zaterdag 9 februari 2013

Onderzoek

Zusjes van mij wo(o)n(d)en in het buitenland. Soms wel een wereldreis ver. Daardoor leerde ik op jonge leeftijd dat landgenoten die in den vreemde verblijven, een zeker verlangen gaan vertonen naar de herdenking van vaderlandse momenten. Die aandrang kan zodanige proporties aannemen, dat die nationale data bij de uitvoering de vorm krijgen van typisch Hollandse iconen. In de tijd dat de KLM nog van ons was, werden voor Koninginnedag met enig gemak tonnetjes haring ingevlogen. Stonden ze ergens in een wam land bij 28ºC of meer met zo’n rauwe vis boven hun open mond te jongleren. Met overal rood-wit-blauwe vlaggetjes. En een verdwaald paar klompen. Als knaap vond ik dat Hollandse vertoon opmerkelijk: thuis deden we daar niet echt aan. Holland leek een ander werelddeel. Zowel geografisch, als mentaal. Soms wel een dagreis ver. Bijvoorbeeld als we op vakantie gingen naar Bergen of Castricum. Wat jaren ouder, maakte ik een avond mee van de Nederlandse Club in Milaan. Nasi Goreng. Lange tijd was de voorzitter van die club iemand die familie was van iemand van de Oeteldonkse Club. De Komische Fanfare de Kikvorschen heeft inmiddels een optreden in Milaan ook in haar annalen staan.

Die groep muzikanten loopt komende dagen gewoon door Den Bosch. Of liever: door Oeteldonk. Ik niet, want ik zit dit jaar met carnaval op Tenerife. Eén maat van ons ‘gruupke’ is al hier en een volgende wordt zondagmorgen ingevlogen. Zonder haring, blikken stamppot of flessen brandewijn. Zelfs nog geen rode zakdoek voor om de bezwete nek. Ik wil op geen enkele manier bij mezelf de aandrang oproepen om hier - zo ver verwijderd van ‘het feest der feesten’ - bijvoorbeeld een Oeteldonks feestlied te gaan zingen. Ons wacht hier een serieuze taak: een onderzoek naar de kenmerken van het carnaval op Tenerife. En uiteraard worden die bevindingen vergeleken met wat wij als ervaringsdeskundigen kennen vanuit onze moederstad Den Bosch. En ook het thuisfront wil uiteraard direct weten hoe de zaken hier geregeld zijn.

De afgelopen weken heb ik al wat verkennende activiteiten ondernomen. Zo zag ik op tv het optreden van ‘murgas’, straatmuzikanten in de vorm van mannenkoren. Volgens mijn huisbaas die me vorige week zaterdag het carnavalsprogramma bracht, moet je goed van de lokale situatie op de hoogte zijn om de tekst te kunnen volgen. Politici worden daarbij op de hak genomen, een prima carnavalstraditie. Er werd goed gezongen. Ook zag ik op de buis de opening van het carnaval in Las Palmas de Gran Canaria. Over een toneel liepen mooie meiden in de meest waanzinnige creaties. Jurken zo groot als een decorstuk dat ze zelf mee moesten slepen. Kennelijk liepen die dingen - ontworpen door specialisten en gesponsord door bedrijven - op rolletjes waardoor de dames moeiteloos konden paraderen. De uitmonsteringen deden aan het carnaval in Rio de Janeiro denken.

Vrijdag 8 februari staan we zo’n beetje in de startblokken om ons veldonderzoek in Santa Cruz te beginnen. Dan lees ik in El País over een desastreuze afloop van de verkiezingen rond de Carnavalskoningin 2013. Na de finale daarvan vatte door zogenaamd ‘koud vuurwerk’ de reusachtige jurk van een deelneemster vlam. Ondanks snel ingrijpen van omstanders en de brandweer, raakt haar huid voor 60% overdekt met eerste- en tweedegraads brandwonden. Inmiddels ligt ze - na een noodvlucht - in een gespecialiseerde kliniek in Sevilla. De feestelijkheden voor vrijdag, vandaag dus, zijn afgelast. Over de rest van het programma wordt later beslist, een en ander afhankelijk van de gezondheidstoestand van de onfortuinlijke deelneemster. De krant bevat een foto van haar, in vol ornaat, nog onwetend van de ramp die haar weinig daarna zal treffen. Ons ludieke onderzoek lijkt ineens niet belangrijk meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten