zaterdag 11 januari 2014

Gèk!


Deze tekst verscheen als column bij de rubriek 'Onder De Boschboom' in de Bossche Omroep van 12 januari.

Vrijdagmiddag, zowat 18.00 uur. Ze staat al lang voor het raam van haar werkkamer te somberen. Blind voor de gouden en glans die het schijnsel van de straatlantaarns over de natte keien van de Markt legt. Onder hetzelfde venster staat binnenkort haar baas op het bordes. In die wijdvallende blauwe kiel. Terwijl tijdens de Intocht grapjurken rijen dik aan hem voorbij trekken, krijgt hij het weer voor zijn kiezen. Mauwen, dat kunnen ze.


Zeker weten dat op die 2de maart het drama bij de Watertoren hoog scoort. De ‘Smartenbrug’. Wat een lol. En dan moet hij na die kolderoptocht ook nog al die feestneuzen toespreken!  Met een rood-wit-gele lach van oor tot oor. Hoe kan zij hem helpen?

Ja, hoe krijgt hij het volk mee? Het geheim zit 'm in zijn eerste zin uit zijn mond. Die moet zo ontwapenend komisch zijn, dat die massa achter de dranghekken hem op slag een toffe peer vindt. Nog toffer dan de echte Peer naast hem. De vraag is dus met welke geweldige opening hij in één keer al die kwèkers aan de overkant op zijn hand krijgt. Wist ze het maar; zij schrijft zijn toespraak.

Ja, die brug is er bij. Op Facebook circuleert een foto van het nieuwe stuk, met als graffiti de tekst. 'Ik ben 'n lilluk ding'. 'En veuls te duur'. Zou dat niet een aardige binnenkomer zijn?

In zijn ambt zit flink de mot. Heel wat van zijn collega's hebben afgelopen jaar hun gemeentehuis schielijk langs de achterdeur verlaten. Youp heeft al laten weten dat hij over een Groot Nederlands Burgemeestersdictee denkt.

Haar baas mag gelukkig op zijn zetel blijven: slechts vier stemmen tegen. 'Hij zit hier uit te bollen', is 'm toegebeten. Alsof ie nu al een soort wachtgeld krijgt. Mmm, misschien moet zijn openingszin worden: 'Ik blijf wel voor dit feestje'. Met de nadruk op 'dit'.

Nog meer gemeut van die leutlopers? De Put op de Markt, het verhakkelde GZG-terrein, Theater aan de Parade? JB2016? Ja, daar kun je donder op zeggen. In haar fantasie ziet ze clubjes Jeroenen Bosch allerlei schilderijen komen aandragen. Uit Rotterdam, Lissabon, plus een grote groep uit Madrid. En die werken mag haar chef voor het bordes in ontvangst nemen. 'Dan hedde teminste nog wè aan de muur', staat op een van de meegedragen bordjes. Nou, ook hierin zit geen pakkend inkoppertje.

Dan heb je natuurlijk nog de ‘Histoire d'O'. Ook al zoiets. Want inmiddels heeft die Maastrichtse collega zijn Bossche evenknie openlijk aangehaald. In de NRC ook nog ook nog. Tjonge. Haar baas blijkt in deze kommervolle periode namelijk een steunpilaar voor de eerste burger van die andere carnavalsstad. Ze kent het citaat van Onno inmiddels uit haar hoofd: "De meeste contacten had ik met Ton Rombouts, de burgemeester van Den Bosch. We kennen elkaar door en door. Hij zei: 'Laat je niet gek maken'." Sindsdien valt die kreet opvallend vaak te horen onder het gemeentedak.

Van z’n vrienden moet ie het maar hebben, denkt ze en bijt op haar onderlip. Nou ja ... waarom ook niet... En ineens verlaat ze haar plek bij het raam waar ze bekant wortel had geschoten. Ze bruist ineens van energie.

Snel stopt ze de spullen van het bureau in haar rugzak, doet haar jas aan en loopt op een holletje naar het station.

In de boemel op weg naar huis gaat de tablet aan. 'Bordesaanspraak 2 maart 2014', verschijnt op het scherm. 'Openingszin (met groot enthousiasme en veel armgezwaai uit te spreken):  'Oeteldonkers. Op ons volgende carnavalsembleem staat .... Laot oe nie gèk make!'

Waarna uitzinnig gejuich de Markt laat trillen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten