donderdag 19 november 2015

Verzachting

‘We hebben de kunst om niet aan de waarheid te sterven’. Nietzsche. Dit is het commentaar van Mirjam op de blog ‘Rijping’Van haar siert sinds deze zomer een beeld ons huis. ‘Verzacht het ook?’, schrijf ik op Facebook. Vrijdag 13 november vult dan al dagen het nieuws. De aanslagen in Parijs hebben een lange en indringende echo. Ze antwoordt: ‘Kunst kleurt, verzacht en verrijkt het leven’. Escapisme, troost, optimisme? Ik moet de context opzoeken waarin Nietzsche deze uitspraak heeft gedaan.

Allerlei deskundigen worden erbij gehaald om voor de duiding de gecoördineerde aanval. Zeker is dat het geval in de Spaanse krant El País; misschien omdat Spanje een bloederige jonge optelsom kent van terroristische aanslagen. Eerst door de ETA, meer recentelijk door mohammedaanse extremisten. De experts proberen vanuit hun invalshoek de achtergrond van de haat te verklaren waarmee de daders zich tegen Frankrijk i.c. het westen richten. Een geïnterviewde is Alí Ahmed Said Ésber (85). Hij ontvluchtte Syrië in 1956. Zijn gastland Libanon bleek in 1986 ook niet langer veilig en sindsdien woont hij in Parijs. Onder de naam Adonis is hij uitgegroeid tot een van de grote Arabische dichters, lees ik in de krant. ‘ISIS heeft een marge weten te vinden in de mentaliteit van een aantal Arabieren die in een nihilistische denkwereld leven’. Hij pleit ervoor om eerst en vooral de cultuur aan te pakken waarin de nietsontziende denkbeelden kunnen ontstaan. Een cultuur die gevoed wordt door een weinig kansrijke omgeving. Én door het feit ‘dat binnen de Arabische wereld het onderscheid niet gemaakt is tussen geloof en politiek’. Ik denk aan de christelijke wereld ten tijde van de Kruistochten. Of in tijd wat dichterbij: Noord-Ierland.

Psychiater en antropoloog Richard Rechtman, expert op het gebied van ‘het mechanisme der haat’ haakt aan bij die negatieve omgeving ‘waarin het niet te voorspellen is wie de stap zet naar het extremisme’. Farhad Khosrokhavar, onderzoeker in Parijs zegt: ‘Een van oorsprong sociaal probleem wordt er een van religieuze en culturele aard. Mensen die de maatschappij haten en hun afwijzing omzetten in een radicale versie van de islam’.

Het mag duidelijk zijn waar de oorzaak gezocht kan worden: bij een afwijzing van mohammedanen door onze Europese maatschappij. Wat brengt deze wetenschap? Een extra inspanning van overheid en ondernemingen om meer banen te creëren? Of een betere opleiding?

De avond voor de aanslag in Parijs las ik op pagina 190 van Sebastien Valkenberg ‘Op Denkles’ dat uit onderzoek in Nederland en vijf andere Europese landen blijkt dat tweederde van de ondervraagde moslims hun religieuze wetten belangrijker vinden dan de wetten van de landen waarin zij leven. Deze passage uit een Duits onderzoek (2013) herinnerde ik me uit een publicatie in de NRC. Evenals de zin uit een ander Nederlands onderzoek (2014) dat 73% van de ondervraagde jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst moslimstrijders die afreizen naar Syrië en Irak als helden zien. Een dag later klinken uit deze bevindingen meer urgentie. En Nog sterker op 19 november wanneer in ons land op bepaalde scholen de één minuutstilte wordt verstoord met de kreet ‘Allah is groot’. In de beschrijving van een tweedeling in Nederland vormen vaak financiële aspecten de meetlat. Hier is sprake van een culturele component.

Nog een keer: wat brengt deze wetenschap? Meer aanhang voor de PVV? Een grotere inspanning om financiële en culturele grenzen aan te pakken? Begrip voor de kansloze jongeren of een bevinding als: ‘Niks slachtofferrol: ze hebben zelf voor hun radicalisme gekozen en zijn dus zonder meer verantwoordelijk voor hun daden?’

Ik probeer vooral om de ratio aan het woord te laten bij mijn overwegingen. Een radicale opmerking is zo gemaakt; zo’n kunst is dat nou ook weer niet. Ik kijk nog een extra keer naar de kunst aan de muur, waarin Geert de Bruijn wellicht aanwijzingen geeft voor een evenwichtig antwoord. Of voor verzachting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten