vrijdag 14 september 2012

Brabo's (1); mondfiat


Brabantse dialecten kennen het woord mondfiat. Het betekent zo veel als 'goed van de tongriem gesneden'. Het gebruik ‘hier in het Zuiden’ is zo alledaags, dat het automatisch vanuit de regionale taal 'meegenomen' wordt naar het Algemeen Nederlands. Evenwel vind je het niet in de Dikke Van Dale en brabo-lieden staan verbaasd wanneer het in Utrecht, Haarlem of Groningen niet begrepen wordt. Dat overkomt ze - of liever ‘ons’- bij meer van die Brabo-woorden en -uitdrukkingen zoals schoonbroer, aanrijden en het hangt er met de benen buiten. Van elk uit dit drietal kan ik het moment exact herinneren dat ik mezelf voor het eerst moest ondertitelen.

Mondfiat houdt mij al jaren bezig, nog ja, de herkomst ervan. 'Ze is mondfiat genoeg' geeft aan dat de vrouw in kwestie niet op haar mondje gevallen is. Voor de hand ligt, om dan ook meteen het verband met 'mond' te leggen. 'Fiat' lijkt wat ingewikkelder, hoewel 'iemand je fiat geven’ ook best een uitgesproken oké kan zijn.

Een verklaring die zo vanzelfsprekend lijkt, blijkt vaak een verkeerde afslag. En toen geen enkele schriftelijke bron met een afdoende lezing kwam, vroeg ik zo'n tien jaar geleden dé Brabo-kenner prof. dr. Anton Weijnen naar de herkomst. Ook hij had geen oplossing die verder reikte dan de combinatie van ‘mond’ en ‘fiat’ in de betekenis van ‘dat het geschiede’, waarna hij me naar Ewoud Sanders verwees. Deze gaf me per omgaande het advies te rade te gaan bij Weijnen.

Na het nodige bronnenonderzoek was ik dus niet verder gekomen dan wat ik gemakshalve een volksetymologische oplossing noem. Een manier van interpreteren die van volière een vogelière maakt.

Aan het bestaande al dan niet hout snijdende giswerk, heb ik inmiddels mijn suggestie toegevoegd. Hiervoor zoek ik steun bij de Italiaanse muziekterminologie. De Italiaanse uitdrukking ‘Aver un buon fiato’ slaat op een sporter of een bespeler van een blaasinstrument die over voldoende adem beschikt, of de aanwezige luchtvoorraad goed weet te gebruiken. Termen als largo, con brio, fortissimo zijn via de muzikale route in onze taal terecht gekomen. Was er een ‘buon fiato’, als aanwijzing om de adem goed te doseren? En werd buon fiato toe mondfiat?

Ik ben mondfiat zat om dit zo te kunnen vertellen. En tegelijkertijd denk ik ‘Si non è vero, è ben trovato’, oftewel, ‘As’t nie waor is, is’t mooi bedocht’. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten