woensdag 14 juni 2017

'Comes love'

Het eerste boek van Simon Vestdijk kreeg als titel mee 'Kind tussen vier vrouwen'. Het werd pas na zijn dood uitgegeven. Over mijn jeugd 'tussen vier zussen' schrijf ik geen roman, hoewel er wel het een en ander te melden valt.

Aangezien ik veruit de jongste ben, liepen die meiden in een aantal dingen lichtjaren op mij voor. Zo luisterden zij op zaterdagmiddag naar The Dutch Swing College Band o.l.v. Peter Schilperoort. Een populair radioprogramma begin jaren Vijftig. Ik zat op de kleuterschool en als pa tijdens de uitzending moe van zijn werk thuis kwam, moest die 'oerwoudmuziek' uit. Onverstoord gaf ma hem een jonge klare. Zodra het warm eten opgediend werd, speelde de radio op een zacht pitje verder.

Ma hield van Mario Lanza en luisterde op zondagmiddag naar Belcanto op de BRT. Toen de tv zijn intrede deed, werden mijn ouders fervente liefhebbers van de operette.

Van klassieke muziek heb ik absoluut niks opgepikt. Wel kocht ik van mijn zondagsgeld op mijn 11de of 12de mijn eerste grammofoonplaatje. Ma had een pick-up voor haar 'La donna è mobile'. En daarop draaide ik mijn net verworven Sydney Bechet grijs. Aan de ene kant 'On the sunny side of the Street' en aan de andere 'Rosetta, my rosetta'. Met dank aan de zusjes en hun volharding op die vroege zaterdagen. Bewust of onbewust kreeg ik er toch iets van mee.

Één ding is me nooit gelukt: het van buiten leren en onthouden van lied- en toneelteksten. Ook op die leeftijd, toen mijn hersens nog jong waren en vol opslagruimte zaten, bleven de woorden van dat eerste plaatje niet plakken. Ik vind het knap dat anderen er wel in slagen. Ik hum dus, of varieer op bi-ba-da-doe. Ik kan inmiddels een hele jazzbieb da-di-du-deën. Misschien is dat de reden dat jabbertalk me zo is gaan aanspreken. Grappig dat ik nu voor de tweede keer in dit verhaaltje een voorkeur wortels wil geven.

Terwijl klasgenoten naar Vince Taylor en Buddy Holly luisterden, ging mijn voorkeur uit naar big-bands. Benny Goodman, Duke Ellington, Count Basie. Later kwam natuurlijk ook Miles Davis. Weergaloos. 'Kind of Blue', met de beste reeks improvisaties ooit. Onvergelijkbaar. 14 januari jl. trad in El Médano (Tf) tijdens het filmfestival ‘Canarias en corto’ een gelegenheidscombo op: ‘Fermé Cuartet’. Dit viertal - twee gitaristen, drummer en saxofonist -verraste me volkomen door van ‘Kind of Blue’ het nummer ‘So What’ te spelen. Met in de hoofdrol de saxofonist.

En onlangs kwam ik uit bij Sinne Eeg, een Deense zangeres. Ze zingt klassieke nummers en eigen composities. Misschien niet uitgerust met het welluidende timbre van de nog niet geëvenaarde Ella Fitzgerald. Wel beschikt ze over een uitstekende trefzekerheid en een grandioos vermogen tot jabbertalk. Fascinerend is haar versie van 'Comes love'.

Het lied van Stept (m) en Tobias & Brown (t) uit 1939 is door veel artiesten op de plaat gezet waaronder Billie Holiday, Ella Fitzgerald en Nora Jones. Voor haar interpretatie neemt Sinne Eeg alle tijd. Draait om het nummer heen. Maakt er een sensueel verhaal van in samenspel met haar begeleider Thomas Fonnesbaek op bas. Het is een bijzonder groot genoegen wanneer je af en toe tegen zo'n parel aan loopt. Gelukzalig, zou ik willen zeggen.

Sinne Eeg, 'Comes Love' is in twee versies via ToyTube beschikbaar:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten