zondag 31 maart 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (12); regenwoud

29/01
‘We kunnen zo meedoen met de Dakar-rally’, merkt mijn vrouw op als we vanaf Catlins Mohua Park over een gedeelte rijden waar de gravelweg richting Franks Creek vol zit met gaten. Daarin staat water en aanvankelijk is de diepte een gok. Nu snappen we waarom er bij aankomst in Christchurch een forse 4W-drive voor ons klaar stond. De wagen heeft er geen moeite mee.
Van onze cottage in is het 20 minuten rijden naar het startpunt van onze wandeling over de Catlins River Track.

Het bos hier is onderdeel van het Catlins Coastal Rainforest. In overeenstemming met het idee van ‘regenwoud’ blijkt de begroeiing uitbundig. Forse bomen die hoog oprijzen, middelhoge, dunne exemplaren en als bodembedekking een zee van varens en soorten mos. De zon wordt goed gefilterd en de temperatuur is aangenaam. Mijn inmiddels favoriete ´fern tree´ is uitbundig aanwezig.

Het pad loopt meestal dicht bij de snelstromende rivier. ‘Hier komen we voor’, zeggen we tegen elkaar. De natuur van NZ leren kennen; bij voorkeur tijdens wandelingen als deze of op de mountainbike (met trapondersteuning, dat dan weer wel.)
Het is goed opletten: gladde stenen, knoestige wortels, dan weer omhoog en volgende moment weer omlaag. Zo bebost zouden grote delen van NZ er uitgezien hebben voor de schapenboeren uit Schotland, Engeland en Ierland er weiland van maakten.

Dan staan we voor de eerste hangbrug. Stalen kabels en ijzeren vlechtwerk dragen een smal metalen opengewerkt voetpad. Er mag één persoon oversteken terwijl de rest wacht. Wij zijn met z’n tweeën en terwijl de een oversteekt, maakt de ander foto’s. Wie hoogtevrees heeft of niet over een vloer-met-doorkijk wil lopen, moet door het water. Geen optie, denk ik, gelet op de snelheid van de Catlins River. Zo’n tocht zie je op tv, bij Floortje op Reis of zoiets. Altijd ver weg, nat voorhoofd, nu lopen we er zelf. Alleen de apen die we 25 jaar geleden in Thailands regenwoud tegenkwamen, ontbreken nog. Leven tussen de varenbomen nog dino’s?

Na een tijdje gaan we weer zo’n oeververbinding over. We hebben het over twijfelachtige hangbruggen van lianen waarover - in de geïllustreerde verhalen uit onze jeugd - missionarissen het oerwoud introkken. Een derde brug blijkt niet voor de wandelaars bedoeld. Op niet meer dan het slappe koord met draadleuningen kunnen medewerkers van ‘Staatsbosbeheer’ hun ‘evenwichtige’ werk doen. Misschien onderwerpt de overheid tijdens de sollicitatieprocedure de kandidaten aan een proef over de stormbaan.

We bereiken Wallis Stream waar we op een picknickplek wat eten en drinken. De terugweg is een kopie van deel een. Toch ziet het er als nieuw uit, behalve die twee bruggen uiteraard: we zijn inmiddels routiniers op de evenwichtsbalk.

In totaal duurt de wandeling een kleine drie uur. In die tijd zijn we twee solo lopende jongelui tegengekomen: een meisje en een jongen, alle twee goed bepakt. Het laatste stuk tot de auto loopt omhoog: bezweet komen we aan de finish bij Franks Creek. Het is zonnig, 23°C, gevoelstemperatuur 32°C (ik over’drijf’).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten