vrijdag 24 juni 2011

Beekbegeleidend bos

Hotel La Balsa in Soto de Cangas is - zoals mijn moeder zou zeggen - 'nnen tref'. Blind gekozen en goed getroffen. Gerestaureerd klassiek gebouw, prima kamer, goed ontbijt. Het wordt geleid door een enthousiast jong koppel dat me graag informeert over de streek. Vandaag ga ik op advies van dit stel naar La Olla de San Vicente. Uiteraard voorzien van de geleende uitgave 'Por la Naturaleza Asturiana', waarin de wandeling voor deze zaterdag staat. Gisterenavond heb ik het enthousiaste proza van beide auteurs (biologen en Asturianen) gelezen. In hun bewoordingen (en deze dan weer vertaald in de mijne) loop ik straks langs de rivier onder de groene gewelven van het beekbegeleidende bos. Ik ben benieuwd.

Op papier is het een wandeling van niks: vijf kilometer. Even lang als die van gisteren dus. Daar was ik toen mooi drie uur zoet mee: kijken, kletsen, kijken en stilstaan. Het nieuwe wandelen, zeg maar. Ik ga op weg langs de Dobra. Het pad loopt parallel aan de heldere stroom. Ook op diepe plekken kan ik tot op de bodem kijken. Er zit vis zat. Al snel ligt aan de rechterhand een hoge, oude stenen brug uit de 'Volle Middeleeuwen'. Een mooi gezicht. Soms is het pad breed en vlak, maar meestal bestaat het uit een onregelmatige verzameling rotsachtige punten. Wie de keien op de Bossche Markt gewoon is, komt hier niet echt in de problemen. Op de heenweg tel ik vier baders en een hond. De natuur is prachtig.

La Olla de Vicente bestaat uit een tweetal weides met wat verlaten stenen hutten. Een ideale picknickplek. Ik zit daar wat in de zon en eet een stuk citroencake dat eigenlijk bij mijn ontbijt hoorde. Het is bijna 13.00 uur als de eerste Spanjaarden zich melden. Een halve supermarkt zit in de gezamenlijke tassen en koelboxen. Als ik terugloop, komen me wandelaars in alle zwaarte- en leeftijdsklassen tegemoet. Allemaal voorzien van de nodige voedingsmiddelen. 'Het kan hier druk zijn', las ik over dit mooie stukje Asturie. Gelukkig was ik aan de vroege kant.

Op advies van de hoteleigenaar knar ik door naar Casa Ricardo in Sellano. Het einde van de wereld, maar dan wel fantastisch geboetseerd, vlak bij de rivier. Voor de tweede keer binnen 24 uur eet ik de lekkerste dingen. Gisterenavond in het Casa del Campo dicht bij mijn hotel, en nu dan hier. Als hoofdgerecht kies ik gestoofde cabrita, vlees van een jong geitje dus. Mijn halve liter bier laat ik aanlengen met bitterlemon. Het is fantastisch weer, d'n bik is heerlijk, het uitzicht vanaf het terras op bomen, weiden en bergen een plaatje, kortom: een klassieke 'locus amoenus', een aangename plek om nooit te verlaten.

Ik reken af: net zoals gisterenavond €12,50 voor al die delicatessen en een mooie omgeving. 'Snapte gij waor ze't van kunne doen', zou mijn moeder gezegd hebben. 'Gin idee', antwoord ik in gedachten. Ik vind het prima. En met mij velen, want de tent zit vol als ik rond 16.00 uur naar mijn hotel tuf. Siësta.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten