woensdag 10 november 2010

Astronautjes

Ons huis in Den Bosch buigt door onder de boeken. Gelukkig heeft oud-collega Noël Wijffels (God hebbe z’n ziel) me geleerd dat ook landschappen te lezen zijn en die kun je rustig buiten laten staan. Ze zullen d’r nauwelijks van lijden. Later heb ik van volgende collega’s nog méér bijscholing gehad. Een vlotte landschapslezer zal ik overigens niet worden (avi-niveau 4 misschien), maar ik ben wel van goede wil.

Dinsdag liep ik van Vento (Arona) naar de top van de Roque del Conde. Op de kaart een stijging van 650 naar 1001 m, maar in de route zaten de nodige barrancos (kloven) en die kun je niet overslaan. Al met al een lekkere klim en als ik tien mensen tegen gekomen ben, is dat veel. Gelukkig was daar ook één Spanjaard bij, en die bleek nog een Bask te zijn, ook nog, ook nog. Met hem ben ik een stuk ‘opgelopen’, hoewel het meer de afdaling betrof.

Op de Canarische Eilanden is en was het zeker voor de boeren en vissers ‘hard labeur’. Weliswaar heerst hier een permanente lente, maar de bewoners moe(s)ten generaties lang bikkelen. Dat heeft in het landschap zijn sporen achtergelaten. Zo is buureiland La Gomera door vele decennia van terrasbouw, veranderd in een Klein-Java. Sinds de bewerkers daarvan wegtrekken om op Tenerife te oberen, beschermen vrijwilligers dit curieuze gestapelde landschap tegen verval. Zeer in uw aandacht aanbevolen.

Op Tenerife springen de verlaten bananenplantages in het oog. Brede terrassen zijn nog goed herkenbaar, daarbij geholpen door de aanwezigheid van lange, smalle irrigatiekanalen die in steen en cement zijn uitgevoerd. Onderweg naar die top van de Roque del Conde, passeerde ik vanmorgen de resten van een schuur. Of misschien toch van een boerderijtje? In de directe nabijheid lagen twee cirkelvormige plateaus, uitgevoerd in plaatselijke ‘keinderkùpkes’ (zie foto).
Op de terugweg wees meneer de Bask me op het voormalige systeem van de waterhuishouding. We waren het erover eens (maar wie zijn wij?) dat op de twee stenen plateaus naast de ruïne toeneerst graan gedorst werd. Vandaag de dag zou je van die cirkels helikopters laten opstijgen met wandelaars die getroffen zijn door een zweepslag. Het uitzicht op deze ronde elementen zou Erich von Däniken toentertijd tot de vraag gebracht kunnen hebben: ‘Waren de goden astronauten?’ Het antwoord moet zijn: ‘Bende gek! Het waren gewoon boeren’.

1 opmerking: