woensdag 8 maart 2017

De baai

Halverwege de baai van El Médano richting de Montaña Roja ligt het strand ineens vol kleine blauwe kwalletjes. Je ziet ze niet vaak hier. Ik kreeg ze pas in de gaten nadat er eentje knapte onder mijn linker teenslipper. De kleine lijfjes lijken op miniballonnetjes; de tentakels vormen een warrig frutje. 6 februari, 14.30 uur, 21°C; met een stevige wind uit het noordoosten voelt het iets kouder aan.

De maandagen zijn hier rustig: de Spanjaarden uit het drukke en frissere Santa Cruz de Tenerife en (vooral) San Cristóbal de la Laguna hebben gisterenavond hun vakantiewoningen leeg achtergelaten om op vrijdagavond weer voor het volgende weekend terug te komen. Tenerife kent een groot aantal micro-klimaten. De reclamespreuk 'Eiland van de eeuwige lente' geldt voor met name de kust in het zuidwesten.

Vandaag vind je richting Plaza de Médano wat zonaanbidders. Waar de kwalletjes liggen, zijn de plank- en kite-surfers in de weer. Het is een vrolijk gezicht.

Deze baai was populaire onder de kapiteins die in de 16de eeuw de overtocht maakten van Spanje naar het 'pas' ontdekte Amerika. De Canarische Eilanden vormden een tussenstop waarbij de inham bij de Rode Berg beschutting bood aan schepen die hier verse groente en fris water kwamen inslaan. 

Een van de beroemdste bezoekers was Fernando de Magallanes, een Portugees in dienst van de toen nog jonge Spaanse koning Karel V. Fernando lag hier in het najaar van 1519 tijdelijk afgemeerd - volgens sommige bronnen net aan de andere kant van de berg bij La Tejita - voor hij richting westen ging. Hij vond een doorgang van de Atlantische naar de Stille Oceaan, richting het huidige Indonesië. De Straat Magellaan in het zuiden van Chili werd naar hem vernoemd.

Het zand vormt over een strook van anderhalve kilometer een wezenlijk onderdeel van het strand. Op zich lijkt deze zin wat dommig: alsof je zegt dat de schimmel van Sinterklaas wit is. Tot de kerstdagen was er sprake van een brede strook zand. Aaneengesloten, met op enkele plaatsen een stuk rots. Heerlijk om te wandelen en te rennen.

In de kerstweek leek het alsof - ook op bijna windstille dagen - extra hoge golven het plan hadden opgevat om een aanval te doen op de kust. De vloed kwam veel verder dan anders, het water sloeg over de borstwering waarop normaal gesproken koopwaar (oorbellen, armbanden, ringen etc.) ligt uitgestald. En ineens waren er tientallen surfers die op de schuimkloppen hun capriolen uithaalden. 

Toen de gebruikelijkere branding weer terugkwam, bleken tonnen zand verdwenen. Ervoor in de plaats lagen er gaten, lappen grove kiezel, en stukken lavasteen die eerder afgedekt waren geweest. Voor wie hier voor het eerst kwam, was het geheel nog steeds aantrekkelijk. Anderen hadden het over de invloed van de klimaatverandering. Een paar jaar terug al is namelijk berekend dat de hogere waterstand bij de Canarische Eilanden langzaam maar zeker aan de kust gaat vreten.

De strandwacht had dit nog niet eerder meegemaakt. 'In nog geen veertig jaar', kreeg ik te horen. 'Een zeldzaam samenvallen van uitzonderlijke stromingen en wind'. 

Tijdens een cursusavonden van de 'Curso de escultura y modelado' hoorde ik een andere verklaring. Beide zegsmannen hadden in hun jeugd veel aangeslibd zand versjouwd op het stuk waar de vissersbootjes op het land werden getrokken (de plek waar nu de Plaza de El Médano is). Zand zat. Sinds ten oosten van de Montaña Pelada door de gemeente Granadilla een grote haven ontwikkeld wordt, waarbij grote pieren een stuk de Atlantische Oceaan in gaan steken, zouden de werkzaamheden effect te hebben op de stromingen voor dit stuk kust. Quod est demonstrandum.

Op 6 februari lijkt het alsof vanuit de zee (en vanuit de lucht in de vorm van woestijnstof) het zand millimeter na millimeter zijn plek terug aan het winnen is op het strand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten