Op dinsdag 3 oktober is het vroeg
opstaan. De trein van Madrid naar Toledo gaat om 9.20 uur en voor we op
Atocha vertrekken moeten we vanaf de Gran Vía nog een stuk met de metro. Om de
passage te versnellen, hebben mijn vrouw en ik op maandagavond vast voldoende
metrokaartjes ingeslagen. Ook de 19 retourbiljetten zijn al gehaald: de
treincoupés bevatten alleen (gereserveerde) zitplaatsen (en staan is verboden).
Bovendien gaan de reizigers vooraf door een controle die nauwelijks onderdoet
voor die op een vliegveld. Madrid en Atocha hebben op het gebied van aanslagen
een gruwelijk verleden.
Vandaag brengen we in het
kader van ‘onze’ zoektocht naar Bossche en Brabantse sporen in Spanje een bezoek
aan Toledo. Een imposante plaats op een dik halfuur van Madrid. Oude
hoofdstad van het schiereiland onder de Visigoten, Moren en Karel V. Plek waar Arabieren,
joden en Spanjaarden zichtbare herinneringen aan een rijk verleden achterlieten. En Brabo’s deden dat zoals we zullen zien.
De heuvel op! Gelukkig
helpt een enorme roltrap daarbij. We lopen naar het Alcázar, dat met zijn vier ‘Vlaamse
torenspitsen’ al van verre uitsteekt boven de vesting. We worden er opgewacht
door Juan Vicente Elices, die deze morgen onze gids is. Deze kolonel b.d. van
de Spaanse infanterie heb ik hier in 2011 leren kennen tijdens een ontvangst
van een Empelse delegatie door de Academie van de Infanterie.
Het Alcázar herbergt o.m.
het Spaanse Legermuseum. Voor we de zalen bezoeken die m.n. de Tachtigjarige
Oorlog in beeld brengen, gaan we naar een hoekje van dit reusachtige gebouw
waar Vicente bij een speciaal daarvoor ingericht hoekje stilstaat bij het ‘Wonder
van Empel’ uit 1585 en de relatie van de landmacht met dit plaatsje, inmiddels
onderdeel van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Zijn verhalen en de
getoonde stukken (kleding, oorlogsmaterieel, kaarten, schilderijen e.a.) tonen
wat tegenwoordig in Nederland ‘De Opstand’ is gaan heten, vanuit Spaans
perspectief. De in het Engels gegeven toelichting is - behalve enthousiast
gebracht - zeer informatief en verhelderend.
Als na een woord van dank de groep
voor de lunch uitzwermt, eten mijn vrouw en ik op uitnodiging van Vicente met
hem op het terras van een klein restaurant dat claimt de uitvinder te zijn van
het lokale gerecht ‘carcamusa Toledana'. Een stoofpotje, oorspronkelijk van hertenvlees. Smaakvol. Het
gesprek gaat voor een deel over de huidige spanningen tussen Catalonië en de
centrale regering.
Na
een warme afscheid van onze gastheer voor de ochtend, wacht ik de groep op bij
de Catedral de Santa María de Toledo. Op exact deze plek stond de hoofdmoskee
die na de ‘reconquista’ in 1085 door Alfonso VI de Léon y Castilla.lange tijd dienst
deed als kerk. De vervangende bouw liep van 1226 (1227) tot 1493. Daaraan
werkte een reeks bouwheren, waaronder Juan Alemán, Guas en de gebroeders De
Bruselas; Hanequin de Bruselas, Antón Martinez de Bruselas, Egas Cueman/Egas de
Bruselas. Dit drietal uit de hoofdstad van het toenmalige Brabant droeg
zichtbaar bij aan dit gotische bouwwerk. Na dit trio zouden nog twee generaties
nakomelingen de architect zijn van nu nog te bewonderen gebouwen in Spanje.
Ik houd een inleiding in de schaduw van de kerk, en vervolgens worden de kaartjes gekocht en gaan de groepsleden met ‘audiogids’ de reusachtige
kathedraal binnen.
Het bouwplan is overeenkomstig aan wat we kennen uit
de Noord-Franse en Brabantse gotiek. De ‘kloosteromgang’ staat op plaats van de
voormalige ‘Jardín de los Naranjos’. Ook nu hangen er sinaasappels aan de
bomen.
Er is een ware schat aan stijlen, vormen en
(kunst)objecten te zien, waaronder het Retablo
Mayor (grote retabel) van vijftien meter
hoog en dertien meter breed dat de gehele achterwand in beslag neemt van
de Capilla Mayor. Een
groot deel van de Spaanse (kunst)geschiedenis passeert de revue.
Rond 18.00 uur bezoeken ik met mijn vrouw de voormalige joodse
wijk. We hebben deze stad al vaker bezocht en ook nu weer ontdekken we nieuwe
details. Het blijft verbazingwekkend om te zien hoe het veelkleurige verleden
van dit land hier bijvoorbeeld in de architectuur verder leeft. Zo blijken sommige kerken omgebouwde moskeeën te zijn. En andere werden na
1085 opgetrokken in de mudéjarstijl, de Arabische stijl, omdat de architecten nog
geen kennis gemaakt hadden met andere mogelijkheden.
Tegen 21.30 uur treinen we - na een mooie en volle dag - weer
naar Madrid.
Meer over:
Het wonder van Empel en Toledo
Toledo:
Arabisch verleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten