Daar
stond ie dan, Geert de Bruijn, om 18.00 uur op woensdag 6 september. In New
York. Zou Serge Gregorian de tentoonstelling in zijn Galery Artifact op
knallende wijze openen? Met champagne bijvoorbeeld. Een ronkende toespraak,
confetti? Niks van dit alles. Punctueel op tijd gaat de deur van het slot en
kunnen de bezoekers binnen. Wij verlaten op dat moment het happy hour aan de
overkant van 84 Orchard Street en stappen om 18.01 over de dorpel. 'Voor wie
komt u?'
Er
blijken werken te hangen (en staan) van vijf kunstenaars. Ze komen uit
Denemarken, Duitsland, Nederland, Turkije en de Verenigde Staten. Voor die
anderen heb ik op dat moment geen oog en met een plastic bekertje witte wijn in
de rechterhand banjer ik naar de hoek van Geert. Hij glimt en dat verraadt zijn
enthousiasme.
Ik
meen het al snel gezien te hebben. Van de drie die boven exposeren, is De
Bruijn de beste. Toegegeven, ik ben bevooroordeeld. Na een halfuur daal ik de
trap af voor de overige twee. Daar kan ik waardering opbrengen voor de veelkleurige
en gemanipuleerde foto's van straten in Istanbul. De (ertussen geplaatste)
kleine metalen beeldjes zijn speels.
Terug
bij Geert vraag ik me af wat de Amerikaanse bezoekers van zijn werk vinden. Ik
probeer het van hun gezichten af te lezen. Of uit hun aandachtscurve op te
maken. Het wordt drukker in deze hoek. Met zijn eigen familie incluis telt de
Nederlandse delegatie 11 personen. Gelukkig wordt dit aantal overtroffen door
andere belangstellenden. Ik heb werkelijk geen flauw idee wat die lui denken.
In dit deel van Lower Eastside zijn veel vergelijkbare tijdelijke
kunstverzamelingen. Vernissages zijn aan de orde van de dag. Misschien kijken
veel bezoekers wat moe rond: morgen wéér kunst. Ik neurie - uiterst zacht -
van Lake Street Dive het lied 'What I'm Doing Here?'
Het
gerucht gaat dat een journalist, op basis van een voorschouw, geschreven zou
hebben: 'Artifacts beste expo van dit jaar, met als toppunt De Bruijn'.
Verbaast mij niks en ik ga op zoek naar de vindplaats van deze bevinding. Later
zal dochter Gwen de Bruijn mij het antwoord sturen: 'Attached is a screen
shot of the newsletter sent by Artcards to galleries, art professionals and
collectors. Geert’s show was included in top exhibitions of the weekender
Editor’s Pick', schrijft de Gregorian. Het is dus bijzonder om ‘opgepikt’
te worden door Artcards.
Is
het werk van De Bruijn het beste in huis? Uiteraard. Als gezegd, ben ik
bevooroordeeld. Dus probeer ik objectieve criteria aan te leggen. Objectief?
Kort door de bocht dan. De foto's zijn geen concurrentie, want ze vallen in een
andere categorie. Dan zijn er nog vier 'schilders' over. Bij ruimte 3 aarzel
ik. Over bestaande foto's en knipsels - best boeiende keuzes - is steeds een
groot gezicht aangebracht. De onderdanige achtergrond moet het verhaal
vertellen. Waarom dan die vage toevoeging? Het werk van de andere twee
vakgenoten spreekt me niet aan. Ik erger me er zelfs aan: beetje jantje-van-leiden.
Dan
de Bruijn. De schilderijen komen hier uitstekend tot zijn recht. 'Ze hangen
mooi', volgens de maker. Eenmaal buiten de 'stapeling' in het Vughtse atelier,
hebben ze aan zeggingskracht gewonnen. En ik laat me meenemen in de wereld van 'Ancestor' en 'Talisman 1' die hier successievelijk in de tekst zijn afgedrukt. I know what I'm
doing here ...
Om
20.00 uur staat de Galery nog vol met afscheid nemende gasten als het
Nederlandse 11-tal op de foto gaat. Daarna steekt die club (opnieuw) de straat
over. Het wordt Sticky Rice, een Thais restaurant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten