dinsdag 13 maart 2018

Kustpad Zuid (4); Las Maretas

Op zaterdag 24 februari lopen we (dus) langs de kust van Zuid-Tenerife het gedeelte El Porís - El Médano. Een afstand van 30 kilometer, waarvan het gedeelte tot San Miguel de Tajao nieuw is. Vanaf daar tot het eindpunt hebben we eerder deze maand al enige voorverkenning gedaan. Zo gingen we op 4 en 13 februari met de bus naar halteplaats Tajao om vandaar steeds langs een ander pad af te dalen richting San Miguel de Tajao. De eerste keer belandden we net achter het dorp, de tweede keer net ervoor, precies op de plek waar we ook op de 24ste uitkomen.

Als we de levendige lokale drukte rond de visrestaurants achter ons gelaten hebben, eten we onze meegenomen lunch op in een klein parkje vlak bij zee. Tajao is het eerste dorpje van een rijtje van vier. Hierna volgen Las Arenas, La Caleta en Las Maretas. Je moet autochtoon zijn om de exacte plaats van elke grens die hier tussen de dorpjes ligt precies aan te kunnen geven. Toen we hier op 4 februari passeerden, raakten we op een balkonpleintje in gesprek met een gepensioneerde politieman; ‘de la polocía nacional señor’. Hij was vlakbij meer bergopwaarts geboren, had in de hoofdstad gewerkt en bracht nu graag hier zijn tijd door. Hij wees de grenzen aan. Hij kende ze, zoals ik vroeger precies wist waar in Den Bosch de ene parochie ophield en de volgende begon. Ondanks zijn boeiende verhaal, bleven en blijven ook nu op de 24ste februari Las Arenas en La Caleta voor mij een samenklonterend geheel.

Zonder uitzondering getuigen alle oorspronkelijke woonhuizen van een - laten we zeggen – praktische aanpak. Tierlantijnen ontbreken, niks romantische doorkijkjes. Gewoon: wonen en werken. Een luxer nieuwbouwwijkje in ‘hoog Tajao’ is van recente datum en de architectuur plus enkele ‘for sale’-borden maken duidelijk dat de bewoners voornamelijk in Noord-Europa gerekruteerd zijn.

De huizen staan in een stenen omgeving. Op sommige plaatsen zijn er enorme happen uit de lichte en totaal kale rots gehakt om plaats te maken voor woningen.Strandjes met zand zijn een zeldzaamheid. Met name van Las Maretas gaat - in elk geval in dit seizoen - een aangename rust uit. Een plek om in retraite te gaan.

Met dat zelfstandig naamwoord kwalificeer ik met enige regelmaat ons verblijf hier: je voor enige tijd terugtrekken. Waarbij de connotatie van de retraite zoals ik die uit mijn katholieke jeugd ken, ‘m zit in de verdieping. Ik las laatst dan Martin Heidegger toen hij wat ouder was, zich in zijn denken liet inspireren door zijn wandelingen in het Zwarte Woud. Hij ontwikkelde er de gedachte van de ‘gelatenheid’. Nou klinkt dat als ‘moedeloos berusten’, iets wat hij niet beoogde. Het ging hem om een ontvankelijke opstelling voor de diepere zin achter de dingen die - om het populair te zeggen - op ons pad komen. Nou, die diepere zin ligt voor mij dichtbij: want wat bij mij onderweg tot (bijna kinderlijke) verwondering en verbazing leidt, belichaamt de zin. In die betekenis is mijn wandellust een zingevende activiteit, waarbij ik tevoren niet weet of en in welke mate die zingeving kan optreden. De natuur op Tenerife is een prikkelende omgeving. Overigens kan de Siamese tweeling verwondering&verbazing ook optreden bij het lezen van een boek. Of het zien van een kunstwerk. Hardop of in een monologue interieur wil ik vervolgens verwoorden wat tot het optreden van dit duo leidt. En om welke reden. Zo krijg je je dag wel vol!

Op 23 december - twee maanden terug dus - waren we voor het eerst in Las Maretas. We daalden toen af richting zee vanaf bushalte Chimiche. Het eerste deel van dat traject leidde ons langs met jute overtrokken bananenplantages en over groene terrassen waarop mannen en vrouwen aan het werk waren. Toen volgde de verlaten en weerbarstige stenen wereld die Las Maretas omsluit. We kwamen uit op een punt aan de westzijde van Las Maretas.

Als we daar opnieuw aanbelanden, kunnen we twee kanten op. Het pad rechtdoor zal eerst lopen langs een prachtig stuk kust waar de kleine baaien gevuld zijn met prachtig geslepen reusachtige kiezelstenen om uiteindelijk uit te komen bij de nieuwe en niet onomstreden haven van Granadilla de Abona. Een industrieel en zonder meer saaie stuk tot het pad omhooggaat over de schitterende Montaña Pelada, de Kale Berg. Na een stevige klim, ligt El Médano bij wijze van spreken aan je voeten.
De tweede mogelijkheid is om op dit punt omhoog te gaan, richting de TF-2. Onder die snelweg ligt een aantal tunnels, alleen al voor de snelle afvoer van het regenwater dat hier - als het dan ook valt - met bakken naar beneden komt. Via zo’n doorgang kom je op het pad aan de andere kant van de weg, dat uiteindelijk ook naar El Médano voert.

Gelet op de voortschrijdende tijd, kiezen we nu voor de eerste mogelijkheid, waarbij we dit keer niet over de Kale Berg, maar er omheen zullen trekken. Dus eerst de haven, dan een eco-hoek met 25 duurzame energiezuinige vakantiehuisjes in een park met windmolens en zonnepanelen (met vlakbij een verborgen zandstrandje) en vervolgens de berg met daarachter het oostelijke begin van El Médano. Als we 'thuis' komen, is het 18.30 uur en waren we negen uur onderweg. 

Het alternatief, het pad noordelijk van de TF-1, liepen we op 13 februari. De beschrijving daarvan komt aan bod in de afrondende vijfde bijdrage van Kustpad Zuid.

(wordt dus vervolgd)

PS
Op zondag 25 februari trekt een storm over Tenerife. Er valt een massa regen die zijn sporen trekt in het landschap. Tenerife Sur wordt een aantal uren gesloten voor het vliegverkeer. De straten van het laag gelegen El Médano lopen vol met water dat van de heuvels stroomt. Daar waar de barranco uitkomt op het strand van de kite surfers, zal in de kloof nog dagen een diepe sloot aangeven dat het erg nat was.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten