
Vervelend vind ik wel dat we
dit keer niet terecht kunnen bij de mensen in Oud-Valkenburg waar wel al heel
wat keren de zomervakantie doorbrachten. Ook zij zijn contractpension geworden.
Dus wijken we uit naar Houthem-Sint Gerlach.
Van daar wandelen we op
we op een dag langs de Geul naar onze oude stek. 'We zijn er kind aan huis',
zegt ma. Als ik er ben, mis ik alles: het roeien en vissen bij kasteel Chaloen,
de houten forellenfuik bij de slotgracht, de speelwei met de andere jongens. En
Martha, die onnavolgbaar romig tijdens het avondmaal kan vragen: 'Heefd-u-van-allas-genoejg?'

's Avonds spreken mijn
ouders in Houthem-Sint Gerlach na afloop van de
avondmaaltijd met een ander echtpaar. Dat stel heeft een dochter van mijn leeftijd en wij worden verondersteld
samen te gaan spelen. Haar vader komt ook uit Indië en hij ziet er net zo blank
uit als wij. Toch heeft hij in het Jappenkamp gezeten. Ik vind zijn verhalen
spannend, zeker als we in zijn mond mogen kijken naar de plek waar de Jap wat
kiezen uit de rij heeft geslagen.
Als ik veel later
voorzitter ben van een Indische-Nederlandse vriendschapsvereniging, kan ik een boek
schrijven over contractpensions en uitgeslagen tanden. Ik weet niet welke van de twee zaken voor de
betreffende personen het meest beschamend is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten