Als na de
jaarwisseling de cursus op 11 januari weer hervat wordt, resten mij nog zes
avonden voor het afronden van 'de zittende' man. Dat wil zeggen dat ik hem nog
net in het gips kan zetten voor we de 30ste weer naar huis vliegen.
Als ik flink aanpoot, moet dat lukken met die kerel van klei. Ik heb me ermee
verzoend dat ik niks van al het gemaakte mee het vliegtuig in kan nemen. Het is te zwaar en/of
nog niet klaar.
Eerder heeft Guillermo het een aantal keren gehad over een opdracht die zijn
dagen als beeldhouwer vult. In de buurt bezit een mecenas een beeldentuin
waarvoor ‘onze meester’ aan de slag is. Het toeval wil dat een wandeling vanaf
Cruz de Tea ons een paar dagen voor deze cursusavond langs een afgezet terrein bij
San Isidro leidt waar tussen het groen een verzameling met kleur- en vormrijke
objecten staat waar we met belangstelling naar kijken.
Bij het poortgebouw is een
man boven op een grote rotsblok met een drilboor aan het werk. Een vrouw reikt hem wat
kleiner gereedschap aan als hij even stopt met zijn oorverdovende activiteit.
Ik maak van de stilte gebruik om een praatje te maken: hij blijkt een collega
van Guillermo en ook hij is aan de slag voor dezelfde opdrachtgever.
Wanneer ik de 11de deze ontmoeting aanhaal onder het werken
aan de ‘zitter’, horen we dat het nieuwe beeld van Guillermo op 8 februari
onthuld wordt in de beeldentuin en dat alle cursisten daarbij welkom zijn. Het ‘Parque
de esculturas’ van de Fundación Canaria Gernot Huber zal tot later moeten
wachten.
De kofferset is inmiddels droog genoeg en met hamer en beitel verwijdert
onze docent de gipslaag. Verhip: eerder niet lang genoeg geschud waardoor er te
veel bubbeltjes in de vulling zijn blijven zitten. Ik zou dat nog af kunnen
strijken. Het geheel ziet er in mijn ogen prima uit. Ik neem hamer en beitel
over en verwijder de rest van de mal. Daarbij ligt de beitel op duim en pink
ónder de drie andere vingers. Peetoom Jan van den Broek heb ik op die manier
vaak als steenhouwer aan het werk gezien in de houten bouwloods van de St.-Jan.
Die grip vergemakkelijkt het sturen van de beitel, ervaar ik. Het was dezelfde
oom die mij toentertijd op het idee bracht om een scriptie te schrijven over
oude Bossche gevelstenen: mijn eerste ‘publicatie’ over een Bosch onderwerp.
Thuis frot ik met fijn materiaal in de plooien van de kofferset om het
laatste restjes van de mal weg te halen. Ik ga tussendoor een aantal keren extra naar het
atelier om de zittende man in de laatste week op tijd in het gips te krijgen. De linkerkant van de persoon blijkt iets breder dan de rechter. Ik heb geen tijd meer voor nog een optreden als plastisch chirurg en plaats op de jas een pochetzakje dat de a-symmetrische verhouding verdoezelt.
De procedure om tot de mal te komen, is ondertussen bekend terrein geworden en in twee cursusavonden is het
werk geklaard. Guillermo neemt op zich om dit beeld af te maken en het andere
dat nog in het water ligt, uit de mal te halen.
Met een aantal mensen wissel ik e-mailadressen uit. De hele maand
augustus zal het atelier opengesteld worden voor een tentoonstelling. Foto’s
worden me door een medecursiste toegestuurd. Ik knuffel en kus de aanwezige dames en heren en sla op
verschillende schouders. Dan slenter ik met een tevreden en dankbaar gevoel naar huis.
Het was grandioos!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten