de eigenaren een mooi bord aan de muur te spijkeren? Of mijn part een paal in de stoep te schroeven met een pijl ‘Hier woonde en werkte hij’? Die investering slaat nauwelijks een gat in de €3,5 miljoen die extra ter beschikking komt voor o.m. ‘een betere aankleding van de stad’ in 2016.

Hup gemeente, hup club: een compleet huis hoeft niet. Een bord lijkt me al een hele prestatie.





2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De tekst in de Bossche Omroep geeft aan dat de 'vermelding' bij De Kleine Winst werd aangebracht door De Kring. Op aanwijzing van Nort Lammers heb ik de initiatiefnemer in bovenstaande blogtekst veranderd in Raadsgroepering Knillis. Met dank aan de kritische lezer.

    BeantwoordenVerwijderen