Deze tekst verscheen op 2 september als column in de rubriek 'Onder de Boschboom' van de Bossche Omroep.
Op 24
augustus ben ik ´s ochtends in een stal tussen 100 koeien evenzoveel ligboxen
schoon aan het maken. Ineens denk ik aan de Orthense San Salvator. Komt dit
door het feit dat Orthen ooit een dorp was? Ik herinner me de jongen die ver
achter het Schaarhuisplein in een boerderij woonde en acht kilometer naar onze zesde
klas fietste. Vooral ´s winters bracht hij een speciale odeur mee. Vandaag
geven Toos 85 en Cora 46 dezelfde warme geur af.
Wat jaren
terug is de herderlijke warmte uit de San Salvator verdwenen. Eind 2011 verliet
de geloofsgemeenschap het gebouw; het bisdom Den Bosch bood geen plaats meer in
de herberg. In 2014 onttrok dezelfde instantie het gebedshuis aan de eredienst.
Hier
eindige een lange traditie. Want in de lokale geschiedschrijving valt te lezen
dat Orthen veel ouder is dat Den Bosch. De prille hertogstad viel voor de
‘geestelijke bediening’ onder de parochie van het naburige dorp. Pas in 1413
was er voor het eerst sprake van een eigen Bossche parochie.
De naam San
Salvator herinnert aan de oudste kerk die er op Bosch grondgebied stond. Het
huidige gebouw (1956) stamt uit de Wederopbouw. Het bezit de nodige kenmerken
van de Bossche School. Het is met recht een gemeentelijk monument. Zijn
aanwezigheid verwijst naar het
katholieke verleden van de stad; de architectuur getuigt van een stroming die
opvallende gebouwen heeft opgeleverd.
Als ik
weer tien boxen schoongekrabd heb, strooi ik een laag kalk op het verende
ligdek. De emmer met dat witte spul is populair bij de beesten. Ik moet Dora 86
en Truus 122 – door even tegen ze aan te hangen – bij dat goedje uit de buurt
houden. De ton met fijne houtsnippers waarmee ik terugkeer voor de bovenlaag,
vinden ze oninteressant. Ik schat dat met gemak 200 koeien in de lege San
Salvator kunnen. In een handomdraai heb je half december een kerststal.
Aan het
Schaarhuisplein zou daarmee ongetwijfeld de landelijke geur van toen
terugkeren. Ook dit herbestemmingsidee zal op weerstand stuiten, alhoewel de
symboliek van de kudde prima aansluit bij de intentie van het gebouw.
De
herbestemming is op papier ‘maatschappelijk’. In overleg is – al dan niet
tijdelijk – een andere functie mogelijk. Tegen zo’n uitzondering, ‘springpaleis’,
liepen gisterenavond zo’n 70 Bosschenaren te hoop bij de gemeentelijke bezwaarcommissie.
Het huidige idee vraagt wel om de aanpassing van het bestemmingsplan.
Met zo´n aanpassing
maakt de gemeente het zich gemakkelijk. Is de herbestemmingscommissie al in
Vught bij DePetrus wezen kijken? Heeft ze gedacht aan werkruimte voor de Kunstacademie
of een buitenplaats voor het Noordbrabants Museum? Zo moeilijk is dat toch
niet!
Het jongleren
met een plan dat de burger moet beschermen tegen willekeur, getuigt van weinig bestuurlijk
engagement. Een koei van een fout.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten