Sinds maart 2016 meld ik me op maandagmorgen om 10.00 uur bij Geert de Bruijn. Geert woont in Vught en daar staat naast zijn huis een atelier waarin hij de prachtigste kunst maakt. Binnenkort al 35 jaar. Overigens gaat hij - als het weer dit toelaat - graag buiten aan de slag. En dat doe ik dan ook, onder het pakkende motto ‘In de leer bij Geer(t)’.
U moet weten dat deze titel een woordgrap bevat: Geert past namelijk leer
toe in zijn twee- en driedimensionale werk. En ik kijk bij hem de kunst
af.
Nu zijn er meer pensionistas die in hun vrijgekomen tijd beginnen te schilderen,
beeldhouwen of met een andere techniek artistiek bezig gaan. Soms alleen, vaker
in groepsverband. Dat is leuk. Punt. Van een enkeling weet ik dat zij/hij deze
inspanning omschrijft - geheel conform de geest van de huidige tijd - als het
waarmaken van een droom. Godbewareme.
Uiteraard wilde ik ooit de beroemdste brandweerman of kunstenaar aller
tijden worden. Of in elk geval de beste docent, copywriter dan wel
woordvoerder. Nu reikt mijn ambitie niet verder dan leren en ontdekken. Niet
langer is de prestatie, het resultaat het doel. Wat dan wel? Zicht op een
andere horizon.
Ik begrijp volkomen wanneer u op dit punt van de tekst besluit af te haken.
Met de volgende verduidelijking wil ik graag uw aandacht vasthouden.
In het (buiten)atelier van Geert zit ik dus te frotten. Een potlood
vasthouden kan ik al en verder mis ik elke scholing. Vier jaar Koninklijke
Academie zou dat laatste kunnen compenseren. In mijn beperking ga ik dus op een
klein terrein aan de slag: met redelijk gemakkelijk te kneden was voor de
‘beeldjes’ en met potlood voor de tekeningen. Daarbij wil ik ontdekken wat er
mogelijk is. In technische zin: wanneer zakt een object van was net niet in
elkaar, wat is het effect van arceren, etc. Moet er een verhaal zitten achter
wat je maakt? Welk effect heeft deze maandagmorgenactiviteit op mijn leven?
Kijk, die laatste vraag is de belangrijkste. En wel in het kader van mijn
nieuwsgierigheid naar nieuwe horizonten. Want die zijn er. Niet dat ik daar
altijd per se op zit te wachten, want betonnen zekerheden geven een gerust
gevoel. Het Januskopdilemma dus, wat weer klinkt als de volgende titel van Dan
Brown.
Om een voorbeeld te noemen. Tot voor een aantal maanden meende ik dat
kunstenaars à la De Stijl hun gekleurde blokjes op het doek zetten met de
gulden snede en andere inzichten over de ideale vlakverdeling in hun
achterhoofd. Niet dus. Een tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum liet
zien hoe Bart van der Leck (1876-1958) tot De Houthakkers (1928) kwam. Hij
maakte een realistische tekening van twee mannen die met bijlen een boom te
lijf gingen, omkaderde vervolgens met vierkantjes en rechthoekjes de schaduwpartijen
om tenslotte die ‘blokjes’ - ontdaan van hun herkomst - met olieverf op linnen
over te zetten. Om de oude filosofische vraag nog ’s aan te halen: ‘Kan
iets ontstaan uit niets?’ Sinds het bezoek afgelopen voorjaar aan ‘100 Jaar De
Stijl’ ben ik meer dan ooit op zoek naar het verhaal achter de vorm. Naar het
perspectief van de kunstenaar.
Zondag 25 maart jl. maakte kameraad en loopmaat Paul op mijn verzoek tussen
de Kruisstraat en Rosmalen onderstaande foto onder het hardlopen. Ik vond dat die
Zeeuwse knollen er mooi bijstonden. De dag erna stelde ik in gesprek met Geert
de vraag waartoe deze in zichzelf perfecte vorm van de twee versmolten knollen
zou kunnen leiden.
En dat ‘waartoe’ ben ik nu met het potlood in de hand aan het onderzoeken.
Ik koos gaandeweg voor ‘weglaten’. Of, zoals Bomans gezegd zou hebben, voor een
ander potloodequivalent: ‘schrijven is schrappen’.
Wandelen is mijn favoriete sport. Wandelen als retraite in beweging.
Een gelegenheid om in gesprek te gaan met jezelf. Deze week las ik dat we door
de sociale media al zo in gesprek zijn met onze omgeving, dat een moment van
stilte op mobiel of tablet al tot eenzaam gevoel leidt. Om dat gevoel weg te duwen,
gaan we opnieuw bellen, appen, mailen, googelen. Met anderen. Mijn gefrot met
was of potlood en gum leidt - net zoals het wandelen - naar een pad om te
overwegen. Rekenschap af te leggen. Nieuwsgierig worden.
Brengt dit onderzoeken en experimenteren me verder? Met slecht weer - zoals
deze morgen - is het net zoiets al ‘binnen wandelen’. Je hoeft niet érgens naar
toe te lopen; onderweg zijn is al zinnig genoeg.
De volgende stap is wat kleur te gaan gebruiken. 50 jaar terug bleek ik
tijdens een keuring in het kader van de dienstplicht kleurenblind te zijn voor
de rood-groensector. Daarmee zou ik nooit soldaat-chauffeur kunnen worden, want
’s nachts zou ik bij duistere verkenningstochten de kleine lichtsignalen van
het voor mij rijdende voertuig niet kunnen duiden. Verder was alles in de
wapenrok mogelijk. Ik heb er geen gebruik van hoeven te maken. Het missen van
het zicht op bepaalde kleuren, leidt nog steeds tot hilarische momenten. Ik zal
Geert maandag a.s. vragen of het groen groen is, of toch weer grijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten