dinsdag 28 februari 2012

Apenstreken (1); wenkbrauwgroet

Toen we nog als apen in de bomen zwierden, hadden we een staart. Ons stuitje van nu is een overblijfsel van het staartbeen uit die tijd. Weet toch iedereen. En op de foto is mijn rechtervoet te zien die met de tenen een sok opraapt. Reuzehandig: al van kinsafaan hoef ik voor zoiets niet te bukken. Wordt overigens ook gebruikt als oefening bij platvoeten. Zo zijn er meer dingen in onze bouw en ons gedrag aan te wijzen die resteren uit een ver verleden.

Die eerste mens moest maar zien te overleven. Daarop raakte onze verre voorouders al evoluerend ingesteld. Onbewust herhalen we elke dag dingen uit het repertoire vanuit die tijd. Een tv-serie als 'Lie to me' maakt(e) daarvan gebruik. Als je een beetje leest en oefent, weet je hoe die deskundigen op het gebied van gezichts- en lichaamstaal te werk gaan.

Overleven toentertijd lukte beter naarmate je anderen als (niet) bedreigend leerde in te schatten. Dus wat deden die vroege lui: bijvoorbeeld elkaar met open hand tegemoet treden. Zo van: 'Ik heb geen aangescherpt stuk steen bij me'. Ze raakten ook elkaars hand aan. Wie als dominant over wilde komen, gaf geen hand. Klare taal. Dit functionele aangeboren signaal om agressie te beheersen, wordt nu - sterk beïnvloed en door iemands cultuur - wel of niet voorgezet en van een bepaalde waarde voorzien.

Om in leven te blijven, was het goed op tijd weg te rennen. Soms leek niet meteen duidelijk of dat echt wel nodig was. De onzekerheid 'blijf ik staan of ga ik er als de bliksem van door' zorgde voor spanning. 'Wat moet ik doen?' Die tweestrijd valt bij ons nog af te lezen aan kleine gebaartjes. Bijvoorbeeld knabbelen op pen of brilpoot, krabben achter het oor of onder de neus. Grote twijfel over de te maken keuze. Die lieden - zie de tv-serie - moeten beslissen: bijvoorbeeld de waarheid zeggen of liegen. Oversprongbewegingen heten die trekjes. En zo'n tv- prof kent heel dat boek met tekens van buiten.

Ik nog niet. Heel curieus vind ik de wenkbrauwgroet. Past ieder van ons frequent toe; nooit geweten dat dit ook zo'n oerkenmerk is. Ik las het deze week in de herdruk van 'Mark Nelissen, De bril van Darwin'. Je loopt ergens, ziet bij binnenkomst of in het voorbijgaan op korte afstand een bekende. Even glimlachen en hup gaan beide wenkbrauwen omhoog. 'Prima om je te zien', betekent dat. Wordt dus al miljoenen jaren toegepast. Om te zeggen: van elkaar hebben we niets te duchten.

Grappig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten