
De boulevard kan zich meten met de corniche van Cannes. Subliem, zeker met deze temperatuur van 29C. De zeebries houdt het aangenaam. Ik passeer de beeldengroep 'Raqueros', een ode aan de jongetjes die vroeger van de wallenkant in het water doken. Duidelijk is dat dit nog steeds gebeurt. Voorbij het Palacio de Festivales waarvan de architectuur me aan de sluizen van Lith doet denken, begint het strand. Magnifiek. Aan de overkant van de baai ligt ook een lange zandstrook. Na de baai van Arcachon in Les Landes en die van San Diego in Californië, steelt nu ook de Bahia de Santander mijn hart. Op het Penisula de Magdalena is het uitzicht onnavolgbaar mooi.
Ik loop weer richting centrum langs een kleine zeedierentuin. Aan mijn rechterhand bevindt zich nog een geweldig strand. Het is zowat 20.00 uur en ik wil wat eten. Ik loop door de stad en realiseer me dat het historische gedeelte 15/16 februari 1941 in de as werd gelegd. De oorzaak van de brand die twee huizen van mijn hostal ontstond, is nooit bekend geworden. Aangewakkerd door windkracht 15 was de brandweer geen partij. Wat herrezen is, doet weldadig aan. Op advies van mijn hospes span ik af bij restaurant Machichaco en bestel 'rabas', stukjes gebakken vis, in dit geval inktvis. Heerlijk. Moe maar voldaan ga ik later naar het hostal waar ik constateer dat ondanks het mooie en voorbruinende voorjaar in Nederland, mijn kop verbrand is. Gelukkig dat ik daarop niet hoef te zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten