Op 6 januari 2019 mocht ik in de Vughtse Lambertuskerk de
jubileumexpositie van Geert de Bruijn openen. Met deze tentoonstelling (te
bezoeken t/m 20 januari) markeert De Bruijn zijn 35-jarig kunstenaarschap. Tegelijkertijd verscheen de uitgave ’35 jaar met de Moedergodin’. Ter begeleiding van de
daarin afgebeelde assemblages maakte Geert een keuze uit de teksten die ik eerder
in blogvorm over zijn werk publiceerde.
In mijn lofrede zondag jl. voegde ik - uiteraard na een woord
van welkom - aan genoemde publicatie nog drie vingerwijzingen toe. Dit drietal wil
ik in evenzoveel achtereenvolgende blogs via bolduque.blogspot.com onder de
aandacht brengen. De foto’s zijn gemaakt door Geert zelve. Hierbij vingerwijzing
1.
1. Maakt De Bruijn veilige kunst?
Misschien denkt u nu: uiteraard.
Al 35 jaar geeft hij de beschermende werking van de moedergodin weer. Toen hij
lang geleden in zijn atelier met houtskool op wit papier bezig was, liet hij onze
verre voorvaderen - op weg naar hun volgende tijdelijke verblijf - platte
karren voorttrekken met daarop afbeeldingen van de schepster waaruit alles
voortkwam. Aangezien de oermoeder nog vlezig werd voorgesteld, moest er flink
gesjouwd worden. Haar nabijheid gaf de landverhuizers zekerheid.
In de loop van de tijd richtte
De Bruijn zich op afgeleiden van de oermoeder: op symbolen waarin haar omvattende
werking gelegd kan worden: steden, boten, gebouwen, schilden, kleding. De thematiek
is van den beginne ‘veiligheid’.
Zijn vormentaal is weinig
veilig. Ik zal dat nader duiden, beginnend met deze anekdote. In de zomer van
1961 was ik met mijn ouders op vakantie in Otterlo. We waren voor twee weken
neergestreken in pension Bonenzaaier. Op een van die dagen bezochten we het Kröller-Muller.
En en passant jachthuis St.-Hubertus, van Berlage.
Van dat sombere gebouw
naar het museum, passeerden we in de beeldentuin een metalen abstracte compositie.
Mijn pa, vanaf zijn 12de opgeleid in de metaal, liep mompelend rond
het object. ‘De kunstenaar heeft bij het lassen te veel oxygeen gebruikt’. Het
teveel aan zuurstof had voor bulten en knobbels gezorgd: strak laswerk was niet
geleverd! Zo’n moment blijft je bij. Onlangs met de familie De Bruijn in de
Fundatie (Zwolle) trok pa’s optreden tijdens het bekijken van m.n. Chadwicks
werk, opnieuw voorbij.
Pa bekeek toen dat kunstwerk
met zijn technische kennis. In feite werd bij hem op dat moment een andere ‘bril’
verwacht. Eentje die over zijn eigen vak keek. Over de dimensie waarin hij zich
zeker en veilig wist. Eenmaal binnen voelde hij zich weer senang: Van Gogh. Was
herkenbaar. Veilig. Hij zou zich ook thuis gevoeld hebben in de Amsterdamse
Hermitage bij de Hollandse Meesters. Op dit soort veilige kunst - in dubbel
opzicht ‘veilig’: de aanbieder weet dat een grote toeploop verzekerd is en van de
bezoekers wordt weinig moeilijks verwacht - komen drommen mensen af.
Geerts kunst lijkt in
vergelijking met figuratieve werken uit de academische traditie niet in 1-2-3
toegankelijk. In zekere zin - tenzij u hier voor de borrel bent - getuigt het
van dapperheid om hier te komen. Dit is geen veilige kunst. Niet net een foto. Niks
hapklaars.
Geerts muze blijkt een vruchtbare
moeder die steeds weer voor veelzijdig kroost zorgt. Om dat te verwekken, leest
De Bruijn zich het leplazarus. Door boeken over volkeren - van vroeger of nu - raakt
hij geïnspireerd. Waarbij hij steeds weer op zoek gaat naar de rol van de
moeder: de koning-moeder. En laten wij nou net de meeste van die boeken niet
gelezen hebben
Nee, veilig kun je de
werken - meestal door hem assemblages genoemd - niet noemen. Hij stuurt je het
bos is. ‘Dit maak ik’, zegt hij. ‘Of het je aanstaat, is aan jou’.
Uiteraard ken ik na zoveel
jaren de meeste van de verhalen achter zijn 2- en 3-dimensionake werk. En ik
moet u zeggen: leuk om te weten. Ze blijken tegelijkertijd in niks bepalend
voor mijn waardering. Die is het resultaat van het verhaal dat het werk zelf mij
vertelt. Of dat ik denk eraan af te kunnen lezen.
De tijd verandert het
zicht op Geerts werk en daarmee worden de verhalen in mijn fantasie herschreven.
En na 35 jaar klinken ze nog steeds welluidend. Een veilige gedachte.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten