Als kind
leerden we dat Dokkum en Heiligerlee plaatsen van belang waren binnen de
Vaderlandse Geschiedenis. In de eerste kwam Bonifatius om tijdens zijn niet
aflatende strijd om ons land te kerstenen. In de tweede werd een begin gemaakt met
de Tachtigjarige Oorlog. Beide gevechten bleken niet voor niets: elk had aan de
voet gestaan van onze christelijke natie.
Van die
entiteit werd op enig moment Jan-Peter Balkenende gekozen tot aanvoerder. Hij
kwam uit de provincie Zeeland wat hem per definitie in aanraking bracht met een
achtergrond is ver stond van de mijne. Mogelijk had hij zich nooit gerealiseerd
dat het onderwijs in Nederland verschillende leerplannen kende, toen wij hem bij
de aftrap van ‘Het geheugen van Nederland’ de beginzin hoorden uitspreken: ‘Wie
kent niet de uitspraak van De Savornin Lohman ...’ Wat hij toen citeerde, weet
ik niet meer. In elk geval keken mijn vrouw en ik elkaar aan en zeiden: ‘Nou,
wij niet’.
Kinderen
van onze generatie uit een katholiek Brabants nest hebben niet per se veel
‘affiniteit’ met het begrip ‘christelijke natie’ en hun roergangers. Nou is
Bonifatius door de christelijken nooit echt geclaimd, in tegenstelling tot die
lange oorlog. Die ellende is inmiddels door ‘Leiden’ herdoopt tot De Opstand.
Op die manier blijft de oude tweedeling anno 1648 herbevestigd.
Heiligerlee
weet ik niet eens op de kaart aan te wijzen. Dokkum wel. Mogelijk ook door de
rol van deze plek in de Elfstedentocht. Bovendien vond Fedde Sonnema er zijn
kruidenbitter uit. Het had een aanloop van decennia nodig om er zelf ook echt
heen te gaan, en dat vond onlangs plaats. Om eerlijk te zijn: drie dagen aan
een stuk.
Het
interessante van de langer reis vanuit Den Bosch naar Dokkum is, dat als je
iets omrijdt, de route door Assen voert. In die stad staat het Drents Museum.
Hoe ze het voor elkaar krijgen weet ik niet: elk jaar is er minstens één
bijzondere tentoonstelling die de rit erheen meer dan loont. Eerst i.s.m. met
het Groninger Museum het Terracottaleger. Vorig jaar de Maya’s en nu The Great
Liao. Prachtig. Alleen al het betreden van de (nog steeds nieuw te noemen)
ondergrondse zaal is een feest. Dus: ‘Assen first’.
Die zaal
heeft de suggestie meegekregen van een dal in Binnen-Mongolië. Zelfs de
vloerbedekking is in weidemotief. Daarbinnen zijn de objecten opgesteld. De
technieken om beweging en kleur voor te stellen, verrassen ons. Het verhaal
over de oude nomadendynastie uit 907-1125 (die uitgroeide tot een supermacht in
Azië) is helder. Eerder las ik in de NRC dat het geen sinecure is geweest om de
ongeveer 145 archeologische vondsten uit China naar Nederland te mogen
vervoeren.
Hier als eerste afgebeeld, is het gouden dodenmasker van de prinses
van Chen, die in 1018 stierf op 17-jarige leeftijd. Deze in 1986 gevonden
rituele dracht, wordt omschreven als het ‘absoluut hoogtepunt van de
tentoonstelling’. Wie deze nog wil gaan bezoeken, dient snel te zijn: ze loopt
t/m 29 oktober a.s.
In het
oude gebouw naast de ‘kelder’ hangt een aantal zalen vol met werk van Jans
Muskee. Meer dan boeiend. Als derde staat hierbij afgebeeld de grote oliepasteltekening
‘Minnie M & Mickey M’. (Meer over de daar getoonde werken? Klik hier.)
En
vervolgens naar Dokkum, dus. We worden over smalle B-weggetjes die akelig dicht
langs sloten en vaarten liggen richting het stadje geleid. Binnen de
gemeentegrenzen geldt de éénrichting-kruip-door-sluip-dooraanpak die ons
uiteindelijk na talrijke bochtjes, kronkels en bruggetjes op de markt doet
belanden.
Hup, inchecken bij het Abdijhotel, fietsen van het rek halen en in de
schuur-annex-biljartkamer plaatsen, koffertjes uitpakken (we slapen onder de
hanenbalken), om ons vervolgens in de gelagkamer geestelijk voor te bereiden op
het diner. Het uitzicht op de gevel van de Grote of St.-Martinuskerk is grandioos, Alsof Saenredam
zelf bezig is geweest, Dit keer als decorschilder, welteverstaan. Een droge
chardonnay voor de dame. Voor mij is er inderdaad donker bier. Jawel:
Bonifatius Quadrupel, gebrouwen met water uit de Bonifatiusbron. 10%, da’s niet flauw.
Met een prachtigersmaak; ik ben gelijk verkocht.
En dan
blijkt een uur later ook nog dat de kok een meester in zijn vak is. Het zou me
niet verbazen als hij naar de naam Bonny luistert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten