Op dat laatste eiland
verschijnt ook de Mallorca Zeitung, die zich ‘Das deutsche Portal auf Mallorca’
noemt. De uitgave kent een flinke redactie waarvan zo te lezen alleen de
fotograaf een Spaanse naam draagt. ‘Uit en toch thuis’, om dat cliché weer eens
te gebruiken. In de winter telt het eiland zo’n 850.00 inwoners. Hieronder
bevinden zich ook veel Spanjaarden die van elders komen: het massatoerisme
creëert banen. In de zomer groeit de bezetting tot 1.400.000.
Als de jongedame en ik
de laatste week van september doorbrengen in Cala Egos, blijft de Duitse
stempel niet onopgemerkt. Voor het eind van de week staat zelfs iets over
‘Oktoberfeste’ aangekondigd. De consequentie dringt pas echt tot me door als
halverwege ons verblijf – in het zicht van ons tuintje – een tent verschijnt
binnen ‘ons’ Parque Mar. En als ik vrijdagmorgen op weg ga voor vers brood,
arriveert rechtstreeks uit Duitsland een blaaskapel-in-vol-ornaat. Compleet met
Lederhose.
Onlangs stond er in de
krant een artikel waarin Beieren en Brabant met elkaar vergeleken werden. Twee
regio’s die op nationaal gebied lang aan de achterste mem gehangen hadden en nu
in eigen land een partij van betekenis vormen. Modern in techniek, conservatief
in cultuur: schutterijen, carnaval en blaaskapellen. Ik zing geluidloos mee
terwijl ik buiten de gazpacho serveer. Op de achtergrond klinkt onder de palmen de vrolijke
hoempapa: een avond waarin uitersten elkaar moeten zien te raken, zeg maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten