woensdag 25 maart 2020

Mojácar - Den Bosch (4); Perpinyà

Op maandag 16 maart verlaten we na het ontbijt hotel RH Vinaròs Aura. De eerste stop volgt na enkele minuten: tanken, met handschoenen aan. Pinnen met je vingers in die dingen lukt ook. Na afloop de handen toch even reinigen met een vochtig babybillendoekje. Al snel verlaten we de regio Valencia en rijden we Catalonië binnen.

De snelweg is nog rustiger dan gisteren. Veel natter ook, want het giet inmiddels; de eerste regen die wij in lange tijd zien. En meteen fors ook. In deze regio willen we de afslag naar Manresa nemen om vervolgens vlak ‘naast’ Andorra langs een zeer bochtig traject Frankrijk binnen te rijden. Dat deden we in de zomer van 2018 ook (klik hier) Een mooie route door een prachtig gebied; we stappen af van dit plan als we zien hoe snel de bergen westelijk van ons in de grijze wolken verdwijnen. 

Rond Barcelona is het even wat drukker. Een uur later naderen we de grens die we even later zonder controle passeren. We gaan richting Perpinyà, de hoofdstad van het gedroomde Frans-Catalonië. Hier hield onlangs de door de Spaanse justitie gezochte politicus Carles Puigdemont een toespraak tot zijn toegestroomde Catalaanse volgelingen. Iets dat tot een politiek ongemak leidde tussen beide buurlanden. Nu zijn er andere zaken die een verschil opleveren: na de rust op de Spaanse wegen, is het hier meteen druk. Even wennen. Zeker bij het volgen van een door een volslagen idioot bedachte serie afslagen die in de buurt van het vliegveld moet uitmonden in de aansluiting richting Toulouse. Toen we in de eerste helft van december jl. in tegengestelde richting gingen, waren we bij vertrek voor deze houtjes-touwtjes-oplossing gewaarschuwd.

Vanuit de mêlee komen we op landelijke wegen waar een maximumsnelheid van 80 km p/u geldt. Veel te weinig, vindt een groot aantal ons passerende chauffeurs. Eenmaal in het departement Aude, wordt het droog. Het zicht op het landschap knapt er zienderogen van op. Als we in Chalabre arriveren, komt de zon door.
Dan komen we voor de grote houten poort van het voormalige Kapucijnenklooster. Even later staan we binnen de ‘kleine vesting’ geparkeerd.

’s Avonds volgt een bericht van de Franse regering dat een einde zal maken aan dat ‘ongebreideld’ rijden dat we wat uren daarvoor nog zagen. Frankrijk gaat op slot. Wat van zo’n maatregel het effect kan zijn op de betrokken personen, ondervonden wij zaterdag jl. Wij zien nu hoe onze zwager zich overvallen voelt. Ook hij zal eraan wennen.

De volgende dag gaan hij en ik samen boodschappen doen in het ansichtkaartachtige dorpje van 1.200 inwoners. Volgens de instructies kan dat tot 12.30 uur. Daarna mogen alleen nog mensen voor hun beroepsuitoefening buiten. Vanaf 18.00 uur geldt voor iedereen de avondklok. Het is een koude dag waardoor we zin krijgen in bloedworst. ’s Middags gaat er tijdens de lunch een flink stuk ‘boudin noir’ doorheen.

Mogelijk zorgt deze stevige kost voor de energie waarmee mijn vrouw en ik tot laat in de middag de tuin te lijf gaan. Die telt 6.000 m2; vroeger werd er gebrevierd, nu verpozen er de eigenaars die de VVE vormen van dit oude convent. In deze tijd van het jaar is van dat gezelschap slechts een persoon aanwezig en daar logeren wij.

Er ligt veel dood hout dat door recente stormen naar beneden gekomen is. Zeker op het gras zorgt dat voor problemen wanneer er binnenkort gemaaid gaat worden. Aan de andere kant van het riviertje Le Blau is een boom omgegaan en deze knoeperd vormt nu een brug voor evenwichtskunstenaars. De kruin ligt aan ‘onze’ kant. Rond 18.00 uur hebben we een forse brandstapel bij elkaar gesprokkeld en gekruid. Het nodige knip- en zaagwerk ging hieraan vooraf. We hebben trek gekregen en Covid-19 lijkt ver weg. Morgen wordt het warm: 20C. Het lijkt geen straf om hier op deze voor ons bekende plek in vrijwillige quarantaine te gaan.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten