maandag 20 februari 2012

Belzen

Mijn vader heeft in België gewerkt. Dat was voor de oorlog. Hij praat vaak over de haven van Antwerpen waar hij motoren monteerde in schepen. Nu heeft hij al lang een baan in Den Bosch, net als de andere vaders uit onze buurt. Antwerpen heeft ook een soort Sint-Jan. Mijn peetoom Jan gaat daar soms naar toe om die kerk te repareren. Hij is steenhouwer en zo iemand hakt beelden.

In België wonen Belzen. En wij zeggen: 'We gaan naor d'n Bels'. Ik kom daar ook en het is in dat land gevaarlijk. Op de grote weg kun je rechts rijden, links en in het midden. Drie mogelijkheden en dat stuk in het midden is van van links en rechts. 'Passeren is spelen met de dood', zegt pa.

Hij weet ook veel van Belze boeken. Ook spreekt hij Bels, dat veel op het Bosch lijkt. Het leukste boek vind ik 'De Witte'. Dat is ook een kind en die woont op een boerderij. Hij is net als ik de jongste thuis en hij moet ook een heel eind lopen naar school. In d'n Bels is het heel vaak mooi weer en de Witte gaat dikwijls naar de kerk. Hij krijgt bijna elke week op zijn sodemieter en dat komt omdat hij de benjamin is. Ik denk dat het bij mij thuis leuker is.

In dat boek staan nieuwe woorden. Mijn pa zegt dat die Bels zijn. Foor, smoutebollen, hesp, klak en frak. Ik leer hierdoor heel goed Bels met mijn pa te spreken.

Vader heeft mij uit de kast een grotemensenboek gegeven. Felix Timmermans heeft dat geschreven en het gaat over Pieter Bruegel. Op de kaft staat ook: 'Zoo heb ik u uit uwe werken geroken'. Dat is een heel mooi boek en het gaat over een beroemde schilder. Als ik dat uit heb, krijg ik Pallieter te lezen. Mijn pa kan daaruit hele bladzijden voordragen en dat verhaal is heel spannend. Die Pallieter rijdt paard: zónder zadel en met Marieke voor hem op de rug van dat beest.

Vandaag heb ik een nieuw woord geleerd: 'rammeling'. Dat betekent pak slaag. Dat was voor de Witte omdat hij gezwommen had. Dat mocht niet en zijn moeder had zijn kleren meegenomen terwijl hij in de zon lag op te drogen. Die meneer Ernest Claes schrijft 'en de zon scheen op hun blote flikkers'. Dat mag ik thuis niet zo zeggen; da's Bels. Het lijkt op het Bosch dat ik met mama spreek, maar dan toch 'n bietje anders.Grappig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten