donderdag 18 oktober 2012

Weggeregend

São Miguel, 'Het groene eiland' van de negen Azoren. Daarboven hangt op woensdag 10 oktober een dreigende lucht. Vandaag gaan we met een gids aan de wandel. Om 09.10 uur staat de minibus van 'Walking Tours, Geo Fun' bij het hotel, waarna we in hoofdstad Ponta Delgada nog vier gasten ophalen. In de buurt van Vila Franca do Campo - de eerste hoofdstad tot een aardbeving die nederzetting verwoestte - verlaten we de zuidelijke kustweg en draaien het binnenland in. Ons doel is het Lagoa das Furnas, een kratermeer op 359 m. hoogte.

Onderweg begint het te regenen. Voorspeld of niet: de ruitenwissers moeten aan. Het is meer 'kermis in de hel', bij een lekkere temperatuur.

De Azoren, negen onbewoonde eilanden als ze in 1427 of 1431 ‘officieel’ ontdekt worden door de Portugezen. Al snel raken ze bevolkt vanuit het moederland. Behalve Portugezen komen de pioniers uit alle windstreken: Moren, joden, Spanjaarden, Fransen en lieden uit de Lage Landen. Met name Terceira moet ontwikkeld zijn door Vlamingen die in de Bourgondische tijd met overheidssteun verhuisden.

Die zaten ook op 'ons eiland', Sâo Miguel, bijvoorbeeld in Rabo de Peixe. De eerste eeuwen groeit naast de visserij de sinaasappelproductie uit tot een inkomstenbron van belang. Hectares vruchtbomen binnen beschermende carrés van zwarte muren. Tot een schimmel die cultuur nekt. Nu omkaderen de karakteristieke basalten markeringen de aanwezige percelen.

Daarmee begint het verhaal van de gids. Vervolgens blijkt het hier op de eilanden alomtegenwoordige Friese stamboekvee goed voor 30% van de Portugese melkproductie. Een eenmaal bergopwaarts ruiken en proeven we Valse gember, Valse koffie, Valse tabak. Vooral de eerste blijkt een moordenaar, die zoals in ons land de Amerikaanse vogelkers, de originele flora verdringt.

We volgen na enige tijd een 'levada', een irrigatiekanaaltje dat in dit geval van beton is. Deze constructie is vooral bekend van Madeira. Wij kennen ze van de Canarische eilanden. 'Levada' zou komen van 'lavar': wassen.

Ondertussen worden wij - inmiddels gevorderd tot een hoogte van 300 m. - gewassen door de ene hoosbui na de ander. Da's nou zoals ik de Azoren verwacht had. Bij het kratermeer trekken de wolken even op zodat we het wateroppervlak kunnen overzien. Om meteen daarna weer een volgende partij regen te brengen.

We dalen af naar de zuidkust. Gaandeweg komt de zon door en kunnen de blauwe capes af. Met de bus gaan we naar het stadje Caloura, dat zijn naam ontleend heeft aan het aanwezige warme microklimaat. Die gunstige omstandigheden zorgen voor de groei van ananas en veel soorten groente ananas. De productie van tabak is stopgezet.

Het is alsof we vandaag niet weggeregend zijn: heerlijk weer. Ik kijk van de groene bergen naar de blauwe oceaan. Bij de ontdekking van deze eilanden, moesten ze een naam krijgen en dat werd Açores. Een verhaal wil dat die afgeleid is van açor, de Portugese naam voor havik. Die vogel zou namelijk door de eerste bezoekers veelvuldig gespot zijn. Roofvogels lijken op elkaar en later bleek het om de buizerd te gaan. Een volgende geschiedenis verwijst naar Italiaanse kaartenmakers die het hadden over de Isole Azzure, de Blauwe Eilanden, daarmee verwijzend naar de kleur van de zee.

Zeker is dat op het eiland Pico, in de noordwestelijk hoek van de Azoren, al door de eerste bewoners wijn werd aangeplant. En 's avonds laten wij ons bij het toetje van regionale kaas de 'Angelica' - een dessertwijn van Pico - goed smaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten